Specifiek pardon is christenplicht
Wie de Bijbel als richtsnoer neemt, kan niet om een specifiek pardon voor asielzoekers heen, vindt Ralf Visser, medewerker van Stichting Vluchtelingenwerk Utrecht. In een reactie op deze pagina wijzen mr. C. G. van der Staaij en drs. E. J. Brouwer erop dat het asielbeleid een zaak van hart en hoofd, van barmhartigheid en rechtvaardigheid, is.
Het artikel van de heren Van der Staaij en Brouwer van de SGP-fractie (19 februari) riep bij ons als christenmedewerkers van vluchtelingenwerk in Utrecht veel vragen op. Allereerst van onze niet-christelijke collega’s die maar niet konden begrijpen dat een uitgesproken christelijke partij als de SGP erop tegen was dat er wat werd gedaan aan de schrijnende gevallen van asielzoekers die al zo lang in de procedure zitten en nog steeds geen duidelijkheid hebben over hun toekomst hier in Nederland.
Heel treffend werd dit ook door de beide heren beschreven in hun bijdrage. Daar waar het gaat om mensen die al helemaal ingeburgerd zijn, kinderen hebben gekregen in Nederland en die dan alsnog te horen krijgen dat ze weg moeten. Wij als medewerkers van vluchtelingenwerk krijgen deze verhalen dagelijks te horen.
De filosoof Levinas schrijft in zijn werk over het ”naakte gelaat”. Levinas heeft met deze theorie enerzijds de genocide onder de Joden en anderzijds het feit dat mensen met gevaar voor hun eigen leven diezelfde Joden probeerden te redden proberen te verklaren. Levinas stelde dat als je geconfronteerd wordt met iemand die hulp nodig heeft en op die manier zijn ”naakte gelaat” toont, je op twee manieren kan reageren. Je kunt te hulp schieten of je gaat redeneren. De persoon in kwestie wordt dan in feite ontmenselijkt in dit redenatieproces. Dan komen er argumenten als: „klopt dit wel met de regels, het is in feite zijn eigen verantwoordelijkheid, het is niet onze schuld, als ik hem red, moet ik iedereen redden, etc.”
Deze argumenten schuiven als een scherm voor het naakte gelaat, de mens achter het gelaat wordt niet meer gezien en gaat dan verder als ”geval” door het leven. We zien dit prachtig terug bij minister Nawijn. Nawijn staat voor een keihard asielbeleid, maar als hij wordt geconfronteerd met individuele gevallen en het nummer opeens een mens voor hem wordt, dan steekt hij de helpende hand toe.
Minister Nawijn constateerde heel terecht dat het humanitair niet aanvaardbaar is als mensen al zo lang in de procedure zitten en nog steeds geen duidelijkheid hebben over hun toekomst. In de praktijk komen we steeds vaker tegen dat het lange wachten erg traumatiserend werkt voor deze groep mensen en dat zij voor dit trauma ook bij een psychiater lopen.
De broeders Van der Staaij en Brouwer slaan in dit artikel dan ook de plank mis als zij het hebben over rechtsongelijkheid omdat andere mensen toen ze uitgeprocedeerd waren wel dit land hebben verlaten. Dit argument doet dus helemaal geen opgeld, omdat het specifieke pardon heel nadrukkelijk gaat over mensen die nog in de procedure zitten en niet om mensen die reeds uitgeprocedeerd zijn.
De aanzuigende werking die dit specifieke pardon zou hebben, lijkt ons niet reëel. Nederland heeft een ontzettend streng asielbeleid en de procedures zijn inmiddels aanmerkelijk korter geworden.
De Bijbel is heel duidelijk over hoe we om dienen te gaan met vluchtelingen. „Wie een vreemdeling herbergt in Mijn Naam, die heeft Mij geherbergd” (vrij vertaald). Deze opdracht geldt nu nog steeds en is heel actueel. Door de eeuwen heen heeft Nederland een rijke traditie waar het gaat om het opvangen van mensen die op de vlucht zijn, die vervolgd worden in het land van herkomst vanwege hun geloofsovertuiging, ras of geslacht. De hugenoten namen wij op en later ook andere vervolgden. Tegenwoordig is het bijna salonfähig om te zeggen dat Nederland vol is (Zalm). Wij hopen en bidden dat wij als christenen daar massaal nee tegen zeggen. Dat wij opstaan tegen het populistische inspelen op de onderbuikgevoelens in dit land en gewoon gaan staan voor de mensen die om wat voor reden dan ook hun land moesten ontvluchten.
De kerk en ook de christelijke politiek in Nederland staat bekend om haar verdeeldheid. In andere landen kijkt men door deze nuances heen en trekt men gezamenlijk op. En als de Bijbel, die toch het richtsnoer is voor de SGP en de CU en in ieder geval een inspiratiebron is voor het CDA, zo duidelijk is over hoe we om dienen te gaan met onze medemens die ontheemd is en op de vlucht, dan kunnen we toch niets anders dan vóór stemmen voor het idee van een specifiek pardon. Juist voor partijen als de SGP en de ChristenUnie ligt hier de mogelijkheid om te getuigen, als hierover een stemverklaring wordt afgelegd.