Kies voor kleinere missie in Uruzgan
Het kabinet treuzelt met een besluit over de missie in Afghanistan. Om de kool en de geit te sparen. Riekelt Pasterkamp pleit voor heldere keuzes.
Wachtmeester Tim van de Koninklijke Marechaussee wil Afghaanse politiemensen trainen. ’s Morgens om acht uur staat hij met zijn collega’s bij de buitenpoort van Kamp Holland. Afghanen staan in de rij om aan het werk te gaan op de buitenring van het kamp. Ze krijgen eerst een bodycheck. Uit de zakken van de wijde jurken komen mobiele telefoons, sigaretten, aanstekers en een iPod.Na anderhalf uur is er nog geen politieman te bekennen. De marechaussees trekken zich terug. „Misschien bellen ze nog.” Weer een halfuur later is er nieuws. De Afghanen hebben gebeld, maar de Nederlanders konden hen niet verstaan. Een tolk moet terugbellen. Wachtmeester Tim: „Ze maken zich er niet druk om. Dan doen wij het ook maar niet.” Wie houdt hier wie aan het lijntje?
Horloge
„Jullie hebben een horloge, wij de tijd”, aldus een bekend Afghaans gezegde. Nederlandse militairen die in Uruzgan waren kunnen moeiteloos voorbeelden geven van de stroperige manier van werken in het zuiden van Afghanistan.
Het kabinet thuis blinkt intussen ook niet uit in daadkracht. Het schiet maar niet op met een besluit over een mogelijk langere militaire rol van Nederland in Afghanistan.
Sinds de zomer van 2006 zitten er ongeveer 1500 Nederlandse militairen in Uruzgan. Aanvankelijk voor twee jaar. Eind 2007 is deze periode verlengd met twee jaar tot augustus 2010. Een meerderheid van de Tweede Kamer wil niet dat er na komende zomer Nederlandse militairen in de provincie achterblijven. Ook elders in Afghanistan zou geen grote missie mogen worden ontplooid. De Verenigde Staten (”Biden belt Balkenende”) en de NAVO (”Ex-baas De Hoop Scheffer waarschuwt nog een keer”) verhogen de druk op Nederland om toch te blijven.
De coalitie is hopeloos verdeeld. De PvdA wil alle militairen weg uit Uruzgan, maar sluit een kleine trainingsmissie elders in Afghanistan niet uit. De ChristenUnie zit min of meer ook op deze lijn. Het CDA sluit niets uit en wacht een besluit van het kabinet af.
Duidelijkheid
Gebrek aan duidelijkheid speelt Nederland parten. Van tevoren vastleggen hoeveel militairen voor welke periode op missie gaan, is voor alle partijen belangrijk. Militairen weten waar ze aan toe zijn, politici kunnen het aan de kiezers uitleggen, Afghanen mogen hun best doen om in die tijd de zaak op de rails te krijgen.
De vorige minister van Defensie, Kamp, was duidelijk. Inonderhandelingen met de NAVO maakte Kamp voorafgaand aan de missie afspraken in Brussel, zei hij in mijn in augustus 2007 verschenen boek ”Uruzgan, militair, mens, missie”. Kamp: „We doen het voor twee jaar, van augustus 2006 tot augustus 2008 en niet langer. Daarin ben ik glashelder geweest. Verder spraken we af dat de opvolging een klus voor de NAVO is.”
Kamps opvolger Van Middelkoop had hier aan vast kunnen houden, maar deed dat niet. Sterker nog, hij struikelde voorwaarts. Andere NAVO-landen leunden tevreden achterover toen hij de deur voor verlenging op een kier zette.
In januari 2010 ligt het probleem Uruzgan nog steeds in Den Haag en niet in Brussel. De opvatting van het bondgenootschap dat een vertrekkend land zelf voor de opvolger moet zorgen is onzinnig. Als niemand wil, ben je dus gedwongen te blijven.
De Nederlandse politiek wil graag (aanschuiven bij de G20 is toch geweldig?), en de krijgsmacht zit jarenlang op de blaren. Vooral de landmacht piept en kraakt en loopt op zijn tenen om het in Uruzgan vol te kunnen houden. Materieel en mensen slijten. Waarom verdeelt diezelfde NAVO de last van Afghanistan niet veel meer over de 28 leden? Zodat niet steeds dezelfde landen aan de beurt zijn om de zandbak te vullen.
Nederland doet veel. Vaak wordt vergeten dat er ook nog 200 Nederlandse militairen van de Koninklijke Luchtmacht in Kandahar zitten met F-16-gevechtsvliegtuigen en transporthelikopters.
Containers
”We kunnen niet weg en we kunnen niet blijven”, zou het credo van de huidige patstelling kunnen zijn. Helemaal blijven is geen optie, dat trekken de krijgsmacht en de BV Nederland niet. De missie kost meer dan 1,1 miljoen euro per dag. Helemaal vertrekken betekent gezichtsverlies in internationaal opzicht, hoewel bij het Operationeel Ondersteuningscommando Land in Apeldoorn de planning voor terugtrekking van 4000 containers en 3 kilometer aan voertuigen uit Uruzgan in volle gang is.
Daarom de gulden middenweg: een missie van 500 à 600 militairen. Voor twee jaar. En geen dag langer.
De auteur is freelancejournalist met defensie als specialiteit.