Economie

Mestprobleem de wereld nog niet uit

Op 1 januari 2002 wordt de nieuwe mestwet van kracht: elke veehouder die te weinig eigen grond heeft, moet een officieel mestafzetcontract met een akkerbouwer hebben. Het mestprobleem is met die wet niet opgelost. Niet zozeer omdat veel boeren hun contract nog niet rond hebben. Wel omdat de mestnormen in de toekomst nog flink aangescherpt kunnen worden.

Door A. de Jong
19 December 2001 10:15Gewijzigd op 13 November 2020 23:19
DEN HAAG – Het mestprobleem is met de nieuwe mestwet niet opgelost. - Foto RD, Henk Visscher
DEN HAAG – Het mestprobleem is met de nieuwe mestwet niet opgelost. - Foto RD, Henk Visscher

Enkele maanden geleden wist het ministerie van Landbouw het trots te melden: het mestoverschot was verdwenen! Het probleem waarmee sinds Braks alle ministers van Landbouw geworsteld hebben, en waarover een van hen zelfs gestruikeld is, zou, toch nog plotseling, uit de wereld zijn. Belangrijkste oorzaak: de malaise in de agrarische sector, waardoor veel boeren ingegaan zijn op de opkoopregeling van het kabinet.

Zo verkochten veehouders in een eerste opkoopregeling in 2000 5 miljoen kilogram fosfaat aan de overheid. Resteerde een landelijk mestoverschot van 16,5 miljoen kilo fosfaat. Vervolgens corrigeerde het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) zijn berekeningen. Die 16,5 miljoen moest eigenlijk 8,5 miljoen zijn. Dit jaar leverden ruim 21.000 boeren samen 10 miljoen kilogram fosfaat in. Conclusie: het mestoverschot is als sneeuw voor de zon verdwenen.

Nu er in Nederland, althans op papier en landelijk bezien, geen kilo mest meer te veel is, lijkt de nieuwe mestwet van minister Brinkhorst van Landbouw een prima startpositie te krijgen. Evenwicht op de mestmarkt is immers altijd een belangrijke voorwaarde genoemd voor het welslagen van het nieuwe systeem. Alleen als er niet te veel druk op de mestmarkt zou staan, zou het systeem van individuele mestboekhoudingen gecombineerd met verplichte mestafzetcontracten handhaafbaar zijn.

Hobbels
Toch zijn er nog veel hobbels te nemen voordat Nederland met recht kan stellen van het mestprobleem verlost te zijn. Daarvan is het feit dat er nog relatief weinig mestafzetcontracten zijn afgesloten –terwijl de datum van 1 januari met rasse schreden nadert–, nog niet het belangrijkste. Enkele weken geleden bleek uit een enquête van het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) dat nog maar 30 procent van de veehouders die tot het afsluiten van een contract met een akkerbouwer verplicht zijn, daadwerkelijk zo’n contract hebben.

Maar dat percentage stijgt in de dagen voor Kerst met de dag. ZLTO-voorzitter A. Vermeer: „Lange tijd zijn er veel onduidelijkheden geweest over allerlei consequenties van de mestafzetcontracten. Daardoor hebben boeren lang gewacht voordat ze feitelijk een contract sloten, al waren ze er vaak al lang over aan het nadenken of onderhandelen. Ik ben ervan overtuigd dat het met die mestafzetcontracten wel rond komt." Vermeer hoopt dat het ministerie na 1 januari niet meteen keihard op zal treden tegen boeren die hun contract niet exact op die datum rond hadden. „Ik ga ervan uit dat men daar redelijk mee om zal gaan."

Eindnormen
Een veel belangrijker complicatie bij de definitieve oplossing van het mestprobleem is de onduidelijkheid over de eindnormen. Dat er momenteel geen mestoverschot is, betekent niet dat dat er in de toekomst ook niet zal zijn. De aanwendingsnormen –hoeveel fosfaat mag er aangebracht worden op een hectare land– zullen de komende jaren waarschijnlijk nog flink aangescherpt worden. Waarmee meteen het mestoverschot weer groeit.

In de eerste plaats zit in de wetgeving van Brinkhorst al een aanscherpingstraject ingebakken. Zo heeft de bewindsman het voornemen de aanwendingsnorm in 2003 aanzienlijk te verkleinen. Dat voornemen is weliswaar niet in beton gegoten –pas na een evaluatie van het beleid van de voorgaande jaren wordt bekeken of de verscherping echt doorgaat–, maar áls die nieuwe normen werkelijkheid worden, is meteen een nieuw mestoverschot gecreëerd van zo’n 25 miljoen kilogram fosfaat, schat J. Remmers van de Stichting Natuur en Milieu. „En dan hebben we het nog niet over het NMP4, waarin dusdanig strenge normen staan, dat er een mestoverschot kan ontstaan van 30 tot 40 miljoen kilogram fosfaat."

Juichen
Ten slotte is er nog een hobbel die genomen moet worden voordat ons land van zijn mestprobeem af is. Dat is de beruchte Europese Nitraatrichtlijn. Zou die consequent en nauwkeurig toegepast worden, dan zit Nederland ook nog eens met een overschot van 50 tot 60 miljoen kilogram nitraat, stelt Remmers. Pas als die Brusselse norm gehaald wordt, is er reden tot een bescheiden juichen, vindt de medewerker van Natuur en Milieu.

Vermeer kijkt daar anders tegenaan. „Ik ben van mening dat de huidige Nederlandse milieunormen streng genoeg zijn. Volgens die normen is er geen mestoverschot meer. Op grond van de huidige wetgeving komen we in ons land geen grond tekort om de mest op kwijt te raken. We moeten dan ook geen verdere stappen nemen als we niet weten of dat nodig of nuttig is."

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer