Prikkelend geluid over gereformeerde liturgie
„Te allen tijde moet de kerk weten wat zij doet in de liturgie en moet zij zich afvragen of zij de eredienst op goede wijze viert.”
Dat is het uitgangspunt voor dr. Jan Smelik in ”Eredienstwaardig”. Het betreft een deeltje in de serie ”Woord & Wereld”: „cahiers tot versterking van het gereformeerde leven.” Het ”gereformeerde leven” is dan met name het gereformeerd vrijgemaakte leven.Dat is direct de beperking van dit boekje: Smelik neemt zijn vertrekpunt in de discussies over liturgie die in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt spelen. Als het over kerkboek, liederen en liturgische formulieren gaat, verwijst hij naar de edities die in dit kerkverband in gebruik zijn.
Tweede kanttekening: wie de publicaties van Smelik kent en zijn artikelen in het vrijgemaakte blad De Reformatie volgt, treft in dit boekje weinig nieuws aan.
Deze opmerkingen in rekening gebracht hebbend, treffen we in dit cahier in kort bestek heel wat waardevolle informatie aan die van dienst kan zijn in de discussies over eredienst, liturgie en kerkmuziek die op heel veel plaatsen gevoerd worden.
Terecht stelt de hymnoloog dat het bij zaken rond liturgie van het grootste belang is dat men vertrouwd is met de basale achtergronden ervan. Wie niet weet waar het doopritueel voor staat, ziet niet meer dan water en een huilende baby. Iets dergelijks geldt voor de orde van dienst, de psalmen en liederen, de avondmaalsviering. Daarom wil Smelik in dit boekje luisteren naar de Schrift, naar de kerkgeschiedenis en naar liturgische vormen.
Daarbij toont hij zich een tegenstander van steeds sterker wordende geluiden dat de kerkdienst naar nieuwtestamentisch begrip vooral alledaags moet zijn en moet aansluiten bij de hedendaagse cultuur. Terecht pleit Smelik ervoor dat we moeten zoeken naar de blijvende betekenis van de oudtestamentische liturgische voorschriften. Die laten volgens hem zien wat passend is in de dienst aan God en wat niet. Daarbij is er sprake van zowel afstand als nabijheid. „Gods vaderschap en zijn soevereiniteit liggen heel dicht bij elkaar.”
Intussen is Smelik niet vies van veranderingen in de liturgie, mits ze doordacht en verantwoord zijn. Hij pleit bijvoorbeeld voor meer aandacht voor het kerkelijk jaar en voor het volgen van leesroosters. Hij stelt voor om bij de avondmaalsviering niet altijd het complete formulier te lezen („Werkt het onderwijs nog wel wanneer je altijd weer dezelfde formuleringen gebruikt?”). Hij vraagt zich af „of een dankzegging via een nabetrachtingspreek wenselijk is.” En met betrekking tot het zingen benoemt hij, gezien de zelfstandige functie van het lied, de „misvatting” dat liederen bij de preek zouden moeten passen.
Kortom, een prikkelend geluid. Waarbij Smelik nadrukkelijk binnen de grenzen van de gereformeerde traditie wil blijven.
Wie bij liturgie denkt aan een vast gegeven waaraan niet getornd mag worden, moet dit cahier niet lezen. Wie binnen de gereformeerde traditie op zoek is naar bezinning op de eredienst en naar eventuele nieuwe vormen, krijgt in de boekje heel wat aangereikt.
N.a.v. ”Eredienstwaardig”, door dr. J. Smelik; ”Woord & Wereld” 80; uitg. Woord en Wereld, Bedum, 2009; ISBN 9050460771; 110 blz.; € 10,50.