Binnenland

Moeder Siamese tweeling: geschenk van hogerhand

Met de geboorte van haar twee dochters, meer dan een halve eeuw geleden, beheerste ze dagenlang het wereldnieuws. De beide meisjes waren met elkaar vergroeid en vormden een Siamese tweeling. „Dat we alle drie in leven bleven, dat zie ik als een geschenk van hogerhand”, aldus Blijke de Vries.

tekst Ben Tramper
7 January 2010 10:41Gewijzigd op 14 November 2020 09:32
Blijke de Vries. Foto Roelof Stroetinga
Blijke de Vries. Foto Roelof Stroetinga

De 87-jarige weduwe uit het Friese Bergum volgt de berichtgeving over de Bengaalse tweeling Trishna en Krishna met meer dan gewone belangstelling. Beide meisjes, die met hun hoofdjes aan elkaar waren vergroeid, haalden de laatste maanden regelmatig het nieuws nadat een medisch team in Australië hen van elkaar had gescheiden tijdens een 32 uur durende operatie. Eind december mochten de twee naar huis.Zelf kreeg De Vries in 1953 een Siamese tweeling, Folkje en Tjitske, voor zover bekend de eerste en de enige die ooit in Nederland ter wereld kwam. Acht maanden na de geboorte slaagden artsen in Leeuwarden erin de meisjes van elkaar te scheiden. Lange tijd werden ze gevolgd door de media, niet tot hun onverdeeld genoegen. Op verzoeken om een vraaggesprek gaan de twee zelden meer in. „Wij houden de boot liever af”, aldus de zussen, die samen een huis in Amersfoort bewonen.

Niets wees er tijdens de zwangerschap op dat mevrouw De Vries een tweeling zou krijgen, helemaal niet dat de baby’s met elkaar vergroeid waren. „Alles verliep voorspoedig. Ik had al vijf kinderen, mijn bevallingen waren nooit erg moeilijk geweest”, vertelt de Friese in haar woning in Bergum.

Zaterdagavond 7 november 1953 kondigde de geboorte van de twee zich aan. „Mijn man stapte op de fiets en waarschuwde de dokter, die een paar kilometer verderop woonde. Telefoon hadden we niet. We woonden in een eenvoudig huis. Tegenwoordig is alles zo anders. De dokter kwam, samen met de baakster.”

De bevalling verliep uiterst moeizaam, herinnert mevrouw De Vries zich. „Het was verschrikkelijk. Vanwege de pijn kon ik niets meer verdragen, zelfs het licht deed zeer aan mijn ogen.”

Toen het eerste kindje, Folkje, ter wereld kwam, zag de dokter meteen dat er iets bijzonders aan de hand was. „Het baby’tje zat aan iets vast, maar hij wist niet aan wat. Was het de placenta? De baakster zei opeens: „Ik zie een voetje.” Kort daarna is Tjitske geboren. Achterstevoren.”

Tot ontzetting van moeder en vader De Vries, de huisarts en de vroedvrouw bleek de tweeling aan elkaar verbonden. „De buikjes van de meisjes zaten aan elkaar. Toen ik dat hoorde, kon ik het niet geloven. Ik wist niet wat mij overkwam. Mijn man moest van de dokter een taxi bestellen. Aan het eind van de straat woonde iemand die een telefoon had. We moesten zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.”

De lichamelijke gevolgen bleken voor mevrouw De Vries mee te vallen. „Ik was er niet anders aan toe dan bij de vorige bevallingen.” In psychisch opzicht maakte ze het eveneens redelijk. „Pas na vijf dagen mocht ik mijn dochtertjes zien. Dat zou nu nooit meer gebeuren. Toen besefte je niet dat dat vreemd was. Artsen en verpleegkundigen regelden alles.”

De eerste ontmoeting met haar kinderen staat in haar geheugen gegrift. „De meisjes zagen er prachtig uit. Lieve baby’s, eigenlijk heel gewoon. Ze lagen op de zij, omdat hun buikjes over een lengte van 20 centimeter aan elkaar vast zaten. Eng? Nee, het was bijzonder. Meer niet. Maar mijn man en ik maakten ons natuurlijk wel zorgen over hun toekomst.”

Een groot team van medisch specialisten onder leiding van dr. H. L. Straat, arts in het Diakonessenziekenhuis in Leeuwarden, scheidde de meisjes op 12 juni 1954. „Die dag was erg spannend. Er waren geen organen met elkaar vergroeid, wel was er een verbinding tussen elkaars lever.”

De politie schermde het ziekenhuis van de buitenwereld af, herinnert mevrouw De Vries zich. „Er stonden tal van journalisten te wachten. Wat was ik dankbaar toen ik hoorde dat de operatie was geslaagd. Dat zag ik echt als een geschenk van hogerhand.”

De geboorte van de twee was wereldnieuws, de operatieve scheiding niet minder. „Nooit eerder was dit in Nederland voorgekomen. Daarna is het bij mijn weten niet meer gebeurd.”

De media kwamen de eerste jaren vaak langs. Vader De Vries, die zeventien jaar geleden overleed, stond het journalisten jaarlijks één keer toe een foto van zijn dochters te maken. „Wij wilden zo min mogelijk ophef. Doe maar gewoon, zei mijn man altijd.”

De twee zussen gaan tot op de dag van vandaag intensief met elkaar om. „Zij zijn heel erg op elkaar gesteld. Dat was al kort na de operatie het geval. Toen ze enkele weken na de operatie thuiskwamen, had mijn man een schot in het ledikantje gezet. Dan kon de een aan de ene kant en de ander aan de andere kant liggen. De eerste keer dat de meisjes erin werden gelegd, zetten ze het meteen op een huilen. Totdat het schot ertussenuit ging. Zodra ze elkaar zagen, kalmeerden ze. Ze grepen elkaars handjes en hielden elkaar stevig vast.”


Zeldzaamheid

De geboorte van een Siamese tweeling is een zeldzaamheid, zegt prof. dr. W. Vaneerdeweg, hoogleraar heelkunde van het Universitair Ziekenhuis in Antwerpen. Hij schat in dat 1 op de 100.000 bevruchtingen een Siamese tweeling betreft. „De meeste monden uit in een miskraam. Sporadisch komt het tot een geboorte.” Vaneerdeweg gaf in 1988 leiding aan een operatie waarbij twee Zaïrese kinderen werden gescheiden. Zij waren met de borstkas aan elkaar verbonden. „Het ene kindje stierf na een dag, het andere na een jaar aan een longinfectie. Heel spijtig.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer