Kerk & religie

Hét antwoord op diepste nood van de mens

Te gemakkelijk laat de apologetiek zich in de verdediging dringen, meende de gereformeerde theoloog Herman Bavinck (1854-1921). Ook hier geldt: de aanval is de beste verdediging.

Kerkredactie
3 December 2009 07:27Gewijzigd op 14 November 2020 09:17

„Een agressieve aanval maakt de ander monddood”, zei dr. H. van den Belt woensdagavond in Leiden. „Juist het christelijke geloof, zoals door God geopenbaard, geeft volgens Bavinck het antwoord op de diepste vragen en verlangens van de mens. Het is daarom een heilige kunst om de diepste nood van de moderne mens zo aan de orde te stellen dat hij ontdekt dat het evangelie een blijde boodschap is. Het evangelie is niet naar de mens, maar de boodschap van vrije genade beantwoordt wel de diepste nood van de mens.”De universitair docent vanwege de Gereformeerde Bond in Utrecht hield voor de Leidse theologische studentenvereniging Synopsis Purioris Theologiae een lezing over de ”Stone Lectures” van Herman Bavinck en diens discussie met de Amerikaanse evangelicale theoloog Benjamin Breckenridge Warfield (1851-1921).

De twee hadden een goede verstandhouding, aldus dr. Van den Belt. Zo verwezen ze regelmatig naar elkaars werken en waardeerden ze elkaars expertise.

In 1903 bespreekt B. B. Warfield in ”The Princeton theological review” Bavincks boek ”De zekerheid des geloofs”. „Een positieve recensie.” Fundamentele kritiek uit de Princeton-theoloog echter op Bavincks visie op de apologetiek. „Warfield is van mening dat Bavinck aan de objectieve bewijzen van het geloof een te geringe plaats toekent in zijn theologie.”

Deels laat Bavinck zich door Warfield corrigeren. Toch houdt hij staande dat alle bewijzen voor het geloof ongenoegzaam zijn om mensen te bewegen tot het geloof. Dr. Van den Belt: „Hoewel de kloof tussen beide theologen niet te groot gemaakt mag worden –Warfield zelf zegt dat hij niet wil polemiseren–, is er toch een wezenlijk verschil in benadering van de fundering van de geloofszekerheid.” Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende twee citaten. Warfield: „Wij geloven in Christus omdat het redelijk is en niet hoewel het onredelijk is om in Hem te geloven.” Bavinck: „Hoe zij tot geloof kwamen, weten de gelovigen niet te verklaren. Alle oorsprongen zijn met den sluier van het mysterie bedekt, alle geboorte is uit de duisternis tot het licht.”

Achter het verschil in opvatting over de apologetiek schuilt een cultuurverschil, stelde dr. Van den Belt. „De Amerikaanse benadering leunt sterk op de filosofie van de ”common sense” (het gezonde verstand). Die benadering laat ruimte voor rationele godsbewijzen. Met je verstand kun je bewijzen dat er een god is, en door de openbaring kun je weten Wie God is, zo was de gedachte.”

Bavinck, in de Europese cultuur, is veel dieper door de Verlichting heengegaan, aldus de inleider. „De filosoof Immanuël Kant rekende in de achttiende eeuw af met de rationele godsbewijzen. Bavinck wil de kritiek van de Verlichting serieus nemen. Dat betekent dat de verdediging van het geloof alleen mogelijk is als een soort verantwoording achteraf, vanuit het standpunt van het geloof.”

Ondanks de verschillen wordt Bavinck, evenals eerder Abraham Kuyper (1898), uitgenodigd om in Princeton ”Stone Lectures” te komen verzorgen. Dat gebeurt in 1909 – reden waarom ze dit jaar in Princeton uitvoerig zijn herdacht.

Als onderwerp voor zijn lezingen neemt Bavinck de ”Wijsbegeerte der Openbaring”. Daarin werkt hij zijn visie op de apologetiek uit. Hét verschil met Warfield blijft dat apologetiek bij hem het (christelijke) geloof veronderstelt.

De ”Wijsbegeerte der Openbaring” laat een alternatieve benadering van de apologetiek zien, zei dr. Van den Belt. En hoewel Bavinck in zijn lezingen niet expliciet verwees naar zijn eerdere discussie met B. B. Warfield, werden zijn ”Stone Lectures” in Princeton wel gezien als een bijdrage aan de apologetiek.

Nadrukkelijk hield Bavinck vast aan de uniciteit van het christelijke geloof, aldus de universitair docent. „Buiten het geloof in Christus is er geen zaligheid. Alle heidense godsdienst slaagt er ten slotte niet in het menselijk hart te bevredigen. De godsdienststichters hebben wel sommige wilde takken van de valse religie afgehakt, maar de wortel niet uitgeroeid.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer