Dat maakte sterrenkundige Scott Gaudi dinsdag bekend op de 215e bijeenkomst van de American Astronomical Society in Washington, waar hij de Helen B. Warnerprijs voor de astronomie in ontvangst nam.De astronoom van de Ohio State University (OSU) concludeert dat het zonnestelsel slechts een doorsneestelsel is, en niets bijzonders. „Nu weten we onze plaats in het heelal”, meent Gaudi. „Zonnestelsels als het onze zijn niet zeldzaam; ze zijn alleen niet in de meerderheid.”

De wetenschapper denkt hiermee cruciale informatie in handen te hebben om te kunnen inschatten hoe groot de kans is dat astronomen elders in het heelal leven aan zullen treffen.

De onderzoeksresultaten zijn afkomstig van het wereldwijde samenwerkingsverband MicroFUN, waarin astronomen de hemel afspeuren naar zogenoemde exoplaneten, die buiten het zonnestelsel om andere sterren heencirkelen.

Gaudi stelde tien jaar geleden tijdens zijn promotieonderzoek al dat om minder dan 45 procent van alle sterren planeten cirkelen zoals in het zonnestelsel. Het precieze percentage bleef onduidelijk tot een andere hoogleraar astronomie van de OSU, Andrew Gould, vorige maand een patroon in de resultaten van MicroFUN ontdekte, waaruit bleek dat het slechts om 10 procent van de sterren zou gaan.

„Ik realiseerde me eerst niet dat ik hiermee de oplossing van de stelling van Scott te pakken had”, aldus Gould. „Op basis van robuuste berekeningen en statistische analyses kunnen we nu nauwkeurig inschatten hoe vaak planeetsystemen in het heelal voorkomen. Er zijn zeker honderden miljoenen planeetsystemen die op ons zonnestelsel lijken.”