Brenninkmeijer vroeg zich openlijk af waarom mensenrechten niet aan bod kwamen bij de evaluatie van de rellen op het strand van Hoek van Holland. „De politie gebruikte op het strand excessieve maatregelen om zich te verdedigen. Het leven van het aanwezige publiek liep hierbij gevaar", zei Brenninkmeijer. Volgens hem rechtvaardigt een gebrek aan goede organisatie bij de politie niet dat er gewonden vielen en zelfs iemand om het leven kwam.De ombudsman zei dat de kans groot is dat hij klachten zal ontvangen over het optreden van de politie op 22 augustus.

Brenninkmeijer noemde ook misstanden in de jeugdzorg en de gezondheidszorg als voorbeelden waarbij de overheid de rechten van burgers schendt. Zo komen kinderen die door de rechter uit huis geplaatst worden in een gevangeniscel terecht omdat er in jeugdinstellingen geen plaats voor ze is. Het recht op vrijheid zou hiermee in het gedrang komen. Volgens Brenninkmeijer is dit ook te wijten aan rechters die hun oordeel alleen op de wet baseren en niet aan de consequenties van hun beslissingen denken.

De ombudsman zei zijn zorgen over het gebrek aan naleving van mensenrechten te hebben aangekaart bij de verantwoordelijke ministers, maar dat hij van hen als reactie kreeg dat hij overdreef. Toch zei hij aan de bel te zullen blijven trekken zodra het wat hem betreft misgaat. „De overheid heeft instituties en een beleid nodig die op de naleving van mensenrechten toeziet”, aldus de ombudsman.