Benaarstig u in te zien hoezeer u Christus nodig heeft. U bent zonder Hem het ellendigste en ramp­zaligste schepsel, ellendiger dan enig schepsel dat God ooit geschapen heeft, uitgenomen de duivel.Let eens ernstig op de veelheid van uw zonden waaraan u schuldig bent. Die zonden zijn meer dan de haren van uw hoofd, het zand aan de oever van de zee of de sterren die niet te tellen zijn. Nochtans zou een van uw zonden genoeg zijn om u voor eeuwig in de hel te doen verzinken.

Zie op de dwaasheid en de grootheid van uw zonden, die eenmaal tegen u zullen getuigen. David klaagt in Psalm 38: „Want mijn ongerechtigheden gaan over mijn hoofd; als een zware last zijn zij mij te zwaar geworden.”

Merk toch op uw zonden met hun vergrotende omstandigheden. Veel zonden zijn begaan met voorbedachte moedwilligheid, tegen het beter weten in van uw consciëntie en tegen de bewegingen van de Heilige Geest in, ja, tegen uw eigen voornemen in. Ze worden gedaan als een hond die wederkeert tot zijn eigen uitbraaksel. Zie toch op de volharding in de zonden, voordat uw uurglas is afgelopen.

John Wall, predikant te Londen

(”Niemand dan Christus”, 1664)