Experimenteren met politiek in de 19e eeuw
Titel:
”Het beginsel van leven en wasdom. De constitutie van de Nederlandse politiek in de negentiende eeuw”
Auteur: Ido de Haan
Uitgeverij: Wereldbibliotheek, Amsterdam, 2003
ISBN 90 284 1951 9, 288 blz.
Pagina’s: € 29,90. Zeer recent verscheen een boek met een totaal ander thema uit de negentiende eeuw: de politiek: ”Het beginsel van leven en wasdom. De constitutie van de Nederlandse politiek in de negentiende eeuw”. De auteur Ido de Haan, als politicoloog verbonden aan de afdeling geschiedenis van de Universiteit van Amsterdam, lijkt zijn uitgangspunt te kiezen in de gebeurtenissen van mei 2002.
De moord op Pim Fortuyn en alle commotie die dat met zich meebracht ziet hij als het definitieve einde van een politiek bestel dat haar wortels in de negentiende eeuw heeft. Termen als ”nieuwe politiek”, ”politieke vernieuwing” etc. doen het immers goed en geven aan dat het oude, nog verzuilde politieke bestel aan vervanging toe is.
De Haan neemt ons in zijn boek mee naar de ”nieuwe politiek” van de negentiende eeuw. De geschiedenis zou ons immers in de turbulente tijden die we nu beleven best een handje kunnen helpen. Was de negentiende eeuw immers ook niet de eeuw van de belangrijke grondwetsherziening van 1848? Heeft deze herziening niet een totaal ander politiek landschap opgeleverd?
In zijn boek zet De Haan zich af tegen onder anderen de historicus James Kennedy en de Leidse politicoloog Hans Daalder. Als je hun lijn volgt, aldus De Haan, komt de negentiende eeuw er wel erg bekaaid af. Daalder en Kennedy zien de verzuilde politiek van de twintigste eeuw vooral als een gevolg van de in de Republiek vigerende gewoonte onder de elites van plooien en schikken. Dit moest leiden tot een zwakke en voorzichtig opererende staat, waarin minderheden hun gang konden gaan.
Consequent doorgeredeneerd zou dat betekenen dat de negentiende eeuw slechts een tussenspel zou zijn tussen „de oud-vaderlandse veelheid van de Republiek en het nieuwe pluralisme van de twintigste eeuw.”
Uitvoerig wordt in dit boek ingegaan op de ontwikkelingen van de Nederlandse politiek na de aanvaarding van de grondwet van 1848 en de eigen politieke dynamiek die dit met zich meebracht. Volgens Thorbecke lagen in de grondwet „de voorwaarden van de nationalen Staat; het beginsel van leven en wasdom.” Dat veronderstelt wat anders dan een vage tussenperiode. Volgens De Haan was de negentiende eeuw dé eeuw van de politieke vormenexperimenten: experimenten met volkssoevereiniteit, verlichte monarchie, de liberale constitutie, de parlementaire politiek etc.
En deze experimenten hadden niet de verzuilde staat als een logisch gevolg. Integendeel, de verzuiling lag niet besloten in de Nederlandse cultuur. Er waren geen volksdelen die in de verzuiling hun uiteindelijke vorm vonden. De verzuiling was volgens De Haan een door niemand voorzien gevolg van de politieke vormenexperimenten van de negentiende eeuw.
Ondanks de soms overtuigende betoogtrant van De Haan, het zal de laatste visie op de verzuiling niet zijn.