Cijfers achter de getallen
„We kunnen geen ei leggen, maar wel ruiken of het rot is”, stelt wetenschapsjournalist Hans van Maanen. Journalisten en krantenlezers kunnen geen getallen produceren, maar ze wel controleren. Hij schreef ”Goochelen met getallen” om hen een handje te helpen.
Wie gelijk wil krijgen moet met getallen komen. Volgens Van Maanen is het beroep op autoriteit voor een groot deel achterhaald: Met redeneringen en argumenten weet een journalist in het algemeen wel raad.De auteur constateert dat getallen echter een aureool van onaantastbaarheid hebben. Onpersoonlijk en onpartijdig cijfermateriaal met indrukwekkende grafieken en tabellen komt daardoor steeds meer in de plaats van gezagsargumenten.
Journalisten en krantenlezers komen naar zijn mening echter gereedschap tekort om deze getallen te controleren én ze te lijf te gaan. ”Goochelen met getallen” is een handreiking om die lacune op te vullen.
Van Maanen begint eenvoudig: met percentages en gemiddelden. Zo hoeft een toename van autodiefstallen of echtscheidingen niet direct te wijzen op een trend. Daarvoor is het belangrijk de cijfers van eerdere jaren erbij te betrekken. Daarmee kan het beeld ineens totaal anders worden: er is bijvoorbeeld sprake van een klein golfje in een reeds dalende trend.
Een grafiek kan de indrukwekkende vorm hebben van een berglandschap met hoge pieken en diepe dalen. Is dat onderwerp dan ook direct urgent? Welnee, meent van Maanen. Het gaat vaak om minimale verschillen, die worden opgeblazen door de (verticale) y-as niet bij nul te laten beginnen. Een kleine fluctuatie lijkt daardoor een extreem grote verandering.
Van Manen benadrukt dat getallen in een context moeten worden geplaatst, waardoor in één oogopslag duidelijk kan zijn of er sprake is van een ramp of van een incident.
Chinezen zouden, volgens een ronkende kop in een Nederlandse krant, gezamenlijk per dag 2 triljoen sigaretten in rook laten opgaan. Een snelle rekensom leert dat elke Chinees dan elke dag 13,7 miljoen rokertjes verstouwt. Geen geringe opgave.
De verwarring was veroorzaakt door het Amerikaans-Britse ”trillion”, dat in het Nederlands vertaald behoort te worden met ”biljoen”; een factor miljoen verschil. Om dit type fouten te voorkomen, moeten journalisten volgens Van Maanen vaker met de rekenmachine aan de slag.
„Het aantal vrouwen in hoge posities is verdubbeld”, meldt een krant. Dat lijkt veel, maar dat hoeft helemaal niet. Waren er 1000 en zijn er nu 2000, of was er één en zijn het er nu twee? Het weglaten van de uitgangswaarde is volgens de auteur een van de elegantste trucs bij het goochelen met getallen.
Procenten zijn ook ideaal om problemen te verdoezelen of ze juist op te blazen. Stel: het kabinet beweert dat de werkloosheid met 1,2 procentpunt is gestegen van 4,8 naar 6,0 procent. De oppositie beweert echter dat de werkloosheid met 25 procent is toegenomen. Wie heeft er gelijk? Beide. Het onderscheid zit hem in de begrippen procent en procentpunt. Maar dat beseft niet iedereen.
Hoe exact is wetenschap? Bijvoorbeeld: Er verschijnt een rapport waarin staat dat kinderen in Hongkong de diksten ter wereld zijn. België staat achtste op de ranglijst. Als echter alleen de Vlamingen eruit gelicht worden, blijken die zelfs een half pond zwaarder te zijn dan het gemiddelde kind uit Hongkong. Is de Vlaamse frietcultuur de schuldige, zoals de onderzoekers stelden? Of is die 250 gram op een gemiddelde van 70 kilogram eigenlijk de moeite van het rapporteren niet echt waard? Soms is wetenschap misleidend exact, concludeert Van Maanen.
”Goochelen met getallen” levert veel nuttige informatie om kritisch te kijken naar de versluierde cijfers achter de openbaar gemaakte getallen. Hoewel Van Maanen stelt dat zijn boek geen achtergrondcursus statistiek is, kan het die rol prima vervullen voor zowel krantenlezer als journalist.
N.a.v. ”Goochelen met getallen”, door Hans van Maanen; uitg. Boom, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 850 6835 8; 256 blz.; € 21,50.