Politiek

PvdA'er Van Dam: Uitgesproken spraakmaker

Beste politicus van het jaar is hij niet geworden. Maar buitenlandwoordvoerder Martijn van Dam van de PvdA zou, met zijn opvallende stellingnames inzake Israël en de missie in Uruzgan, zeker hoge ogen gooien bij een verkiezing tot meest spraakmakende politicus. „Wij zijn uitgesproken over de richting waar het naar toe moet.”

Kees de Groot
18 December 2009 18:38Gewijzigd op 14 November 2020 09:25
PvdA'er Martijn van Dam was in 2003 met zijn 24 jaar het jongste Kamerlid. Op de foto, destijds gemaakt, maakt hij een praatje met collega Van Heteren, eveneens van de PvdA. - Foto ANP
PvdA'er Martijn van Dam was in 2003 met zijn 24 jaar het jongste Kamerlid. Op de foto, destijds gemaakt, maakt hij een praatje met collega Van Heteren, eveneens van de PvdA. - Foto ANP

Hoewel lid van de coalitie, ontpopte Van Dam (31) zich het afgelopen jaar tot luis in de pels van CDA-minister Verhagen (Buitenlandse Zaken).Hij botste met hem over de verlenging van de militaire missie in Uruzgan, over het verwijderen van Amerikaanse kernwapens van vliegbasis Volkel, over de uitbreiding van de EU-handelsakkoorden met Israël en over het rapport van de commissie-Goldstone over de oorlog in de Gazastrook.

Het botert kennelijk niet erg tussen u beiden?

„We denken niet overal hetzelfde over. Anders hadden we wel bij dezelfde partij gezeten.

Onze onenigheid etaleert zich het scherpst als het om het Midden-Oosten gaat. Bij mensenrechtenkwesties elders zitten de minister en ik vaak op een lijn. De kritiek komt dan van de rechterkant van de Kamer.

Verhagen heeft meestal een rechtse Kamermeerderheid achter zich. De ChristenUnie speelt bij de vorming van meerderheden een belangrijke rol. Vaak is hun positie doorslaggevend en bepalend voor de uitkomst van een debat. Die partij heeft in het parlement een heel interessante positie.

Verhagen luistert overigens heus wel naar ons. Hij overweegt bijvoorbeeld diplomatieke sancties tegen Israël. Daaruit blijkt iets van onze invloed op hem. Maar ik zou best willen dat die groter was.”

U hebt Verhagen weleens verweten dat hij meer aandacht geeft aan vervolgde christenen dan aan andere religieuze minderheden. Maar dat is toch niet zo vreemd, gezien zijn christendemocratische achtergrond?

„Het is heel natuurlijk om vooral op te komen voor mensen waar je het meeste mee hebt, maar je moet daar heel voorzichtig mee zijn.

Juist omdat mensenrechten universeel zijn, moet je voor iedereen in even sterke mate opkomen, niet louter voor je geloofsgenoten. Alleen dan ben je geloofwaardig.”

CDA, ChristenUnie en SGP stellen regelmatig Kamervragen over vervolgde christenen. Maar u compenseert dat dan niet door ook vragen te stellen over andere verdrukte gelovigen.

„Ik stel nooit Kamervragen omdat een deel van mijn achterban dat verwacht. Dat vind ik de verkeerde insteek.

Wij stellen vragen over mensenrechtenschendingen in die situaties dat wij denken dat aandacht echt kan helpen.”

Ergernis

Binnen de coalitie vaart de PvdA een geheel eigen koers ten aanzien van Israël. De positie die de partij kiest, ligt vaak dichter bij de oppositiepartijen GroenLinks en SP dan bij haar regeringspartners. Zo bepleitte Van Dam bij Verhagen erkenning van de Palestijnse staat. Verder ging hij, tot ergernis van zijn coalitiegenoten, samen met GroenLinks-Kamerlid Peters en SP’er Van Bommel in gesprek met Osama Hamdan, een van de politieke leiders van Hamas.

U noemde de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Lieberman „een heel radicale man” vanwege zijn oproep een atoombom te gooien op Gaza. Maar de leden van Hamas zijn toch ook bepaald geen geweldloze padvinders? Die willen Israël van de kaart vegen.

„Vrede maak je niet met je vrienden, maar met je vijanden. Hamas is voor Israël op dit moment misschien wel de grootste en gevaarlijkste tegenstander. Juist daarom moet Israël met hen contact zoeken. Duurzame vrede zonder instemming van Hamas is niet mogelijk.”

Maar de VS en de EU noemen Hamas een terroristische organisatie waarmee je niet moet praten. Ze moeten eerst Israël erkennen voordat een gesprek mogelijk is.

„Het stellen van dit soort voorwaarden vooraf is een belemmering om het vredesproces op gang te brengen. Door mensen uit te sluiten, bemoeilijk je het vredesproces.”

In hoeverre staat u nog in de traditie van Israëlvrienden als de oud-PvdA-bewindslieden Vredeling en Van der Stoel?

