Obama gelooft in de snelkookpan
Soms heb je van die toespraken die na een of twee zinnetjes eigenlijk al beëindigd hadden kunnen worden, omdat in die zinnen eigenlijk alles is gezegd. De omhaal van woorden die nog volgt, of eraan voorafging, wordt enkel nog gekleurd door en uitgelegd vanuit die paar woorden.
Zoiets was ook aan de hand met de toespraak, afgelopen nacht, van Obama, waarin hij zijn Afghanistanstrategie uiteenzette. De stroom van stoere zinnen, ernstige woorden en grote beloften droogde op toen Obama het vertrek uit Afghanistan aankondigde: zomer 2011. Ineens veranderde Obama’s Afghanistanstrategie in een exitstrategie.Op zich een begrijpelijke en noodzakelijke stap. Met het noemen van een datum stelt Obama de Amerikaanse burger gerust, omdat die Afghanistan tot een tweede Vietnam ziet verworden, met aan het eind een vernederende aftocht in plaats van een eindeloos uitgestelde terugtocht. Als politieke boodschap heeft Obama ongetwijfeld ook de oren van de Afghaanse president Karzai willen bereiken, van wie Washington vindt dat hij te weinig doet om bestuurlijk orde op zaken te stellen. Nu kan Karzai weten dat het geduld van Amerika met hem niet eindeloos zal duren, en dat hij al over twee jaar het voortouw in de strijd tegen de taliban moet nemen. Tenslotte zal ook buurland Iran de Amerikaanse vertrekdatum in zijn agenda hebben genoteerd.
Maar ook de Amerikaanse militaire top moet blij zijn met zo’n einddatum, deze kan nu middelen en doelen in een tijdpad neerzetten.
Maar riskant blijft het, zo’n keiharde vaststelling van vertrek. De buitengewoon complexe Afghanistankwestie wordt immers in een militair-politieke snelkookpan gestopt, waaruit dan over twee jaar een positief resultaat moet komen, want exit betekent straks niet met de staart tussen de benen weg, maar met de vlag in top. Gebeurt dat niet, dan is Obama’s lot als president bezegeld.
Is het reëel om in zo’n korte periode zo’n positief resultaat te verwachten? In hoeverre was Obama’s speech een irreële bezweringsformule? Het talibanprobleem is niet enkel met militaire middelen op te lossen, maar kent ook een regionale dimensie. Zo heeft buurland Pakistan er alle belang bij dat de Afghaanse taliban in stand worden gehouden (in tegenstelling tot de Pakistaanse taliban). Ook het zich voortslepende conflict tussen India en Pakistan staat niet los van wat er in Afghanistan gebeurt. Dan is er de etnische kwestie van de Afghaans-Pakistaanse Pathanen, met hun Pathaans nationalisme, dat de grens tussen Pakistan en Afghanistan niet erkent. Verder suggereert de druk die Obama op de Afghaanse president wil uitoefenen, dat het onwil van Karzai is dat zijn zwakke optreden bepaalt. Zet hem onder druk en Karzai krijgt de corruptie onder controle, lijkt Obama te suggereren. Intussen weet iedereen dat het diep in de cultuur gewortelde politiek-bestuurlijke systeem in Afghanistan niet deugt, en daarvan is Karzai slechts een exponent.
Obama’s strategie hecht ten slotte grote waarde aan de snelle opbouw van het Afghaanse leger en politie. Die moeten na 2011 het stokje overnemen in de strijd tegen de taliban. Daarvoor moet het aantal manschappen uitgroeien van de huidige 90.000 tot zo’n 400.000 man. Maar hoe reëel is dat? Waarnemers hebben erop gewezen dat het leger in werkelijkheid niet meer dan 35.000 man telt. Dat zegt iets over de corruptie die ook daar welig tiert. Bovendien is bekend dat het politieapparaat buitengewoon corrupt en incompetent is. En ook hier geldt dat deze misstanden diepgeworteld zijn in de Afghaanse cultuur en samenleving. Iets wat niet een-twee-drie (lees: binnen twee jaar) kan zijn opgelost.
Lichtpuntje is wellicht dat de strijd tegen al-Qaida tamelijk succesvol verloopt (in tegenstelling tot die tegen de taliban). Al-Qaida is sowieso niet meer wat het is geweest. Zo heeft het steeds minder aantrekkingskracht op jonge moslims, en verkeert de beweging in geldnood. Verder zijn de door de CIA geleide aanvalsacties met behulp van onbemande vliegtuigjes (”drones”) redelijk succesvol. Maar voor de lange termijn blijft uitschakeling van de Afghaanse taliban als potentiële gastheer voor al-Qaida cruciaal.