Advocaten verdachte Golden Sun wraken rechter
AMSTERDAM (ANP) – De advocaten van hoofdverdachte Mirko van O. in de fraudezaak rond vastgoedfondsen Golden Sun en Royal Dubai hebben de drie betrokken rechters gewraakt. Dat deden ze woensdag tijdens de behandeling van de zaak door de rechtbank in Amsterdam.
De advocaten eisen dat onderzocht wordt of Van O. voorkomt op geheimhoudersgesprekken (vertrouwelijke gesprekken tussen verdachten en hun advocaat), die op een aantal dvd’s staan. De rechtbank vond dat niet nodig en besloot de zaak niet aan te houden voor een dergelijk onderzoek. Volgens de officier van justitie is in het onderzoek naar de fraudezaak geen gebruikgemaakt van de dvd’s en is de aanklagers niet bekend wat erop staat.Golden Sun was een fonds dat voor beleggers zou gaan investeren in onder meer luxe Turkse villa’s en een hotel. Bijna 230 mensen, die samen ongeveer 20 miljoen euro inlegden, zouden door de fraude gedupeerd zijn. Bij Royal Dubai gaat het om een handvol investeerders, die samen voor een paar ton instapten.
Beleggers investeerden allemaal meer dan 50.000 euro, waardoor de activiteiten van Golden Sun en Royal Dubai buiten het toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) vielen. De fondsen beloofden beleggers rendementen van jaarlijks meer dan 12 procent. Ook zouden investeerders na drie jaar gegarandeerd hun inleg terugkrijgen.
De beloofde investeringen zijn volgens het OM nooit gedaan en daardoor zouden ook nooit rendementen zijn behaald. Er is volgens het OM nauwelijks geld om de inleg terug te betalen. De verdachten zijn volgens het OM schuldig aan onder meer oplichting, valsheid in geschrifte en witwassen.
Golden Sun en Royal Dubai waren in 2007 de eerste van een reeks Nederlandse beleggingsfondsen die opgerold werden op verdenking van fraude. De zaken komen tegelijkertijd voor de rechter, omdat twee van de hoofdverdachten, Mirko van O. en Daniël B., bij beide oplichtingszaken betrokken zijn. B. is nog voortvluchtig.
De advocaten van Van O. en van de eveneens voortvluchtige verdachte Olav B. hadden de rechtbank ook om aanhouding verzocht, omdat zij een dag voor het geplande begin van de inhoudelijke behandeling van de zaak een ’verhuisdoos’ aan papieren hadden binnengekregen met betrekking tot de zaak. Er was volgens hen onvoldoende tijd om ze in te zien en te bespreken met hun cliënten. De rechtbank wees dat verzoek af.