Politiek sceptisch over inkomensgrens in AOW
DEN HAAG (ANP) – In de Tweede Kamer wordt sceptisch gereageerd op het voorstel van werkgevers en vakbonden om mensen vanaf een bepaald inkomen te ontzien bij verhoging van de AOW–leeftijd van 65 naar 67 jaar. Dat blijkt uit reacties dinsdag van CDA, PvdA, SP en VVD. Minister Donner en staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken) zeiden al eerder niet te geloven dat het voorstel een oplossing biedt voor zware beroepen en voor ouderen op de arbeidsmarkt.
PvdA–Kamerlid Vermeij, haar CDA–collega Omtzigt, Donner en Klijnsma toonden zich wel opgetogen dat sociale partners weer gezamenlijk meedenken over de AOW. Werkgevers en de vakbeweging gingen het afgelopen najaar met ruzie uit elkaar, omdat ze het in de Sociaal–Economische Raad (SER) niet eens werden over verhoging van de pensioenleeftijd.Regeringspartijen CDA en PvdA benadrukken dat ze nieuwsgierig zijn naar de voorstellen van sociale partners over langer doorwerken. Omtzigt en Vermeij hopen tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer over verhoging van de AOW–leeftijd op 20 januari meer te horen van werkgevers en vakbonden over hoe ouderen beter aan de slag kunnen en hoe zwaar werk lichter gemaakt kan worden. „Louter en alleen een inkomensgrens helpt daarbij niet”, aldus Vermeij.
VVD’er Blok noemt de voorstellen, die vooral komen van sociale partners in de metaalsector, een „straf op hard werken en verder leren”. Volgens Blok worden mensen zo gestimuleerd niet te veel te verdienen om te voorkomen dat ze twee jaar pensioen mislopen. De VVD wil werken belonen door de AOW te koppelen aan het aantal gewerkte jaren. Mensen die minimaal veertig jaar aan de slag zijn geweest zouden op hun 65e met pensioen moeten kunnen.
De SP daarentegen wil de AOW houden zoals het staatspensioen nu is. Elke aanpassing maakt het volgens SP’er Ulenbelt nodeloos ingewikkeld en onrechtvaardig. Zowel de inkomensgrens als de koppeling met het aantal gewerkte jaren is de ogen van Ulenbelt een aantasting van de volksvoorziening, waarop nu iedereen vanaf 65 jaar recht heeft, ongeacht of hij gewerkt heeft of niet.