Coördinatie bij ramp in Wadden schiet tekort
De samenwerking tussen hulpverleners en overheden bij een grote ramp in het Waddengebied is niet goed geregeld. Dat blijkt uit een dinsdag gepresenteerde risicoanalyse voor het gebied. Volgens het rapport is niet helder hoe de verantwoordelijkheden liggen en wordt er teveel langs elkaar heen gewerkt.
Voornaamste probleem is de gebrekkige samenwerking en coördinatie bij rampen die de gemeentegrenzen overstijgen. Het rapport spreekt van onduidelijkheden, aansluitingsproblemen en potentiële conflictpunten. Bij ongevallen als een lekkende olietanker of brand op een veerboot kan dat desastreuze gevolgen hebben.
Het rapport over de risico’s en de rampenbestrijding in de Waddenzee werd opgesteld in opdracht van het Regionaal Coördinatiecollege Waddengebied (RCW). Dat is een overlegorgaan van overheden in het gebied. Aanleiding vormen de nieuwe overheidsregels op het gebied van veiligheid. Die werden aangescherpt naar aanleiding van de rampen in onder meer Enschede en Volendam.
De situatie wordt mede veroorzaakt door de complexiteit van het Waddengebied. Het gaat om een uitgestrekte regio, waarin achttien gemeenten, drie provincies en drie hulpverleningsregio’s met elkaar moeten samenwerken. Daarnaast is de grens tussen Nederland en Duitsland een potentiële splijtzwam, omdat beide landen onenigheid hebben over de precieze plaats waar die loopt.
Belangrijkste bedreiging voor het kwetsbare Waddengebied vormen internationale scheepvaartroutes over de Noordzee. Die liggen op afstanden van 10 tot 70 kilometer ten noordwesten van de Waddeneilanden. De laatste jaren varen er veel enkelwandige olietankers uit Rusland, die elders in de wereld geweerd worden vanwege de povere conditie van de schepen.
Burgemeester E. Fennema van Schiermonnikoog, tevens voorzitter van het Overlegorgaan Waddeneilanden, denkt dat de ramp niet is te overzien als het tot een aanvaring komt tussen dergelijke vaartuigen. Volgens hem schieten de huidige samenwerkingsafspraken tussen gemeenten over rampenbestrijding dan tekort. Hij zegt dat de plannen zijn gebaseerd op de situatie van twintig jaar geleden. „Inmiddels zijn overal in Nederland nieuwe afspraken gemaakt, maar het Waddengebied is nog een witte vlek.”
Fennema meent dat de kans op calamiteiten met schepen de afgelopen jaren groter is geworden. Hij wijt dat onder meer aan cultuur- en taalverschillen tussen bemanningsleden. Dat speelde volgens de burgemeester ook een rol bij een aanvaring in de buurt van Terschelling op 25 januari. Toen kwamen het Nederlandse vrachtschip Assi Eurolink en de Zweedse coaster Seawheel Rhine met elkaar in botsing. Het Zweedse vaartuig zonk daarbij.
De samenwerkende overheden in het Waddengebied willen nog voor april komen met een projectgroep die een plan van aanpak maakt voor onvolkomenheden.