Rotterdamse scholier heeft vaak wapen
Een op de drie derdeklassers in het Rotterdamse voortgezet onderwijs draagt wel eens een wapen bij zich.
Eenzelfde aantal vertoont agressief gedrag of pleegt strafbare feiten. Jongeren die dit probleemgedrag vertonen, hebben problemen thuis of voelen zich onveilig op school.
Dat vermeldt de Rotterdamse Jeugdmonitor over de periode 2000-2002 van de GGD Rotterdam en omstreken, die vandaag tijdens een congres over de Jeugdmonitor aan veiligheidswethouder R. M. de Faria is aangeboden.
In totaal 1650 jongens en 715 meisjes van de 5500 onderzochte derdeklassers blijken wel eens een wapen op zak te hebben. Meestal gaat het om een mes of een steekwapen. Weliswaar zijn het er minder dan vier jaar geleden, maar het percentage ligt nog altijd hoger dan het landelijk gemiddelde.
Dat jongeren agressief of delinquent gedrag vertonen, schrijft de Jeugdmonitor toe aan problemen thuis. Twee op de vijf jongeren hebben problemen door ingrijpende gebeurtenissen binnen het gezin of door onvoldoende betrokkenheid binnen het gezin.
Tien procent van de Rotterdamse gezinnen met kleuters blijkt ook met dit soort problemen te kampen te hebben.
Depressieve gevoelens bij kinderen uit groep 6 van het basisonderwijs komen ook vaak voor. Het zou zelfs gaan om een op de vijf jongens. Meisjes scoren twee keer zo laag.
De Jeugdmonitor voert een pleidooi voor meer ondersteuning aan ouders bij de opvoeding van kinderen met beginnend probleemgedrag.