Vallende sterren, lessen voor toekomst
De marktturbulentie in de afgelopen twee jaar heeft veel extra inzicht opgeleverd. We beseffen weer beter welke factoren kunnen leiden tot overdreven marktwaarderingen. Daarnaast zijn er lessen te trekken met betrekking tot beleggingsfondsen.
Meerdere sterren zijn van hun voetstuk gevallen. Bij fondsselectie zijn de manager en zijn beleggingsproces cruciaal – en niet de resultaten uit het verleden.De aandelenmarkten hebben een ongekend onrustige periode achter de rug. Vanaf medio 2007 was er sprake van een enorme correctie op de beurs, veroorzaakt door de kredietcrisis. Het herstel op de aandelenmarkten sinds maart dit jaar was sterk, maar de niveaus van twee jaar geleden zijn nog niet in zicht. Over de afgelopen vijf jaar werd geen geld verdiend met aandelenbeleggingen.
Toch is het onwaarschijnlijk dat ook op de lange termijn het rendement op aandelen nihil zal zijn. Beursgenoteerde ondernemingen maken doorgaans winst, die voor een belangrijk deel via koersstijgingen of dividenduitkeringen bij de aandeelhouders terechtkomt. Maar als de winstverwachtingen te hooggespannen zijn en te veel toekomstige winst wordt verdisconteerd in de koersen, kunnen markten overgewaardeerd raken. En dat was, zo weten we achteraf, in de afgelopen jaren het geval. Onvoldoende werd onderkend dat consumptie en investeringen te sterk leunden op geleend geld. Daarnaast was er in een aantal landen sprake van een te ruim monetair beleid en onvoldoende toezicht van de kant van de centrale banken. Hieruit zijn wijze lessen voor de toekomst te trekken.
De forse koersbewegingen in de afgelopen paar jaar hebben ook met betrekking tot de selectie van beleggingsfondsen extra inzicht opgeleverd. Gedurende de jaren waarin de beurzen stijgen, kan een beheerder –door grotere risico’s te nemen in het fonds– een mooi resultaat laten zien. Pas na een periode van koersdalingen blijkt of de bovengemiddelde resultaten van het fonds te danken waren aan de kunde van de manager of aan het extra gelopen risico.
Het fondsselectieteam bij de bank waarvoor ik werkzaam ben, heeft de resultaten en karakteristieken van een reeks fondsen die in aandelen uit de opkomende markten beleggen op een rij gezet. De onderzochte fondsen behoren binnen de totale groep van dit soort fondsen tot de 25 procent met de beste resultaten in de periode 2004-2006 en hadden alle ook een hoge waardering van Morningstar. Met recht sterren binnen hun ”peer group”. Maar wat blijkt: in de periode 2007-2008 waren de meeste van deze beleggingsfondsen weggezakt naar de slechtst presterende 25 procent en waren zij vaak één of meerdere Morningstarsterren kwijtgeraakt. Deze verschuivingen zijn niet uniek voor de opkomende markten. Ook grote, bekende fondsbeheerders met een wereldwijde aandelenportefeuille vielen van hun voetstuk.
Eén les die geleerd kan worden, is dat veel van de aangeboden fondsen niets toevoegen aan de bestaande fondsen of te klein zijn geworden om efficiënt te kunnen werken. Circa 3800 beleggingsfondsen zijn gesloten in de eerste helft van het jaar en de verwachting is dat het jaartotaal op 8000 sluitingen zal uitkomen.
De tweede les ligt in de manier van fondsselectie. Om de valkuilen van historische resultaten en aantal sterren te vermijden, moet duidelijk zijn op welke wijze de resultaten tot stand zijn gekomen. Daartoe is zowel cijfermatige als kwalitatieve analyse van belang. Hoe vindt de besluitvorming plaats, wie doet research, op basis van welke criteria wordt tot aan- en verkoop overgegaan? Wie is de portefeuillemanager, wat is het risicobeheer? Zonder antwoord op dergelijke vragen is het moeilijk om onderscheid te maken tussen fondsen die alleen risico toevoegen en fondsen die dit niet doen maar toch waarde toevoegen. In de wereld na de financiële crisis zullen fondsbeheerders niet alleen op historische resultaten en het merk worden beoordeeld. Van cruciaal belang voor het selecteren van een goed fonds zijn het beleggingsproces, de ervaring en de focus van de portefeuillemanager en de ondersteuning van de organisatie waarvoor hij werkt. Zonder een antwoord op deze vragen is de kans groot dat een gekozen fonds deel uitmaakt van de 75 procent van de fondsen die achterblijven bij de index.
De auteur is werkzaam als hoofd strategie & research bij Theodoor Gilissen Bankiers. Zijn bijdrage is geen aanbeveling of advies om effecten te kopen of te verkopen.