„Onderwaardering verbond is schadelijk”
De Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland zoekt naar een meer persoonlijk en relationeel verstaan van het verbond. Met een „Bijbels herijkt” spreken hoopt de Bond onder meer tegenwicht te bieden tegen de praktijk van „keuzekerken.”
Dat bleek woensdag op de predikantencontio van de Gereformeerde Bond in Doorn. Op de eerste dag van de jaarlijkse bijeenkomst, die volledig was volgeboekt, presenteerden dr. J. Hoek en dr. W. Verboom hun boek ”Eeuwige vriendschap. Om de waarde van Gods verbond”, waarin ze een pleidooi voeren voor een hernieuwd functioneren van het verbond in geloofsbeleving en kerk-zijn.Dr. Hoek, bijzonder hoogleraar gereformeerde spiritualiteit in Kampen, sprak over ”Het verbond in de crisis”. Het begrip verbond staat tegenwoordig steeds vaker voor een „achterhaald, statisch, onpersoonlijk en objectief denken”, aldus dr. Hoek. „Hoofdoorzaken hiervan zijn individualisering en een te zwaar accent op de persoonlijke geloofskeus. Verder valt catechese steeds vaker onder de verdenking van indoctrinatie, terwijl verbondenheid met het voorgeslacht juist wezenlijk is voor de realiteit van het verbond.”
Omdat het verbond een „slagader” in het Bijbels spreken is, is onderwaardering ervan schadelijk, zo stelde de bijzonder hoogleraar. Om hernieuwd over het verbond te kunnen spreken, zullen „te abstracte beschouwingen” uit het midden van de vorige eeuw doorbroken moeten worden door een „relationele theologie die haar vertrekpunt neemt in de levende en geleefde verbondsrelatie tussen God en Zijn menselijke schepselen.”
Dr. Verboom ging in op de betekenis van het verbond voor het persoonlijk geloofsleven, prediking en gemeente. Volgens de emeritus hoogleraar geschiedenis van de Reformatie speelt het verbond in de klassieke liturgische formulieren een grote rol. „Deze formulieren bieden de infrastructuur van een gemeente. Daarom dient een gemeente die gereformeerd wil zijn en die deze formulieren zondag aan zondag gebruikt, voluit een verbondsgemeente te zijn. Dat is haar identiteit.”
Voor de prediking betekent dit dat zij verbondsprediking is, aldus dr. Verboom. „Als de stem van de prediker klinkt, worden de hoorders voor het aangezicht van de God van het verbond geplaatst. Als de beloften niet in geloof worden aangenomen, keren de beloften zich tegen ons en blijven wij buiten het heil. Maar als het geloof er wel is, wordt de goddeloze „vrijgepreekt.””
Met name het thema verbond en kerk maakte veel los onder de predikanten van de Bond. Dr. Verboom pleitte er vanuit de verbondsgedachte voor zo lang mogelijk in een gemeente van een andere ligging te blijven. „Een zieke moeder laat men niet aan haar lot over”, zo schrijft hij in zijn boek. De Gereformeerde Bondsgemeenten profiteren op diverse plaatsen echter van de zogenaamde perforatieregel, die het mogelijk maakt dat leden uit omliggende gemeenten lid worden van een Bondsgemeente.
Dr. Verboom stelde dat de perforatiegedachte inspeelt op kerkelijk consumentisme en dat het aanbeveling ver-dient de trouw aan de eigen gemeente te benadrukken. „De drempel om over te stappen naar een andere gemeente wordt steeds lager. Deze zap-cultuur brengt echter geen geestelijke winst, maar desoriëntatie. Door de makkelijke mogelijkheden om weg te gaan, gaat er bovendien een krachtbron van gebed voor herstel van de eigen gemeente verloren.”
Eerder op de dag hield voormalig CDA-minister W. Deetman, tegenwoordig lid van de Raad van State, een causerie over de plaats van religie in het publieke leven. Hij kreeg veel bijval voor zijn analyse van problemen rond de scheiding van kerk en staat. Deetman: „Een overheid die streeft naar neutraliteit loopt het risico toch heel dicht bij het hart van religie te komen. De overheid begeeft zich bedoeld of onbedoeld in een veld van religieuze vragen en heeft daar bewust of onbewust ook normatieve opvattingen bij.”
Voorbeelden zijn volgens Deetman kwesties rond personeelsbeleid en subsidie aan christelijke organisaties met een maatschappelijk doel. Hij wees op de mogelijkheid dat de overheid met beroep op haar neutraliteit de theologische opleidingen niet meer wil financieren.
Verreweg de belangrijkste betekenis van religie in het publieke domein ligt volgens de oud-burgermeester van Den Haag op het diaconale terrein. „De overheid weet van wetten en sancties, maar de kerk weet van méér, namelijk van vergeving en liefde. Als de overheid illegale immigranten moet terugsturen, laat de kerk hen daarom niet vallen. Zo bieden kerken perspectief en maken ze zichtbaar wat religie óók kan zijn.”