Opinie

Opvallend vaak Nobelprijs voor migrant

In Stockholm en Oslo zijn vandaag de Nobelprijzen uitgereikt. Bert de Bruin wijst op de grote hoeveelheid Joden en andere landverhuizers onder Nobelprijswinnaars.

10 December 2009 09:39Gewijzigd op 14 November 2020 09:20

Net zoals antisemieten graag ‘bewijzen’ dat Joden de wereld of delen ervan beheersen, benadrukken Joden soms maar al te graag ‘hun’ bijdragen aan de mensheid. Op de website jinfo.org zijn lijsten vinden met titels als ”Joden in het schaken”, ”Joden in de sociologie”, en natuurlijk ”Joodse Nobelprijs­winnaars”. Volgens de site is 22 procent van alle winnaars Joods of „half Joods”, al vormen Joden slechts 0,25 procent van de wereldbevolking.Interessanter dan dergelijke etnisch religieuze –of racistische– statistieken is het feit dat zo veel Nobelprijswinnaars, Joods en niet-Joods, afstammen van emigranten of zelf ooit emigreerden. De biografieën van de winnaars van deze prijs der prijzen, te vinden op http://nobelprize.org, zijn erg boeiend. Alles bij elkaar hebben sinds 1901 802 personen de prijs gewonnen. Laten we ons beperken tot de 603 winnaars van de prijzen voor scheikunde, natuurkunde, geneeskunde en economische wetenschappen. De keuze voor winnaars van de prijzen voor literatuur en de vrede is zelden objectief en heeft regelmatig tot hevige discussies geleid.

Uit veel levensverhalen blijkt dat de wetenschappers, hun ouders, groot- of voorouders emigreerden –vaak naar de VS, maar ook naar Groot Brittannië, Frankrijk, Israël en andere landen–, op zoek naar een beter of veiliger leven. Ik vond minstens 158 winnaars die zelf om de een of andere reden hun geboorteland voorgoed verlieten, 54 wier ouders emigranten waren en 26 winnaars van wie de groot­ouders emigreerden. Amerikanen –zo goed als allemaal na­zaten van landverhuizers– vormen de absolute meerderheid van wetenschappers wier biografie geen specifieke melding van migratie maakt.

Een aantal Nobelprijswinnaars overleefde de Holocaust. Sommige van hen –bijvoorbeeld Robert Aumann (economie, 2005)– vluchtten, als volwassene of op jonge leeftijd, voor het uitbreken van de Tweede Wereld­oorlog naar Amerika of Engeland. Anderen, onder wie Rita Levi-Montalcini (geneeskunde, 1986) en Avram Hershko (scheikunde, 2004), overleefden de oorlog in bezet Europa.

Maar niet alleen Joden spelen de rol van vluchteling in de biografieën. Zo waren de voor­ouders van minstens drie laureaten hugenoten, die op de vlucht voor religieuze onderdrukking naar de Nieuwe Wereld kwamen. Ook zijn niet alle migranten vluchtelingen. Vaak verhuisde een wetenschapper of -ster naar het buitenland (wederom, meestal de VS) simpelweg vanwege zijn of haar academische carrière.

Natuurlijk vormt het werk dat deze 603 personen tot Nobelprijswinnaars maakte slechts een klein deel van uitmuntende menselijke inspanningen en prestaties in de afgelopen 109 jaar. En vanzelfsprekend waren en zijn niet alle migraties een onbetwiste zegening voor de migranten zelf of voor de landen waar ze terechtkwamen.

Toch lijken de levensgeschiedenissen van de prijswinnaars te suggereren dat er een verband bestaat tussen aan de ene kant intellectuele vrijheid, religieus-politieke tolerantie en gastvrijheid van een land, en zijn economische, wetenschappelijke en culturele bloei aan de andere kant. Dat meer dan 273 van de 603 winnaars Amerikanen zijn, kan nauwelijks toeval zijn. Afgezien van wat dit zegt over Amerikaanse universiteiten en onderzoeksinstellingen, het zou zeker ook te maken kunnen hebben met het feit dat de VS (nog steeds) een immigrantenland zijn.

Heenkomen

Amerika is niet het enige voorbeeld. De bloei van de economie en het culturele leven in de Verenigde Nederlanden in de gouden eeuw hield direct verband met de Joodse, protestantse en andere vluchtelingen die in de Republiek een veilig en relatief verdraagzaam heenkomen zochten en vonden. Iets soortgelijks geldt voor de geschiedenis van de islam: daarin valt zeker een samenhang tussen tolerantie en bloei waar te nemen.

Tegenwoordig zien velen in het Westen immigranten –en dan vooral de moslims– als een last en bedreiging, en niet als een bron van ‘vers bloed’ die maatschappijen kan inspireren en versterken. Een economische recessie en vastgeroeste ideeën, maar ook islamistische terreur en een schijnbaar gebrek aan aanpassingsvermogen onder sommige moslims zijn daar debet aan.

De auteur is historicus. In 1995 emigreerde hij naar Israël. Dit is een bijgewerkte versie van een artikel dat eerder in The Jerusalem Report verscheen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer