Kosovo–zittingen Vredespaleis begonnen
Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) is dinsdagochtend begonnen met de mondelinge behandeling van de kwestie of de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo legaal is.
De etnisch Albanese meerderheid in de Servische provincie Kosovo verklaarde vorig jaar eenzijdig haar onafhankelijkheid. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties heeft de ICJ–rechters in het Haagse Vredespaleis om een juridisch advies gevraagd over de legaliteit van die stap. Dat gebeurde op instigatie van de regering in Belgrado, die haar afvallige provincie terug wil.De Servische delegatie kreeg van de bejaarde ICJ–president Hisashi Owada (Japan) als eerste het woord. De Servische delegatieleider, Dusan Batakovic, noemde de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring een „uitdaging van de internationale rechtsorde" en een „flagrante schending" van de beginselen van soevereiniteit en territoriale integriteit.
De Kosovo–Albanezen hebben ook de VN–Veiligheidsraad uitgedaagd, aldus Batakovic, door de „juridische status te beëindigen" die de raad voor Kosovo heeft vastgelegd: tijdelijk VN–bestuur, terwijl de provincie onderdeel blijft van Servië.
Kosovo is de „historische wieg van Servië" en een pilaar van zijn nationale identiteit, zei Batakovic. Door de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring zijn de Serven in Kosovo „een minderheid in eigen land geworden".