In Nederland al 57 gevallen van gekkekoeienziekte
Bij een zes jaar oude koe op een bedrijf in het Brabantse Etten-Leur is bse geconstateerd. Het gaat om het 57e geval in Nederland sinds 1997 en het vijfde geval in 2003.
De op 5 juni 1996 geboren koe is op 18 februari door de veehouder ter destructie aangeboden. Op 22 februari bleek de snelle bse-test een positief resultaat op te leveren. Daarop is een onderzoek ter bevestiging van de uitslag van de snelle test ingezet. Op 27 februari bleek ook dit tot een positief resultaat te leiden.
Bij geen van de 61 andere runderen op het bedrijf zijn verschijnselen van gekkekoeienziekte aangetroffen. De koe is geboren en getogen op het bedrijf te Etten-Leur. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer dat de zieke koe in de eerste levensmaanden gegeten heeft. Alleen de risicodieren zijn geruimd. Ook alle dieren met een verhoogd bse-risico afkomstig van dit bedrijf die inmiddels op andere bedrijven verblijven, worden getraceerd en geruimd.
Met ingang van vandaag trekt minister Veerman van Landbouw bij een bse-geval geen geld meer uit voor het doden en vernietigen van gezonde runderen. Uitsluitend de risicodieren, dus dieren die in dezelfde tijd als het besmette rund op hetzelfde bedrijf zijn geboren of hetzelfde voer hebben gegeten, zullen worden overgenomen, afgevoerd en vernietigd. Dit geldt ook voor nakomelingen van het besmette vrouwelijke rund die de laatste twee jaar zijn geboren.
Dit heeft de minister na overleg met het landbouwbedrijfsleven besloten. Hiermee komt een einde aan het doden en vernietigen van hele veestapels.