Zij zullen niet alleen roepen, maar ook zoeken. Zij zullen niet alleen zoeken, maar zoeken en arbeiden om te vinden. Ja, zij zullen Mij vroeg zoeken en vluchten naar bekering. Zij zullen Mij niet vinden.Nu iets over de tijd van hun zoeken. Dan is het die tijd waarop de Heere met de vinger wijst, alsof Hij wil zeggen: Dan zult u deze mensen wel anders gezind zien. Dan zullen zij wel bekeerd willen zijn. Ja, dan zullen zij hun zonden wel willen verlaten. Dan zullen zij wel genade willen hebben en met God verzoend zoeken te zijn. Helaas, zij zagen dit niet, maar God voorzag het wel, want Hij zegt: Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden, zij zullen Mij vroeg zoeken, maar zullen Mij niet vinden.

U ziet hier ook de teleurstelling van hun hoop. Wij zien hier wat aan hun zoeken ontbrak. Hun zoeken was niet recht als we dit zien in het licht van de rechtvaardigheid Gods, Die eenieder zal vergelden naar zijn werken. Want Hij zegt: …maar Ik zal niet antwoorden. Daaruit kunnen wij leren dat God hen die niet horen willen als God hen roept, hen niet horen zal als zij tot Hem roepen.

William Fenner,predikant te Rochfort

(”Het groot gevaar van uitstel der bekering”, 1661)