Aanklagers: Jaar extra voor proces Milosevic
De aanklagers van het Joegoslavië-tribunaal hebben maandag een verzoek ingediend om de strafzaak tegen Slobodan Milosevic met 200 zittingsdagen te verlengen.
Volgens aanklager Geoffrey Nice is het niet mogelijk de zaak tegen de Joegoslavische ex-president af te ronden binnen de door het tribunaal voor aanvang van het proces vastgestelde termijn van 16 mei.
Uit het betoog van de Brit Geoffrey Nice, die hoofdaanklaagster Carla Del Ponte in de Milosevic-zaak vertegenwoordigt, bleek gisteren dat nog ongeveer tien zittingsdagen nodig zijn voor het Kroatië-gedeelte van het proces, waarmee men nu bezig is. Ook zijn nog elf zittingsdagen nodig voor achterstallige Kosovo-getuigen.
De resterende tijd is dan ruim onvoldoende voor ”Bosnië”. Alleen al voor ”Srebrenica” denkt Nice 21 zittingsdagen nodig te hebben; voor Sarajevo, de Bosnische hoofdstad die van 1992 tot 1995 werd belegerd, twintig dagen.
Behalve dat willen de aanklagers zich concentreren op drie plaatsen in Bosnië waar bijzonder zware oorlogsmisdaden zijn gepleegd: Bijeljina, Zvornik en Bratunac. Daarvoor zegt Nice 113 zittingsdagen nodig te hebben. Voor getuigenissen over andere plaatsen in Bosnië, die deels schriftelijk kunnen worden ingebracht, zijn nog eens 49 dagen nodig.
Nice heeft dus voor Bosnië naar eigen zeggen meer dan 200 zittingsdagen nodig. Aangezien de aan een hartkwaal lijdende Milosevic eens in de twee weken vier aaneengesloten dagen ’vakantie’ (voorzittend rechter May) heeft, komt dat neer op vijftig weken, dus bijna een jaar.
De rechters zullen waarschijnlijk op korte termijn een beslissing nemen over het verzoek van de aanklagers om de zaak tegen de oud-president daarbovenop met nog eens 200 zittingsdagen te verlengen. Dat zou neerkomen op het verlengen van de eerste fase van het proces met ongeveer een jaar.