Met nog een half uur handel te gaan zakte de toonaangevende Dow–Jonesindex, die maandag nog het hoogste niveau in veertien maanden tijd bereikte, met 0,3 procent tot 10.466 punten. De breder samengestelde S&P 500–index moest 0,4 procent inleveren tot een stand van 1110 punten. De door technologiefondsen gedreven Nasdaq verloor 0,2 procent tot 2209 punten.
De Amerikaanse producentenprijzen stegen in november met 1,8 procent ten opzichte van een maand daarvoor. Analisten hadden gerekend op een stijging van 0,8 procent. Toch denken economen dat dit voor de Fed geen reden zal zijn om de rente naar boven bij te stellen. „Het cijfer is iets hoger dan verwacht en beleggers zijn een klein beetje bezorgd. Maar de markten bewegen niet al te veel, omdat de kans erg klein is dat dit tot een hogere rente leidt”, aldus een Amerikaanse handelaar. Beleggers zijn vooral benieuwd naar de toelichting op het rentebesluit.

Ook kijkt de markt uit naar een ander belangrijk inflatiecijfer, de consumentenprijzen over november. Analisten verwachten dat deze prijzen vorige maand 0,4 procent zijn gestegen.

De beurshandel kreeg dinsdag enige steun van meevallende cijfers over de industriële productie in de Verenigde Staten. Deze is in november met 0,8 procent gestegen ten opzichte van de maand daarvoor. De capaciteitsbenutting steeg tot 71,3 procent van een herziene 70,6 procent. De cijfers zijn beter dan analisten hadden verwacht.

Elektronicaketen Best Buy ging met een koersval van 7,5 procent stevig onderuit. Dat gebeurde nadat de onderneming waarschuwde dat de winstmarge in het huidige kwartaal lager zal uitkomen dan verwacht.

Bij de Dow–fondsen waren de financiële concerns Bank of America en JP Morgan de grootste dalers met verliezen van respectievelijk 3 en 2,4 procent. Entertainmentconcern Walt Disney ging aan kop met een winst van 1,1 procent.

Op de valutamarkt noteerde de euro 1,4530 dollar tegen 1,4510 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen dinsdag.