Breed keuzepalet nodig in strijd tegen hiv/aids
Christelijke organisaties en kerken spelen een belangrijke rol in de bestrijding van aids, stelt Brenda Bartelink. Maar er is meer nodig dan het propageren van huwelijkse trouw en seksuele onthouding.
In het kader van mijn promotieonderzoek naar religie en ontwikkelingssamenwerking heb ik de afgelopen jaren in Oeganda en Tanzania christelijke ontwikkelingsorganisaties bezocht die zich actief bezig houden met de strijd tegen hiv/aids. Ik ontdekte dat deze organisaties een enorm potentieel hebben om stigmatisering en discriminatie te bestrijden, zoals Darija Kupers-Oving en Anke van Well van Prisma op 30 november in deze krant betoogden. Daar komt nog bij dat de organisaties de afgelopen jaren meer doordrongen raken van het belang van preventie en seksuele voorlichting.In maart was ik in Oeganda en tekende daar gesprekken op tussen christelijke organisaties. Dat gebeurde tijdens een workshop over seksuele gezondheid en rechten, georganiseerd door het netwerk Educaids. De organisaties hadden allen onderzoek gedaan naar de kennis, ervaringen en vaardigheden van jongeren op het gebied van seksualiteit.
Hun bevindingen waren confronterend en werden soms als ronduit schokkend ervaren. Zo zijn jongeren vaak al op jonge leeftijd seksueel actief, zonder dat ze zich voldoende bewust zijn van de gevolgen voor hun gezondheid en zonder toegang tot middelen om zich te beschermen tegen hiv en seksueel overdraagbare aandoeningen.
Jongeren die opgroeien in armoede worden op een andere manier geconfronteerd met seksualiteit dan Nederlandse jongeren. In kleine woningen, waar de hele familie vaak in dezelfde kamer leeft en slaapt maken kinderen al jong kennis met seksualiteit als deel van het leven van ouders en andere familieleden. De eerste verkenningen met seksuele relaties vinden soms al op jonge leeftijd plaats.
Ook komen jongeren op minder positieve en vrijblijvende manieren in aanraking met seksualiteit. Seksueel misbruik van meisjes en vrouwen is een groot probleem. Daarnaast gebruiken jongeren seks als ruilmiddel om bijvoorbeeld eten, kleren of schoolgeld te krijgen.
Kruispunt
Tijdens de workshop werd het de organisaties steeds duidelijker dat de traditionele preventieboodschap waarin jongeren werd voorgehouden pas een seksuele relatie aan te gaan binnen het huwelijk, niet aansluit bij de realiteit van jongeren in Oeganda. Tegelijkertijd hebben deze organisaties idealen als huwelijkse trouw en seksuele onthouding hoog in het vaandel. Jongeren toegang geven tot preventiemiddelen als condooms is een gevoelig onderwerp, vooral voor de betrokken kerkelijke organisaties. Van de discussies die daarover op hoog niveau in de verschillende kerken wordt gevoerd, is het pauselijk standpunt over condooms natuurlijk het meest bekende voorbeeld.
Christelijke ontwikkelingsorganisaties staan echter ook met hun voeten in de modder. Datzelfde geldt voor de gezondheids- en onderwijsprogramma’s van protestantse en katholieke kerken. Zij weten wat er leeft in de gemeenschappen omdat ze er deel van uitmaken. Ze beseffen wat de enorme gevolgen zijn van hiv/aids voor het onderwijs. De Anglicaanse kerk verzorgt in Oeganda bijvoorbeeld 38 procent van het onderwijs. Zoals een katholieke priester opmerkte: „We staan hier op een kruispunt.”
Leiden de verschillende wegen op dit kruispunt naar het metaforische Rome? De organisaties die ik onderzocht zien in dat het belangrijk is om open te praten over seksualiteit en om jongeren instrumenten te geven om gezonde seksuele keuzes te maken die passen bij hun leefwereld. Dat omvat veel meer dan seksuele onthouding, huwelijkse trouw en het gebruik van condooms. Het gaat ook over de mogelijkheid van het uitstellen van seksueel contact tot jongeren wat ouder zijn, over gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen en wederzijdse instemming van mensen die met elkaar vrijen.
Keuzepallet
De oplossingen die organisaties zoeken in het omgaan met het spanningsveld tussen christelijke idealen enerzijds en rechten van jongeren anderzijds zijn ideologisch én pragmatisch van aard. Kupers- Oving en Well lieten al zien dat de rol van religieus leiderschap belangrijk is. Dit geldt zowel op het lokale niveau van de katholieke priester, als ook in theologische discussies op een hoger niveau in de kerken.
Maar meer nog dan in woorden, schuilt de kracht van ontwikkelingssamenwerking wellicht in de daden in de praktijk. Samenwerkende kerken, religieuze ontwikkelingsorganisaties en seculiere organisaties zijn in de praktijk in staat op maat gesneden voorlichting aan jongeren te geven. Seksuele onthouding en huwelijkse trouw maken dan deel uit van een breder keuzepalet. Dit stelt christelijke organisaties in staat hun idealen hoog te houden, terwijl jongeren tegelijkertijd zelf kunnen kiezen of ze die idealen kunnen en willen omarmen.
De auteur is promovendus aan de faculteit godgeleerdheid en godsdienstwetenschap van de Rijksuniversiteit Groningen. Donderdag verzorgt zij een actualiteitencollege over religie en de strijd tegen hiv/aids.