„Ik zie Israël net als zij als een bevriende natie waarmee we culturele en historische banden hebben. Als een van je goede vrienden zich niet op het rechte pad bevindt, dan wil je in eerste instantie nog met hem praten. Maar als hij in zijn verkeerde weg volhardt, dan komt er een moment waarop je zegt: „Sorry, maar nu staat onze vriendschap op het spel.” Op dat punt zijn we nu aanbeland. Het kan zo niet doorgaan.

Israël creëert nu een situatie waarin een tweestatenoplossing bijna niet meer mogelijk is. En dat is niet in het belang van die natie. Want het alternatief is één staat, waarin zowel Joden als Arabieren leven. De Arabieren zullen daarin de grootste groep zijn, terwijl Israël is gesticht als veilig huis voor Joden. Dat doel verdwijnt dan uit het oog.”

Vredeling exporteerde in 1973 in het geheim wapens naar Israël; u dreigt met diplomatieke sancties. Hoe valt dat met elkaar te rijmen?

„De tijden zijn veranderd. Door de omliggende landen werd Israël toen bedreigd. Dat is nu niet meer zo. Tegelijkertijd is Israël de laatste twintig, dertig jaar actief nederzettingen gaan bouwen. De bewegingsvrijheid van Palestijnen wordt ingeperkt. Op sommige wegen mogen ze niet eens meer komen.

Dat mensen vanwege hun identiteit en etniciteit op bepaalde plekken niet mogen komen, kennen we maar uit een beperkt aantal episodes uit de wereldgeschiedenis. Die zeer ernstige situatie doet denken aan de apartheid in Zuid-Afrika.”

En aan Joodse getto’s tijdens de Tweede Wereldoorlog?

„Dat vind ik een heel heftige vergelijking. Die ernstige situatie, die uitliep op volkerenmoord, heeft zich sindsdien vrijwel nooit meer voorgedaan. Ik denk dat je de toestand in Israël daarmee niet kan en mag vergelijken.”

Lieberman heeft ertoe opgeroepen de Palestijnen te verdrinken.

„Dat is beangstigende retoriek –waar ik me ook tegen verzet– maar het is nog wel iets heel anders dan het daadwerkelijk doen.”

In hoeverre bent u de politieke spreekbuis van pro-Palestijnse PvdA’ers?

„Ik sta niet aan de kant van het ene of het andere volk. Ik kom vanuit het internationale recht op voor mensen aan beide zijden van de grens. Zij hebben allemaal recht op een vreedzame toekomst.

De wereld moet zijn eigen rechtssysteem serieus nemen, te beginnen in het Midden-Oosten.”

Bakzeil halen

Behalve met het Midden-Oosten houdt Van Dam zich ook bezig met Afghanistan. Tot eind volgend jaar zijn daar honderden Nederlandse militairen actief in de provincie Uruzgan. Als het aan de PvdA ligt, zijn die na die tijd allemaal weer terug in Nederland en begint ons land er geen nieuwe militaire missie meer. Met ontwikkelingshulp, advies aan de Afghaanse overheid en training van militairen en politieagenten wil Van Dam wel doorgaan.

Waarom staat u er zo op alle militairen terug te trekken uit Uruzgan?

„Wij moeten de eerder gemaakte afspraken naleven. Daar komen we niet op terug. We zouden twee jaar gaan, het zijn er al vier geworden.”

De PvdA heeft in deze regeringsperiode al enkele malen bakzeil moeten halen. Houdt u nu wel vast aan uw standpunt?

„Wij blijven bij ons standpunt en gaan nu niet iets anders doen dan we twee jaar geleden hebben beloofd.”

En als het kabinet straks toch besluit troepen te blijven sturen naar Uruzgan?

„Wij hebben ons duidelijk uitgesproken over de richting waar het naar toe moet. Het kabinet weet heel goed hoe wij er tegen aan kijken. Ik ga ervan uit dat de ministers daar rekening mee houden.”

Na de Amerikaanse presidentsverkiezingen schreef u: „Obama heeft bij ons de hoop gewekt dat we gezamenlijk zullen werken aan een stabiele toekomst voor Afghanistan.” Maar nu hij Nederland vraagt om in Uruzgan te blijven, laat u hem de klus alleen klaren.

„Wij willen de Afghanen helpen hun eigen land op te bouwen, onder meer via ontwikkelingswerk. Dat past prima bij de andere aanpak die Obama voor ogen staat. Met het type militaire werk dat we nu doen, zijn we volgend jaar echt klaar.”


Curriculum vitae

1 februari 1978: Geboren te Zoetermeer

1996-2002: Studie technische bedrijfskunde, aan de Technische Universiteit Eindhoven

1996-1997: Voorzitter Jonge Socialisten afdeling Eindhoven

1998-2003: Gemeenteraadslid in Eindhoven; vanaf 2001 als fractievoorzitter; in 2002 lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen

2002-2003: E-business application consultant bij Philips Lighting

2003-heden: Tweede Kamerlid; sinds 2007 ook secretaris personeel & organisatie van de PvdA-fractie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer