Kamperen in de sneeuw
Het kampeerseizoen is voor veel Nederlanders voorbij. Caravans staan al maanden op stal. Toch zijn er mensen die met hun vakantiewoning op wielen de sneeuw opzoeken.
Grote problemen hoeft zo’n tocht niet op te leveren, weet Wim de Roos (49) van de ANWB uit ervaring. De redacteur van de Kampeer & Caravan Kampioen bezoekt jaarlijks verschillende keren een wintersportland. Privé met zijn tent of voor zijn werk om na te gaan hoe caravans en campers zich in de sneeuw houden.„Zodra iemand thuis de deur achter zich dicht trekt, begint het avontuur. De reis naar besneeuwde oorden is onvoorspelbaarder dan een trip in de zomer. Hoe is de toestand op de Duitse Autobahn, kom ik vast te zitten in de sneeuw en kan ik de camping wel bereiken?”
Proviand
Het aanpassen van de caravan zelf is niet nodig. „Winterbanden zijn alleen voor de auto gewenst. Ik test regelmatig caravans in zware, winterse omstandigheden en ze houden zich prima. Zorg wel voor water en proviand aan boord voor het geval je ergens strandt. Zoek dan een parkeerplaats op en reis verder als de file is opgelost. Moet iemand noodgedwongen in de auto verblijven, dan kan hij het lang warm houden door de motor stationair te laten draaien. Het verbruik ligt dan rond 1,5 liter brandstof per uur.”
Een dik pak sneeuw op de plek van bestemming vormt geen probleem. „Alle grote wintercampings kennen een haal-en-brengservice. Zo nodig wordt de caravan onder aan de berg opgepikt en netjes op zijn plek gezet door een trekker die van sneeuwkettingen is voorzien.”
Saamhorigheid
Het winterkamperen won eind jaren zeventig sterk aan populariteit. „Toch is bivakkeren in de sneeuw van alle tijden”, denkt De Roos. „Mensen die een stapje verder willen gaan dan anderen zijn er altijd geweest. Ik schat dat tegenwoordig zo’n 10 procent van onze abonnees, circa 10.000 lezers, zich wel eens aan winterkamperen waagt. Tijdens vakanties overwegend gezinnen met wat oudere kinderen en buiten die periode vooral senioren.”
De Roos komt ’s winters regelmatig dezelfde personen tegen. „Het zijn mensen die de aparte sfeer en de saamhorigheid op een wintercamping niet willen missen. De bergwereld is in de wintermaanden zo anders dan in de zomer. De eerste stap buiten de caravan of tent zet je in de sneeuw.”
Extra kledingstukken
Als er een flink pak valt, steken campinggasten de handen uit de mouwen. „Vaak wordt er van de sneeuw een soort bar gebouwd, waar we elkaar ’s avonds weer ontmoeten.”
Het beeld dat mensen zodra het donker wordt in hun caravan verdwijnen, klopt niet. „Ik zit tot tien uur voor mijn tent. Natuurlijk moet je dan warme dranken drinken en wat extra kledingstukken aantrekken. Omdat het in wintersportlanden langdurig vriest is de luchtvochtigheid erg laag. Het voelt daardoor buiten veel minder koud aan dan in Nederland.”
De meeste wintercampings liggen in Zuid-Duitsland en Oostenrijk en in mindere mate in Zwitserland. „De verblijftarieven zijn ’s zomers en ’s winters gelijk. Alleen de stook- en stroomkosten zullen in de winter hoger uitkomen.”
Verwarmde ruimte
Nadelen van het kamperen in de sneeuw weet De Roos niet te noemen. „De voorzieningen op de wintercamping zijn hetzelfde als in een hotel. Er is een winkel, een restaurant, een verwarmde ruimte om ski’s te drogen en de skibus stopt op de camping. Als de camping al niet naast de piste ligt.”
Verhalen over reizen naar besneeuwde oorden klinken spectaculairder dan de werkelijkheid, relativeert de ANWB-man. „Een caravan is tegenwoordig prima warm te stoken. Ik snap dat mensen thuis de opmerkelijkste feiten rondbazuinen. Ik vertel ook graag dat een campingbaas eens de halve nacht over ons in zat. Hij stond om halfzeven al op onze tent te kloppen en vroeg hoe het ging. Wij hadden het bij min 18 graden echter prima uitgehouden.”
Gemoedelijke sfeer
Wie: Ariën Beersma (64) en zijn vrouw Elly (65).
Waar: „We kamperen al ruim dertig jaar in de winter. De laatste 21 jaar in de Oostenrijkse plaats Altenmarkt op 865 meter hoogte. Deze plek ligt op loopafstand van een leuk dorpje. Dat laatste is fijn voor mijn vrouw, die zelf niet skiet. Sinds mijn prepensioen zijn we zes maanden per jaar op reis. We bivakkeren circa zeven weken in Altemark.”
Hoe: „We leven in de caravan.”
Waarom winterkamperen: „De combinatie van zon, een staalblauwe lucht en versgevallen sneeuw is fantastisch. De gemoedelijke sfeer op de camping spreekt ons aan. We hebben meegemaakt dat de gasten ’s avonds eerst een borreltje met elkaar dronken of iets zongen voordat elk in zijn eigen caravan verdween. We vervelen ons nooit. Als ik op de skipiste sta, gaat mijn vrouw alleen wandelen. Een dagje Salzburg hoort er ook bij. We zitten regelmatig in de zon, want het is vaak mooi weer. Een enkele keer is het bij aankomst nog groen op de camping, maar uiteindelijk ligt er altijd sneeuw. Soms valt er ’s nachts een meter.”
Onmisbaar: „Zorg dat de auto tiptop in orde is. Regel een goede slaapplek halverwege de reis. Reserveer ook een plek op de camping, want winterkamperen wordt steeds populairder.”
Op tuinstoelen in de zon
Wie: Laurin Heemskerk-Stevens (64) en haar man Nol (70).
Waar: „In de Oostenrijkse plaats Kitzbühel op 800 meter hoogte. Het skigebied is vijf minuten rijden met een bus. We blijven in totaal tien weken op de camping en gaan in die periode twee keer terug naar Nederland om onze kinderen en kleinkinderen te zien.”
Hoe: „We leven in de voortent en slapen in de caravan.”
Waarom winterkamperen: „We zitten nu voor de 21e keer in Kitzbühel. Het is er gezellig. Mensen zijn behulpzaam en zorgen bijvoorbeeld dat vlak voor aankomst een pad naar onze caravan wordt gemaakt. Inmiddels komen we er ook ’s zomers en in de herfst. Wanneer je zo vaak op dezelfde plek bivakkeert, groeit de kennissenkring. Als we onze verjaardagen vieren, zit de voortent vol. Winterkamperen is geweldig vanwege de prachtige besneeuwde omgeving en dankzij het feit dat je vaak buiten bent. We wandelen, langlaufen en skieën. En koud voelt het niet aan. In Nederland regent het vaak. Als het in Oostenrijk sneeuwt, gaan we juist graag naar buiten. Sneeuw kun je van je afkloppen.”
Onmisbaar: „Vergeet vooral de tuinstoelen niet. Mensen denken dat we voornamelijk binnen zijn, maar ’s middags kunnen we vaak op het terras in de zon zitten.”
Onmisbaar
Wintervoortent vanwege het schuin aflopende dak. Leg mat of stuk oud tapijt in de voortent.
Opzetstuk voor de schoorsteen om dichtsneeuwen afvoer te voorkomen.
Zak kattenbakgrit. Handig om voor wielen auto te strooien op platgereden sneeuw.
Föhn om een bevroren leiding of slot te ontdooien.
Bezem en sneeuwschep.
IJzertjes onder de schoenen. Door dooien en opvriezen kan een ijsbaan ontstaan.
snowcamping.com, anwb.nl/kamperen voor meer tips.