De hele gemeente verhuisde naar Amerika
Het verlangen naar de ideale gemeente is onder pinkstergelovigen altijd aanwezig geweest. In de jaren vijftig verhuisde een vrijwel complete Amsterdamse gemeente naar Amerika, op zoek naar het ware Lichaam van Christus. Prof. dr. C. van der Laan, de eerste hoogleraar Pentecostalisme in Nederland, liet vrijdag in zijn oratie het gevaar van godsdienstige uitersten zien.
De pinksterbeweging is de snelst groeiende vorm van christendom ter wereld. In Nederland tellen de pinkstergemeenten zo’n 120.000 leden. Wereldwijd telt de beweging naar schatting circa 530 miljoen mensen, een kwart van het totale christendom.
Grofweg gaat het om drie stromingen, zegt prof. Van der Laan (1948), die als eerste de bijzondere leerstoel aan de Vrije Universiteit gaat bezetten. „Meegeteld worden de charismatische bewegingen, de inheemse bewegingen in zendingslanden die pentecostaal van aard zijn en de klassieke pinksterbewegingen. In de continenten Afrika, Azië en Zuid-Amerika is het pinksterdom de belangrijkste vorm van christendom. De verwachting is dat ze in Zuid-Amerika het rooms-katholicisme gaat overtreffen.”
De in pinksterkringen bekende theoloog Walter J. Hollenweger (78) deed tien jaar geleden een klemmend beroep op de academische wereld om ruimte te bieden aan de pentecostalen. „Dat we op dit ogenblik instituten en specialisten hebben voor ieder mogelijk en onmogelijk theologisch onderwerp; maar geen enkele bibliotheek, geen enkel instituut, geen enkele gespecialiseerde wetenschappelijke studiebegeleider in Europa voor de vele honderden en misschien wel duizenden jonge pinksterstudenten wereldwijd die aan de deuren van onze academische instellingen kloppen, is een theologisch schandaal zonder weerga,” zei hij toen.
Zijn oproep krijgt deze week concreet resultaat met de oprichting van het naar hem genoemde Hollenweger Center, waarvan het bijzonder hoogleraarschap deel uitmaakt. De Zwitser schonk zijn indrukwekkende bibliotheek aan de VU, vandaar dat het centrum naar hem is genoemd.
Zijn eerste schreden op het theologisch pad zette Van der Laan op de Centrale Pinkster Bijbelschool in Amsterdam, die later werd omgedoopt tot Azusa theologische hogeschool. Daarvan is hij inmiddels directeur. In 1987 promoveerde hij bij Hollenweger op een dissertatie over Gerrit Roelof Polman (1886-1932), grondlegger van de pinksterbeweging in Nederland. Nadien liet hij in talrijke publicaties van zich horen.
Van der Laan gaat promovendi uit de derdewereldlanden begeleiden en het onderzoek naar de pinksterbeweging stimuleren. Thema’s die hij van plan is te agenderen zijn bijvoorbeeld de pinksterbeweging in Nederlands-Indië en de zending van de pinksterbeweging in China. „En een nieuw recent fenomeen is het niet-westerse pinksterdom. Mensen uit Afrika, Latijns-Amerika en Azië komen naar Nederland en richten er kerken op. Daarachter gaat de visie schuil dat het in Europa donker is geworden en het evangelie er gebracht moet worden. De kerken die deze niet-westerse pinkstergelovigen oprichten, bestaan dus voor een groot deel uit migranten.”
Aan de migrantenkerken kunnen de gevestigde Nederlandse kerken een voorbeeld nemen, zegt de nieuwe pinksterhoogleraar. „Ze kenmerken zich door een sterke gemeenschapszin. De diensten duren er langer, gaan vaak ook gepaard met een maaltijd. De sociaal-maatschappelijke dimensie van het kerkzijn is er veel groter. Opvallend is ook de zorg voor meisjes en jonge vrouwen die in slavernij leven en gedwongen worden prostituee te zijn. De migrantenkerken ontfermen zich over deze vrouwen. Omdat onze samenleving prostitutie te veel heeft geaccepteerd als iets normaals, is er ook geen oog voor deze moderne slavernij.”
Van der Laan, zelf predikant van de Verenigde Pinkster- en Evangeliegemeenten, typeert het pinkstergeloof als een gevoelige godsdienst, gericht op persoonlijke ervaring. „Je kunt een persoonlijke relatie met Jezus aangaan en onderhouden. Pinkstergelovigen leggen veel nadruk op het werk van de Heilige Geest. De geloofsbeleving is blij en uitbundig van karakter. In de samenkomsten is een sterk besef van Gods aanwezigheid, een verwachting dat Hij iets doet. Elke dienst is weer een gebeurtenis. Mensen worden regelmatig uitgenodigd naar voren te komen, waar dan met hen wordt gebeden.”
In zijn oratie noemt Van der Laan drie kenmerken van de pinksterbeweging: het gevaar in uitersten te vervallen, het verlangen naar de ideale gemeente en activisme. Leden van de pinkstergemeente zijn bereid de daad bij het woord te voegen, ervoor te gaan, aldus Van der Laan. In zijn oratie illustreert hij dit: Theo Verkamman (1914-1993) verhuisde met zijn Amsterdamse pinkstergemeente naar de Verenigde Staten.
Die verhuizing liep echter uit op een mislukking. „Verkamman kreeg geen enkele kans in de Amerikaanse Gospel Assembly. Door zijn kennis werd hij als een bedreiging gezien. Regelmatig werd vanaf de kansel gepredikt dat het stellen van vragen niet van God was en dat men alleen maar naar de Heilige Geest moest luisteren.”
Gevoel en ervaring moeten gecompenseerd worden door theologische reflectie, spiegelt Van der Laan de pinkstergemeenten voor. „Door de nadruk die in deze kringen wordt gelegd op de doop met de Heilige Geest, is het individualisme er vrij sterk. Omdat je de Geest hebt, meen je misschien een ander niet nodig te hebben. Die kant kan het uitgaan, maar dat is gevaarlijk. Individualisme wordt door de persoonlijke toe-eigening van de Geest wel versterkt, maar mag niet los komen te staan van het gemeentebewustzijn.”
Zijn er geen opvallende overeenkomsten tussen de pinksterbeweging en de bevindelijk-gereformeerden? De pinksterhoogleraar erkent hiernaar nog weinig onderzoek te hebben verricht. Ooit bezocht hij een dienst waarin een predikant uit de kring rond het Gekrookte Riet voorging. Hij vond daar wel ernst en eerbied, maar niet de blijdschap van het geloof die zo kenmerkend is voor de pinksterbeweging. „De predikant liet zich erg kritisch uit over bekering. Hij sprak van mensen die zich bekeerd noemden, maar toch dwaalden. Daar zat ik dus, met mijn bekeringservaring. In het gebed werd schuld beleden over alles wat er die week mis was gegaan alsof volgende week ook wel weer alles mis zou gaan. Ik miste de blijdschap van het geloof. Wat ik wel zag was respect voor God, en op dat gebied schieten onze kringen wel eens tekort.”
Toch heeft Van der Laan wel de indruk dat er parallellen bestaan tussen de Pinksterbeweging en de bevindelijk-gereformeerden. Ook onder laatstgenoemden zijn altijd anti-intellectuele tradities aanwezig geweest en wordt sterk de nadruk gelegd op het werk van de Heilige Geest. De bijzonder hoogleraar heeft nog geen concrete plannen voor vergelijkend onderzoek, maar vermoedt wel in deze richting iets te doen.
Hij zou dit goed samen kunnen doen met een bijzonder hoogleraar bevindelijk-gereformeerd protestantisme, mocht het ooit tot stichting van zo’n leerstoel komen.