„Massieve preek werkt in verpleeghuis niet”
Hij was gemeentepredikant, verpleeghuispredikant, classisvoorzitter, bestuurslid van de hervormde zendingsorganisatie GZB en docent voor de cursus psychopastorale vorming in Gouda. Ds. T. W. van Bennekom: „Ik denk dat hart voor mensen de kern is. Ik kan niemand bij Jezus brengen, maar wel aan Zijn voeten.”
Ds. Van Bennekom neemt zondag officieel afscheid in de hervormde kerk van Sommelsdijk. De verpleeghuispredikant hoopt in mei 65 te worden, maar gaat met vervroegd emeritaat door vrije dagen op te maken.Hij preekt zo’n 35 keer per jaar in hervormde gemeenten. Maar zijn eigen ‘kerk’ is de Lukaskapel, de kerkzaal van verpleeghuis De Samaritaan in Sommelsdijk. Daar biedt hij zijn vergrijsde ‘gemeente’ en familieleden pastorale hulp. En hij preekt er. „De diensten in de Lukaskapel zijn laagdrempelig. Ik maak er contact door vragen te stellen. Ook zingen we bekende psalmen. Massieve geloofsoverdracht via een klassieke preek werkt hier niet. Als mensen mede wat oppikken door interactie, mag je met weinig tevreden zijn.”
Geestelijk verzorger in een verpleeghuis. In kerkelijk jargon is dat een predikant met een bijzondere opdracht. Maar een bijzondere roeping voor het werk had ds. Van Bennekom niet. „Toen het beroep kwam, vond ik dat moeilijk. Want wat is de weg die de Heere wijst? Ik heb toen de beslissing genomen om vanuit Rijssen te vertrekken naar Sommelsdijk. Achteraf kan ik zeggen dat de Heere mijn keuze heeft bevestigd.”
Pastoraat in een verpleeghuis is niet zwaarder dan een gewone predikantsplaats, aldus ds. Van Bennekom… „De mens accepteert moeilijk achteruitgang. Maar verpleeghuisbewoners staan niet aan de rand van de samenleving, zoals veel gezonde mensen denken. En God ziet hen zeker staan.”
Voordat ds. Van Bennekom predikant werd, was hij onderwijzer. Op de Driestar in Gouda ontwaakte bij de onderwijzer in opleiding het verlangen naar het predikambt. „Toen ds. L. van Nieuwpoort in Uddel werd bevestigd door ds. G. Boer vroeg de laatste aan de gemeente of er jonge mensen waren die predikant wilden worden. Dat sloeg in als een bom.”
Vuurgevaarlijk
Na zijn theologiestudie diende de predikant de gemeenten Ooltgensplaat (1976), Scherpenzeel (1981), Goes (1987), Hilversum (1994) en Rijssen (1999). Hij was sinds 2003 verpleeghuispredikant in Sommelsdijk.
In Hilversum kreeg de predikant te maken met het Samen Op Weg-proces. De plaats in het Gooi kende wijkgemeenten van verschillende ligging, die één gemeente gingen vormen. De predikant staart in de verte. Zijn wijsvinger rust tegen zijn slaap, zijn duim tegen zijn kaak. „Een interkerkelijke Bijbelkring heeft goed gewerkt. We zagen elkaar als vuurgevaarlijk. Maar ik kwam erachter dat we elkaar nauwelijks kenden. Die ervaring heeft me bijgeslepen. We moeten luisteren naar elkaar.”
„Meer zicht op het werk van Christus”, ervaarde ds. Van Bennekom toen hij als bestuurslid van de hervormde zendingsorganisatie GZB naar diverse zendingsposten reisde. „Pal staan voor de Schrift blijft nodig. Maar kleine of middelmatige dingen leerde ik relativeren.”
Het zendingsverleden nam de predikant mee in het werk in de gemeenten. Ook op het christelijke Goeree-Overflakkee, waar hij zijn eerste gemeente had alsook zijn werk als verpleeghuispastor. „Veel eilandbewoners zien de kerk nauwelijks vanbinnen. De tijd dat mensen PvdA stemden en naar de kerk gingen, is voorbij. De eenheid is uiteengevallen in kerkelijk en niet-kerkelijk. Ook hier kon ik zending bedrijven.”
Kwetsbaar
Sinds kort woont ds. Van Bennekom met zijn vrouw in Goes. In de hervormde gemeente van Krabbendijke zal hij bijstand verlenen in het pastoraat.
Het ouder worden raakt de predikant. „Ik merk steeds meer hoe kwetsbaar het leven is. Het aantal leeftijdsgenoten wordt steeds kleiner. Een collega, ds. T. Verduijn, kreeg enkele weken geleden een zwaar herseninfarct. En in augustus overleed plotseling ds. J. Maas uit de naburige gemeente Nieuwe-Tonge. Hij was van dezelfde leeftijd als ik en we konden veel met elkaar delen. Ik weet wel dat hij bereid was heen te gaan. Maar het heeft me ontzettend aangegrepen.”
De predikant ervaart in het ouder worden een „dubbelheid. De aardse tabernakel wordt afgebroken. Maar graag zou ik ook nog een poosje hier willen blijven en genieten. Al weet ik ook: beter dan dit tijdelijke leven is Uw goedertierenheid.”