„Onacceptabele omstandigheden en eisen van gewapende groepen hebben ertoe geleid dat WFP zo’n miljoen kwetsbare mensen niet meer kon bereiken", verklaarde de zegsman. De organisatie heeft haar personeel uit het gebied teruggetrokken, opslagplaatsen geleegd en voertuigen teruggehaald.Afgelopen weken hebben strijders van de radicaalislamitische rebellenbeweging al–Shabaab meerdere terreinen van WFP leeggeplunderd in Zuid–Somalië. Al–Shabaab heeft grote delen van het land in handen en de interim–regering van Somalië heeft nauwelijks macht. De strijders hebben naar eigen zeggen banden met al–Qaeda.

Een van de eisen van al–Shabaab aan hulporganisaties was het ontslaan van alle vrouwen. Ook moeten de organisaties elke maand 14.000 euro aan al–Shabaab betalen. Onlangs eisten de rebellen dat WFP zijn werk zou staken in het nieuwe jaar. WFP stelde die deadline zeer serieus te hebben genomen.

Een hooggeplaatste al–Shabaabfunctionaris reageerde zeer verheugd op het vertrek uit de regio van het „spionagebedrijf". „We zullen ze nooit meer toelaten", aldus de man. Ook zei hij: „We hebben fantastische landbouwgrond in Somalië en we kunnen onze eigen gewassen verbouwen". In november beschuldigde al–Shabaab WFP ervan de lokale landbouwindustrie te gronde te richten door voedsel te importeren en gratis uit te delen.

In de afgelopen twee jaar zijn bijna 20.000 mensen omgekomen door gevechten en 1,5 miljoen personen zijn op de vlucht geslagen. Volgens westerse veiligheidsorganisaties is het land een veilige haven geworden voor binnenlandse en buitenlandse islamitische strijders.

Het WFP probeert de humanitaire crisis het hoofd te bieden in het door droogte en oorlog geteisterde land in de Hoorn van Afrika. Volgens de organisatie is de helft van de bevolking van tien miljoen Somaliërs afhankelijk van hulp. WFP blijft nog wel actief in het midden en noorden van het Oost–Afrikaanse land, onder meer in de hoofdstad Mogadishu.