Carrièreswitcher Thilo: Ik had me minder schuldig willen voelen
„Nee”, zegt ze resoluut. Nee, Thilo Simadari had het niet anders willen doen, haar overstap van pedagogisch medewerker in een ziekenhuis naar docent aan een hogeschool. Maar met de bedenktijd die ze zichzelf gunde, kon ze niet zo goed omgaan.
Veranderen, nieuwe horizonten ontdekken: het zit Thilo Simadari (43) in het bloed. Ze groeit op in Zuid-Afrika, studeert in de VS, en begint daar een loopbaan als pedagogisch medewerker in een ziekenhuis, waar ze kinderen opvangt voor en na operaties.Ze doet dat werk een jaar of vier, ontmoet haar Nederlandse partner, trouwt en gaat aan de slag in een Utrechts, en later in een Amsterdams ziekenhuis. Bij elkaar werkt Simadari elf jaar in ziekenhuizen. En eigenlijk zegt al tijdenlang een stemmetje in haar achterhoofd dat dit het toch niet helemaal kan zijn. „Ik dacht in de VS al: ik wil meer.”
Het werk was mooi en heftig. „Ik kon écht iets betekenen voor mensen. In de VS werkte ik op de afdeling hartchirurgie. Daar lag een jongen van 16 te wachten op een harttransplantatie. Ik had heel persoonlijke gesprekken met hem. Over hoe het zou zijn om een meisje te zoenen bijvoorbeeld. Dat had hij nooit gedaan – en dat zou hij ook nooit doen. Hij heeft het niet gered.”
Ondanks deze momenten waarin ze ervaart dat haar aanwezigheid ertoe doet, voelt Simadari zich niet naar rato gewaardeerd door haar werkgevers. „De medische kant van de zaak ging altijd voor. Pedagogische begeleiding werd vooral gezien als een extra service.” Dat Simadari vanwege de vroeggeboorte van haar zoon vaak hetzelfde ziekenhuis moet bezoeken als waar ze werkt, komt haar werkplezier ook niet ten goede.
Ze besluit een opleiding tot coach te gaan volgen, om zich breder te scholen in het begeleiden van mensen – een aspect van haar werk dat ze leuk vindt, maar waar ze in haar nogal specialistische opleiding maar beperkt kennis over heeft opgedaan.
Erg bevredigend is dat toch nog niet en als het aanvragen van ouderschapsverlof ook nog eens allerlei strubbelingen met haar werkgever teweegbrengt, hoeft het voor Simadari allemaal niet meer zo. „Kap er toch mee”, zegt haar man. Simadari schrijft haar ontslagbrief. „Wat ga je nu doen dan?” vraagt haar leidinggevende. „Weet ik niet”, zegt Simadari.
En dan zit ze thuis en heeft ze de ruimte om na te denken. Heerlijk, want dat wilde ze graag.
Het blijkt wat minder heerlijk. „Financieel kon het prima, maar ik vond het heel moeilijk om thuis te zitten. Ik ging solliciteren, naar de stomste banen, terwijl ik juist na wilde denken over wat ik léúk vond. Ik ging boodschappen doen, stofzuigen, stofzuigen, stofzuigen.”
In totaal zit Simadari tien maanden thuis. Ze heeft er intussen het grootste gedeelte van haar studie opzitten. „Ik moest alleen mijn scriptie nog.” Maar dat blijkt een lastige hobbel, ondanks de tijd die ruimschoots voorhanden is. Nuttig vindt ze achteraf wel dat ze in die periode veel heeft genetwerkt, iets wat ze iedereen wil meegeven. „Weinig mensen durven dat hier, misschien een typisch Nederlands trekje. Maar het is dé manier om ergens binnen te komen, vooral nu.”
Simadari hoeft het niet ver te zoeken. „Mijn buurvrouw doceerde op de Hogeschool van Amsterdam en tipte me dat ze op zoek waren naar mensen. „Gewoon een brief sturen”, raadde ze aan.”
Dat doet Simadari, maar op dat moment is ze nog niet nodig. Vier maanden later belt de buurvrouw. „Thilo, ze zijn nu echt op zoek.” Simadari kan de volgende dag komen praten. De week erna start ze als mentor en docent bij de opleiding pedagogiek. Totaal iets anders, wel binnen een bekend vakgebied. Een droombaan, vindt Simadari, die nu alweer bezig is aan haar vierde jaar.
Haar bevrediging haalt ze op een wat andere manier binnen dan vroeger. „Ik kon veel betekenen voor die zieke kinderen. Dat gaf op heel directe wijze voldoening. Nu coach ik jongeren, geef ze iets mee voor later. Het effect daarvan is minder direct zichtbaar, maar minstens zo mooi.”
Terug naar het ziekenhuis wil ze niet meer en ondanks haar niet overal even vlekkeloze overstap raadt Simadari mensen die iets anders willen zeker aan de sprong te wagen. „Gewoon doen. En neem er de tijd voor. Ik had me achteraf minder schuldig willen voelen over mijn zelfverkozen vrijheid. Pas als je de ruimte hebt, lukt het om buiten je veilige zone rond te kijken. Dat is nodig, anders kom je snel weer bij hetzelfde soort werk uit.”
Dit is het vijfde deel in een serie over carrièreswitchers.