Hel en hemel
Welke plaats nemen hel en hemel in ons denken in? ”Venster op de eeuwigheid” biedt vanuit het gedachtegoed van de puriteinen stof tot bezinning.
In 2004 plaatste CV.Koers een artikelenserie onder de veelzeggende titel ”Het laatste taboe: de hel”. In die artikelenserie werd de realiteit van de hel van diverse kanten belicht. Moeten we de realiteit van de hel verzwijgen of benoemen? En als we de hel benoemen, hoe moeten we die dan ter sprake brengen in evangelisatie en prediking?Volgens een recent onderzoek gelooft ongeveer nog 10 procent van de Nederlanders dat er zoiets als een hel is. Ook in meer orthodoxe kringen begint er twijfel te ontstaan over de realiteit van de eeuwige straf: 20 procent van de EO-achterban gelooft niet in het bestaan van de hel. Het ‘probleem’ met dit leerstuk is de vraag hoe we de notie van de eeuwige straf kunnen rijmen met de liefde en de goedheid van God. Maar het moet tot nadenken stemmen dat Christus Zelf het meest over de hel en het oordeel gesproken heeft. Een achtste deel van de woorden van Christus handelt over hel en oordeel. Nergens heeft Hij meer over gesproken.
In de bundel ”Venster op de eeuwigheid” van Stichting Tabernakel komt aan de orde hoe de puriteinen over de hel en de hemel dachten. Na een korte inleiding van L. J. van Valen volgen twee preken van Jonathan Edwards. Daarnaast zijn twee lezingen opgenomen, ”De realiteit van de hel in de puriteinse prediking” van ds. A. A. F. van de Weg en ”De hemelse heerlijkheid in de puriteinse prediking” van ds. M. Klaassen.
Jonathan Edwards heeft meer keren een preek gehouden over de hel, ontzaglijk aangrijpend en ernstig. Door genade was hij heerlijkheid gaan zien in de soevereiniteit van God. Dat houdt ook in dat God alle recht en reden heeft om ons rechtvaardig verloren te laten gaan. Juist in onze tijd, waarin alles draait om de mens en zijn vermeende rechten, is deze prediking nodig, om ons op de plaats te brengen waar we horen: in het stof voor God.
Edwards wil ons niet ontmoedigen, maar wel verootmoedigen. Opdat de schrik des Heeren ons zou bewegen tot het geloof. „Nu hebt u een buitengewone gelegenheid, een dag, waarin Christus de genadedeur wijd heeft opengeworpen en staat te roepen en met luide stem staat te wenen over arme zondaars. Een dag waarin velen tot Hem vluchten en geweld doen op het koninkrijk Gods.”
De lezing en de preek over de hel hebben mij met betrekking tot mijzelf en het ambtelijk werk tot nadenken gestemd. Ben ik misschien zo beducht voor de karikatuur van de hel-en-verdoemenisdominee dat ik van de weeromstuit het er te weinig over heb? Als Christus het zo nadrukkelijk aan de orde stelde? En naast Edwards tal van andere oude theologen? Ben ik ook niet ongemerkt beïnvloed door de moderne theologie, die God bindt aan haar redelijke en zedelijke maatstaven?
Edwards heeft ook vaak gepreekt over de hemel. Hij noemde het „een volheid van liefde.” De hemel is niet anders dan de reflectie van de heerlijkheid van Christus. Edwards heeft allerlei gedachten over het hemelleven, soms wat speculatief , maar in ieder geval te verkiezen boven onze bleke voorstellingen. Ik geef er kort wat van door. De hemel is een plaats van bewustheid en herkenning. De triomferende kerk heeft weet van de strijdende kerk. Er is vreugde over de voortgang van Gods Koninkrijk. Opmerkelijk is zijn gedachte dat er in de hemel groei is: de gelovigen zijn niet statisch, maar dynamisch. Ze zullen immer toenemen in de kennis en de liefde van God.
Welke plaats neemt de hemel in ons denken en preken in? Ooit hoorde ik dr. C. A. Tukker opmerken: „Wie heeft het tegenwoordig nog over de hemel? Mijn moeder hoorde ik vaak zingen over de hemel: „In de hemel is het schoon” en: „O, daar te zijn, waar nimmer tranen vloeien.” Waarom zingen wij niet meer over de hemel?”
Venster op de eeuwigheid. Hel en hemel bij de puriteinen, Jonathan Edwards e.a.; uitg. Stichting De Tabernakel, Lunteren, 2009; ISBN 978 90 76107 08 0; 132 blz.; € 9,95. Te bestellen via info@tabernakel.nl.