Belofte
„Dan zullen zij tot Mij roepen, maar Ik zal niet antwoorden…”Spreuken 1:28
In vers 23 staat een genadige vermaning: „Keert u tot mijn bestraffing.” Alsof de Spreukendichter wil zeggen: Ziet u niet hoe snel u naar het verderf loopt, en dat de weg die u bewandelt naar de verwoesting leidt? Daarom: Keer weder, keer weder, want er is een Christus achter u. Keer dan toch terug, want indien u zo in uw zonden voortgaat, zult u voor eeuwig vergaan.Aan het eind van het 23e vers wordt een hartroerende belofte gegeven aan de wereld: „Ziet Ik zal mijn Geest u overvloedig uitstorten, Ik zal Mijn woorden u bekendmaken.”
Het is alsof Hij wil zeggen: U zal een beter welkom vinden. Indien u echter in uw zonden voortgaat, de duivel zal u nooit zo veel laten winnen door uw leven in uw eigen lusten, dan u zult ontvangen in uw bekering en het verzaken van de zonden. Want zie, Ik zal Mijn Geest overvloedig uitstorten, waardoor u meer winst zal krijgen dan anders met uw zondige leven.
Vers 28 is een genadig dreigement. Het is voor allen die de dag van de genade veronachtzaamd hebben. Gelijk de tijd en het getij niet wachten op iemand, doet ook de dag der genade dat niet.
William Fenner,predikant te Rochfort
(”Het groot gevaar van uitstel der bekering”, 1661)