Godsdienst plaats in Europese grondwet geven
Zolang de grote meerderheid van de Europeanen zich religieus definieert, is het volgens Maria Martens niet juist aan deze dimensie voorbij te gaan in een op te stellen Europese grondwet.
Europa staat op een historisch punt. Niet alleen vanwege de uitbreiding met tien nieuwe landen die in 2004 verwacht wordt, maar ook vanwege de eigen reorganisatie. Op dit moment wordt hard gewerkt aan de voorstellen daartoe door de zogeheten Europese conventie. Deze Conventie moet voorstellen doen om de EU efficiënter, transparanter en democratischer te maken. Ook zal ze voorstellen op welke terreinen de EU actief mag zijn. De bedoeling is dat de voorstellen deze zomer officieel gepresenteerd kunnen worden.
Bij de start van de conventie leek het nog een brug te ver om te spreken over een Europese grondwet, nu is het ondenkbaar dat er géén komt. Alle politieke stromingen hebben inmiddels een concept voor een Europese grondwet geschreven en de voorzitter van de conventie heeft onlangs vanuit de conventie een officiële concepttekst van de eerste zestien artikelen voor een Europese grondwet gepresenteerd. De discussie hierover is in volle gang.
In de toekomstige grondwet zal staan wat Europa echt belangrijk vindt als het gaat om bijvoorbeeld vrijheden en rechten van de burgers van de Europese Unie en over de bevoegdheden en verplichtingen van de diverse organen van de Europese Unie. De grondwet zal mede bepalend zijn voor de identiteit van Europa. Een van de punten die op dit moment in het debat buitengewoon actueel is, is de plaats van religie in de grondwet.
Religie raakt de Europese grondwet tenminste op de volgende vier punten: de mogelijke verwijzing naar God in de preambule, de verhouding kerk en staat, het waarborgen van de autonomie van de kerken en de dialoog met de kerken. In dit artikel zal ik op deze vier punten kort ingaan. Ik baseer me daarbij mede op een inleiding over dit onderwerp van dr. Sophie van Bijsterveld tijdens een expertenseminar over religie en de toekomst van Europa in Ravenstein.
Allereerst de vraag of er al dan niet op een of andere wijze een verwijzing in de grondwet zou moeten komen naar God, het religieuze of -meer algemeen- het hogere. De meningen daarover in Europa lopen uiteen. Zo willen de Fransen, vanuit hun visie op de laïcistische staat dat bijvoorbeeld niet. De Duitsers willen het wél. Met in herinnering al het huiveringwekkende dat in Duitsland en elders is gebeurd onder leiding van mensen die de transcendentale dimensie ontkennen, hebben zij na de Tweede Wereldoorlog bij hun nieuwe grondwet de preambule opgenomen „bewust van de verantwoordelijkheid voor God en de mensen”.
Om dezelfde reden is in veel landen een verwijzing naar het hogere in de grondwet opgenomen en wordt een dergelijke verwijzing wel ”politiek wijs” genoemd. Tegenstanders vinden dat een dergelijke verwijzing geen recht doet aan mensen die zichzelf niet als gelovigen zien. Een columnist van de NRC schreef onlangs dat een dergelijke verwijzing een tweedeling zou veroorzaken, alsof Europa daarmee alleen voor de gelovigen zou zijn. Ik zie dat niet. Natuurlijk, het kan niet zijn dat een Europese grondwet alleen refereert aan de christelijke wortels van Europa, noch aan alleen religie.
Maar het kan ook niet zijn dat alleen recht wordt gedaan aan niet-gelovigen. Zeker zolang de grote meerderheid van de Europeanen zich op een of andere manier religieus definieert, is het mijns inziens niet juist aan deze dimensie geheel voorbij te gaan en alleen oog te hebben voor hen die daar geen band mee hebben. Voor de neutraliteit van de staat is het van belang dat aan iederéén recht wordt gedaan, gelovigen, niet-gelovigen, agnosten en anderen.
Vanuit kerken is voorgesteld: „Zich bewust van de grenzen van menselijke macht, geïnspireerd door het cultureel, humanistisch en religieuze erfgoed van Europa, in het bewustzijn van de verantwoordelijkheid voor God, de mensen en de schepping.”
