Wachtlijst jeugdzorg slechts deels verkort
De afname van de wachtlijsten in de jeugdzorg komt voor een deel door administratieve handelingen. Dat concludeert de Randstedelijke Rekenkamer in een deze week verschenen rapport over de jeugdzorg in Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland.
Minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) en de provincies in Nederland spraken in 2008 af het aantal kinderen dat langer dan negen weken op hulp moet wachten, terug te dringen. De wachtlijsten namen ook daadwerkelijk af, zo blijkt uit cijfers.Begin 2009 stonden er in het hele land nog ruim 5500 personen op deze lijsten, op 1 oktober waren dat er bijna 3700.
De Randstedelijke Rekenkamer concludeert nu echter dat een deel van die afname het gevolg is van administratieve handelingen. Zo werden in 2009 registratieachterstanden weggewerkt en werden kinderen die niet direct zorg nodig hadden van de wachtlijsten gehaald.
Voor een deel is de afname overigens wel echt. In het rapport staat namelijk dat jeugdzorginstellingen hun capaciteit hebben kunnen uitbreiden met de vele miljoenen euro’s die Rouvoet en de provincies voor dit probleem hebben uitgetrokken. Daardoor konden meer kinderen hulp krijgen.
De Rekenkamer stelt verder dat de overheid zich te veel richt op het terugdringen van de wachtlijsten die langer duren dan negen weken.
Voor sommige kinderen is een wachttijd van vijf weken namelijk al te lang, terwijl voor anderen negen weken geen probleem hoeft te zijn. Daardoor staat het kind onvoldoende centraal in de afspraken tussen de minister en de provincies, aldus de Rekenkamer.