Opinie

Sinterklaas

Voor wie het nog niet wist: de ministers Plasterk (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en Ter Horst (Binnenlandse Zaken) oriënteren zich bij hun politieke besluitvorming op de Bijbel. Christenen moeten dat winst vinden, als dat werkelijk zo is. Maar daar valt wel een vraagteken bij te zetten.

3 December 2009 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 09:17

De CDA-Kamerleden Koppejan en Schinkelshoek hebben de ministers vragen gesteld omdat zij zich druk maken over het bezoek van een multiculturele sinterklaas aan de hoofdstad. De Spaanse weldoener, die met zijn geroete metgezellen elk jaar begin december een tournee door ons land maakt, draagt in Amsterdam een mijter zonder kruis. Het CDA-duo vindt dat geen pas geven. Het kruis hoort op de mijter. Het verwijderen van dat symbool is een ontkenning van de christelijke herkomst van onze cultuur.Om die kritiek te kunnen pareren, bestudeerden Plasterk en Ter Horst de Bijbel. Op grond daarvan concludeerden ze dat er niets aan de hand is. „Het kabinet heeft in de Bijbel geen Zwarte Pieten, schimmel, pepernoten of stoomboot kunnen ontdekken. Deze essentialia van het sinterklaasfeest zijn kennelijk niet aan het christendom ontsproten”, zo schrijven de bewindslieden. De ironie tintelt door de antwoorden van de twee PvdA-bewindslieden, die anders een beroep op de Bijbel van tafel vegen.

Plasterk en Ter Horst hebben gelijk. Nergens in de Bijbel staat een aanwijzing dat het sinterklaasfeest gevierd moet worden. Sterker, er zijn eerder argumenten in de Bijbel te vinden die verering van heiligen veroordelen. Onder meer op grond daarvan is er bij een deel van de gereformeerde gezindte altijd bezwaar geweest tegen het sinterklaasfeest.

Met hun antwoord proberen Plasterk en Ter Horst de twee CDA-Kamer­leden met eigen wapens om de oren te slaan. Maar feitelijk gaan ze niet in op de verontrusting die bij Schinkelshoek en Koppejan leeft. Het tweetal is bezorgd dat systematisch de herinneringen aan de christelijke wortels van de samenleving worden weggehaald.

Die zorg is niet misplaatst. Toen deze week een Kamermeerderheid stemde voor de SGP/CDA-motie dat het Wilhelmus verplichte lesstof bij de inburgeringscursus moet worden, hoonde de linkse oppositie de voorstemmers weg. Zij werden beschuldigd van „het krampachtig zoeken naar een Nederlandse identiteit, gebaseerd op oude traditionele waarden.” Alsof dat laatste zo erg is.

Eerder is vanuit linkse hoek aangedrongen op een meer eigentijds volkslied dat niet een uitdrukkelijk christelijk karakter zou dragen maar gezongen kan worden door mensen met allerlei levensovertuigingen.

Juist vanwege het multiculturele karakter van onze samenleving is het van belang onze nationale identiteit te koesteren. Niet om mensen daarmee uit te sluiten. Dat verwijt te maken is wel heel goedkoop. Maar in de ”melting pot” van culturen is het nodig vaste oriëntatiepunten te hebben. Kennis van het nationaal verleden en van de wortels van onze cultuur zijn daarbij onmisbaar. En ook al beweren linkse en libertijnse drammers anders, het joods-christelijk erfgoed heeft een dominante rol gespeeld in de ontwikkeling van onze nationale identiteit. Dat valt niet weg te poetsen.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer