Dwalen door verhalen voor kinderen
Gerrit Komrij verzamelde in 2007 de mooiste gedichten uit de Nederlandse kinderliteratuur. Abdelkader Benali doet nu hetzelfde met de mooiste kinderverhalen. Dat levert opnieuw een vuistdikke bundel op. Wat heeft Benali te bieden?
Volgens de informatie op de omslag bevat de bundel de mooiste, gruwelijkste, betoverendste en meest humoristische kinderverhalen van de zestiende tot en met de eenentwintigste eeuw. Althans, naar de smaak en mening van Benali.De bundel begint met een aantal verhalen uit de negentiende eeuw. Géén Van Alphen, Gouverneur of Andriessen, maar anonieme auteurs. Dan komt De Perponcher met een humoristisch verhaal over het gevaar van pistolen, en ”Pech” van De Vletter. „Weet je wat pech is? Als je met je verjaardag rekent op een rijwiel en je krijgt een paar nieuwe sokken. Als je voor ’t eerst een sigaretje rookt en je komt je vader tegen. Als je een dubbeltje verliest en je vindt een cent.”
Dan volgen Theo Thijssen en An Rutgers van der Loeff, Annie M.G. Schmidt, Koolhaas en Bomans, Marga Minco en Jean Dulieu. Beckman, Diekmann en Hans Andreus krijgen een plek, natuurlijk Tonke Dragt en ook Guus Kuijer en Wim Hofman. Een verhaal over Kikker, Haas en Kip van de auteur Sophie Mileau kwam door de selectie evenals een verhaal van Anne Frank; een goede keus. Naast bekende auteurs die vooral door de volwassenenliteratuur bekend zijn (Biesheuvel, Brusselmans, Matsier, Carmiggelt, Armando, Polet) zien we verhalen van moderne auteurs van wat minder niveau als Carry Slee en Francine Oomen. Oomen schreef ”IJsjes in de hemel”, Anne Vegter ”Prinses Hemeltje”. Beide verhalen zouden wat mij betreft weggelaten mogen worden, evenals ”Vies” van Herman Brusselmans, ”Piemels” van Willem Wilmink en ”De eenzame vampier” van Paul van Loon, om er niet meer te noemen. Mijn ethische grenzen zijn niet die van Benali.
De bloemlezing wordt getypeerd als „het standaardwerk over de Nederlandse kinderliteratuur voor volwassenen van alle leeftijden”. Inderdaad is het voor een volwassene die van lezen houdt heerlijk om te bladeren door verhalen uit z’n jeugd. De bloemlezing is een herontdekking; wat werd er veel moois geschreven!
De keuze van de verhalen riep meteen de vraag op: hoe zou mijn persoonlijke bloemlezing eruitzien? Daarin zouden Van de Hulst en Piet Prins een plaats krijgen, maar ook de ”sprookjes van moeder de gans” en Godfried Bomans’ ”Pim, Frits en Ida”. Het zou een uitdaging zijn om de persoonlijke leeservaringen van vroeger aan te vullen met verhalen van nu.
Benali bezocht als kind twee keer per week de bibliotheek om zijn leeshonger te stillen. ”Donkere verhalen” spraken hem het meest aan, die dwongen hem op een andere manier naar de wereld te kijken. Dat hij een bekende Nederlandse auteur zou worden, heeft hij vast niet kunnen bevroeden, maar de verhalen uit zijn jeugd hebben daar ongetwijfeld aan bijgedragen. De opdracht van uitgeverij Prometheus moet hem dan ook zeer welkom zijn geweest.
N.a.v. ”De Nederlandse kinderliteratuur in 100 en enige verhalen”, door Abdelkader Benali (samenst.); uitg. Prometheus, Amsterdam, 2009; ISBN 978 90 446 1471 8; 959 blz.; € 19,95.