De SHO hebben moeite de kritieke situatie in Afrika in hun wervingscampagne in beeld te brengen. „Het is moeilijk zichtbaar te maken wat er op dit moment in Afrika gebeurt. Cameramensen willen net als tijdens de hongersnood in 1984 uitgemergelde kinderen zien. Maar er is nu geen sprake van een groot sterven. Nog niet, omdat we er nu op tijd bij zijn”, legt De Voogd uit.

ZOA-Vluchtelingenzorg zet een medewerker uit Ethiopië in om over de honger te vertellen. ZOA-directeur Z. de Haan merkt niet dat het ontbreken van zielige plaatjes van invloed is op zijn donateurs. „De kerkelijke achterban is daar minder gevoelig voor en is minder afhankelijk van beelden van uitgehongerde mensen.”

De christelijke hulporganisatie voert samen met Woord en Daad actie in Ethiopië. De Haan merkt ook dat zijn organisatie meer moeite moet doen om geld binnen te halen dan voorheen. „Het is lastig te zeggen hoe dat komt. Wellicht omdat de economische omstandigheden tegenzitten of omdat mensen even genoeg hebben van Afrika.”

Volgens H. de Pater van Woord en Daad heeft zijn organisatie geen last van fondswervingsproblemen. „Bij ons loopt de actie voor Afrika heel goed. In juli vorig jaar hebben we het accent verlegd van zuidelijk Afrika naar Ethiopië. We adverteren daarvoor regelmatig in het RD en die krant besteedt zelf ook aandacht aan de dreigende hongersnood. Dat scheelt best voor ons.”

De SHO zijn de actie voor hongerend Afrika half september begonnen. De teller van giro 555 stond vrijdag op 4,7 miljoen euro. Daarbij komt een bedrag van 5 miljoen euro dat beschikbaar is gesteld door het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking.

De publieke en commerciële omroepen besteden van 3 tot en met 10 maart met spotjes, debatten en andere acties aandacht aan Afrika en giro 555. De Voogd verwacht een piek in het doneergedrag door de actieweek, maar durft geen voorspelling te doen over de opbrengst.