Ook regeling voor zelfstandige in AOW–plan
De regeling waarbij mensen met een zwaar beroep en die vroeg zijn gaan werken toch nog op hun 65e AOW krijgen, zal niet alleen gelden voor werknemers, maar ook voor kleine zelfstandigen.
Dit staat in een voorontwerp van wet dat minister Donner woensdag presenteerde. De Tweede Kamer had erop aangedrongen dat niet alleen werknemers met een zwaar beroep en een lang arbeidsverleden toch op hun 65e met pensioen kunnen, maar ook de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).De Tweede Kamer had erop aangedrongen dat niet alleen werknemers met een lang arbeidsverleden toch op hun 65e met pensioen kunnen, maar ook de zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Donner maakte woensdag een voorontwerp van wet bekend, dat verband houdt met de verhoging van de AOW–leeftijd van 65 naar 67 jaar.Voor werknemers wordt sinds een aantal jaren goed vastgelegd hoeveel zij werken en hoe lang ze gewerkt hebben. Om voor zelfstandigen te bekijken hoelang ze gewerkt hebben, wordt aangesloten bij gegevens over de zelfstandigenaftrek die bekend zijn bij de Belastingdienst.
Mensen die al op hun 65e stoppen met werken, krijgen wel een lagere AOW. Naar verwachting gaat het om een korting van ruim 13 procent. Om de laagste inkomens hierbij te ontzien, komt er voor deze groep een belastingvoordeel van hoogstens 400 euro per jaar. Hiervoor komen werknemers tussen 62 en 64 jaar in aanmerking die hooguit 150 procent van het minimumloon verdienen.
Werkgevers moeten personeel dat heel zwaar werk doet, helpen om hun baan lichter te maken of na dertig jaar regelen dat ze een minder zware baan krijgen. Doen zij dat niet, dan moeten ze ervoor zorgen dat hun werknemers na hun 65e met pensioen kunnen zonder daarvoor zelf de rekening te betalen.
Donner wil dat sociale partners met voorstellen komen voor wat zware beroepen zijn, maar de minister hakt uiteindelijk de knoop door. Werkgevers en werknemers mogen alleen beroepen aandragen waarbij personeel over meerdere jaren veel vaker arbeidsongeschikt raakt dan in andere beroepen. Daarnaast moet uit arbo–enquêtes blijken dat het beroep wat betreft gezondheidsrisico’s tot de zwaarste categorie behoort.
Het gaat hierbij om werk met zware lichamelijke slijtage. Voor heel zware psychosociale belasting komt in de wet te staan dat werkgevers in actie moeten komen om te voorkomen dat hun personeel opbrandt.