Ik kan me goed vinden in deze formulering die vanuit onze fractie is voorgesteld en die afkomstig is uit de Poolse grondwet. Zij doet naar mijn mening recht aan de pluriformiteit die er op dit punt in Europa is: „De waarden van de Unie omvatten de waarden van hen die in God geloven als bron van waarheid, rechtvaardigheid, goedheid en schoonheid en van hen die dit geloof niet delen, maar universele waarden uit andere bronnen opdoen.”
Een tweede punt betreft de relatie kerk en staat. Het is belangrijk dat in de toekomstige grondwet helder vastgelegd wordt dat de verhouding kerk en staat een nationale bevoegdheid blijft. De diverse landen hebben deze relatie op verschillende manieren geregeld. De meeste lidstaten van de Europese Unie kennen een scheiding van kerk en staat. Andere landen zoals Engeland, Zweden, Denemarken kennen een staatskerk. Frankrijk kent het laïcisme. Een Europese grondwet moet de beslissingsbevoegdheid hierover aan de landen zelf overlaten. Die moeten hierover zelfstandig kunnen besluiten. Het is niet alleen onmogelijk maar ook onwenselijk om in Europa te streven naar uniformiteit op dit punt.
Daarmee samen hangt een derde punt: het waarborgen van de autonomie van de kerken en de godsdienstvrijheid. Hierover is destijds ook gesproken bij de totstandkoming van het Handvest van Grondrechten van de burgers van de Europese Unie. De vraag is nu aan de orde of dit handvest wel of niet moet worden opgenomen in de grondwet. Om juridische redenen, maar ook omwille van de verwijzing, zijn er voor- en tegenstanders.
Wat betreft de verwijzing naar het religieuze is toen een oplossing gevonden in de volgende compromistekst: ”Zich bewust van haar geestelijk en morele erfgoed vestigt de Europese Unie haar grondslag op de ondeelbare en universele waarden van menselijke waardigheid, vrijheid gelijkheid en solidariteit.”
Daarbij is interessant dat deze tekst in de verschillende talen verschillend is vertaald. Het Engels spreekt over „its spiritual and morale heritage”, Frankrijk idem over „son patrimoine spirituel et moral.” Duitsland daarentegen spreekt over „ihres geistig-religiösen und sittlichen Erbes.” Hier wordt spiritueel vertaald met geestelijk-religieus! Duidelijk een compromistekst.
Overigens ziet het er naar uit dat het handvest integraal onderdeel wordt van de nieuwe Europese grondwet. Dat lijkt me een belangrijke vooruitgang.
Een laatste punt waarop de Europese grondwet religie raakt betreft de erkenning van de zelfstandige positie van de kerken. De politiek is verantwoordelijk voor wet- en regelgeving. Bij de totstandkoming daarvan zijn niet langer meer alleen regering en parlement betrokken -resp. in Europa de Europese Commissie, de Europese raad en het Europees Parlement- maar steeds meer komt wetgeving ook tot stand op grond van nieuwe procedures. Zo kunnen bijvoorbeeld hoorzittingen en consultaties een belangrijke rol spelen. Zo komt ook de rol van kerken weer in beeld.
Sinds jaar en dag hebben de kerken altijd een bijzondere rol gespeeld als het gaat om het bouwen aan een menswaardige en rechtvaardige samenleving. Zeker, niet alles is goed wat kerken doen en hebben gedaan. Dit neemt niet weg dat onderzoeken uitwijzen dat gelovige gemeenschappen de meeste vrijwilligers in de samenleving voortbrengen, de gulste gevers voor goede doelen gelovigen zijn en dat geloofsgemeenschappen vaak als eerste antwoorden proberen te vinden op nieuwe noden, ook nu in onze geseculariseerde wereld. Nog steeds hebben kerken een bijzondere bijdrage in het debat over en het werken aan een menswaardige en rechtvaardige samenleving. Daarom is het van belang dat in de Toekomstige Europese grondwet expliciet gerefereerd wordt aan de dialoog met de kerken en religieuze gemeenschappen.
De auteur is lid van de christen-democratische EVP-fractie in het Europees Parlement.