Optreden Rusland dominant eenzijdig
Een aantal Europese landen steunt een Russisch plan voor een nieuw Europees veiligheidsverdrag. Volgens dr. Marcel de Haas schaadt het plan echter overduidelijk de westerse belangen.
In juni 2008 lanceerde de Russische president Dmitri Medvedev het idee om te komen tot een andere Europese veiligheidsarchitectuur. De huidige, bestaande uit organisaties als NAVO, EU en OVSE, was volgens hem een restant van de Koude Oorlog. In plaats daarvan moest er een nieuw Europees breed veiligheidsverdrag komen en een bijbehorende organisatie. Vorige week heeft de Russische leider hiertoe een concepttekst gelanceerd. Wat moet het Westen aan met dit voorstel?Het conceptverdrag zegt een gemeenschappelijke en onverdeelde veiligheidsruimte in de Euro-Atlantische regio te creëren en de erfenis van de Koude Oorlog te beëindigen. Het verdrag moet het beginsel van ondeelbare veiligheid bindend vastleggen in het internationale recht, waardoor geen enkel land of organisatie zijn eigen veiligheid kan versterken ten koste van anderen.
Als dat wel gebeurt, beschikt het verdrag over de mechanismen van consultaties en conferenties. De conferenties nemen besluiten bij consensus die bindend zijn, die dus moeten worden uitgevoerd door de lidstaten. Het verdrag voorziet ook in de mogelijkheid voor lidstaten tot het geven van militaire bijstand als een andere lidstaat wordt aangevallen.
Veiligheidsraad
De hele gang van zaken rond het Europese veiligheidsverdrag getuigt van een eenzijdig optreden van Moskou, dat zijn status als supermacht opeist. De gangbare weg voor veiligheidssamenwerking is dat landen bij elkaar komen en gezamenlijk een verdrag opstellen. Maar Medvedev lanceert unilateraal eerst een voorstel en vervolgens een conceptverdragstekst.
Het Kremlin heeft zich steeds verzet tegen eenzijdig en dominant handelen (van Amerika), maar doet hiermee hetzelfde. De nadruk op juridisch bindende besluiten door de aan dit verdrag gekoppelde conferentie maakt zelfstandig westers handelen op veiligheidsgebied vrijwel onmogelijk.
Medvedev benadrukt in zijn conceptverdrag dat militair optreden ondergeschikt moet zijn aan de VN-Veiligheidsraad. Rusland heeft in dit orgaan een veto om elk (westers) initiatief tot militaire actie te voorkomen. De burgeroorlog in Bosnië, de onderdrukking van de Albanezen in Kosovo rond 1999 en het negeren van VN-resoluties door Sadam Hussein in Irak tot 2003, hebben echter laten zien dat de VN vaak machteloos is omdat grote mogendheden met veto’s de dienst uitmaken, en niet het internationale recht.
(westers) militair optreden buiten de VN is dus soms onvermijdelijk ter bevordering van de internationale rechtsorde. Moskou wil met dit verdrag waarschijnlijk voorkomen dat het Westen zonder Russische instemming overgaat tot dergelijke militaire actie.
Een ander essentieel punt is dat het Kremlin hiermee internationale samenwerking zegt te willen bevorderen, maar recent Russisch handelen het tegendeel laat zien. Moskou heeft in augustus 2008 –zonder een besluit van de Veiligheidsraad vanwege zijn vetomacht– ongestraft militaire operaties in Georgië uitgevoerd. En deze zomer heeft Rusland de waarnemersmissies van VN en OVSE in Abchazië en Zuid-Ossetië doen beëindigen en weigert het de EU-waarnemersmissie toegang tot deze separatistische regio’s.
Medvedevs veiligheidsverdrag kan dus noodzakelijk militair optreden door het Westen verhinderen. Voorts zet het de NAVO, OVSE en EU buitenspel omdat deze westers georiënteerde organisaties niet mogen deelnemen aan de besluitvorming van de conferentie waarin dit verdrag voorziet.
Buiten de deur
De Russische leider heeft in zijn pleidooien voor een nieuwe Europese veiligheidsarchitectuur herhaaldelijk verklaard dat ”Atlanticisme” –Europees-Amerikaanse samenwerking – een restant is van de Koude Oorlog dat zijn tijd gehad heeft. Zo kunnen de Amerikanen buiten de Europese deur worden gehouden.
Wat Medvedev wel heeft bereikt, is Europese verdeeldheid. Hij heeft een aantal landen meegekregen waarmee Moskou goede politieke en/of economische (energie) samenwerking onderhoudt, zoals Frankrijk, Duitsland en Italië. Zo wil Parijs aan Moskou hypermoderne amfibische vliegdekschepen leveren, in weerwil van EU- en OVSE-regelingen inzake wapenleveranties.
Tegenover dit blok staat dat van de Baltische Staten, Polen en Tsjechië, die vanwege historische ervaringen zeer argwanend staan tegenover Russische initiatieven op veiligheidsgebied. Samenwerking met Rusland is prima ,maar niet als dit westers veiligheidsbeleid belemmert en verdeeldheid in Europa bevordert.
De OVSE voorziet al in veiligheidssamenwerking van alle landen tussen Vancouver en Vladivostok. Voor Moskou is de OVSE geen bruikbaar instrument voor zijn veiligheidsbeleid. Daarom komt het met een alternatief in de vorm van een Europees veiligheidsverdrag. Medvedevs verdrag schaadt echter overduidelijk westerse belangen. Niet doen dus.
De auteur is luitenant-kolonel en Ruslandkundige en als krijgskundig onderzoeker verbonden aan het Nederlands Instituut voor Internationale Betrekkingen Clingendael.