Opinie

GGiN (b.v.)

Met stijgende verbazing heb ik het artikel (RD 19-11) gelezen over de toekomst van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (b.v.). Het bericht is een herhaling van zaken die al eerder, soms zelfs al meerdere keren, in de krant hebben gestaan of inmiddels oud nieuws zijn. Als lid van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland (b.v.) ontdekte ik dat er diverse zaken niet in het artikel zijn vermeld. Zo ging ds. A. Wink ondanks zijn ziekte tot voor kort nog voor in de gemeente, bevestigde hij in oktober nog een huwelijk en heeft hij de afgelopen tijd nog doopdiensten gehouden. Ik vind het erg triest dat ds. A. Wink de rode draad is die door het hele artikel loopt. En dat terwijl het RD op de hoogte was van het feit dat de gezondheid van ds. Wink sinds kort sterk verslechterd is en dat hij naar de mens gesproken nog maar kort te leven heeft. Dat het RD, bij wijze van spreken, aan het sterfbed van onze predikant al over de toekomst van het kerkverband schrijft, heeft mij en vele anderen diep geraakt.

1 December 2009 10:37Gewijzigd op 14 November 2020 09:16

Aart AalbersKanaalweg 19

3901 EV Veenendaal


Volgens prof. dr. L. F. Groenendijk (RD 23-11) moeten we constateren „dat er bij Bayly verschil bestond tussen zeggen en doen.” Dit baseert hij op het feit dat Lewis Bayly aangeklaagd was omdat hij inkomsten uit kerkelijke bezittingen niet de juiste bestemming zou hebben gegeven. Deze aanklacht wordt ook genoemd door L. J. van Valen in het tijdschrift Oudvaders nr. 22 van dit jaar. Echter, volgens hem berust deze uitspraak kennelijk op lastering. Door de bijdrage van Groenendijk wordt de persoon van Bayly slecht afgeschilderd, waardoor veel mensen wellicht ontmoedigd worden om zijn indrukwekkende boek te lezen. We moeten echter niet vergeten dat bij de puriteinen, van wie Bayly er één was, leer en leven onlosmakelijk met elkaar verbonden waren. Laten we daarom vooral niet aarzelen om dit zeer nuttige werk ter hand te nemen.

Jan Pieter Kole en Jan de Wit

Blommesteinsingel 17

2804 EA Gouda


Een autist is angstiger en onzekerder in het geloof, aldus een artikel in RD 19-11. Onze zoon van 14 jaar (met klassiek autisme en verstandelijke beperking) kan redelijk goed praten. Maar om de taal als communicatiemiddel te gebruiken om aan te geven wat hij wel of niet wil, is heel moeilijk voor hem. „Ik vind dit niet fijn”, lijkt onmogelijk om te zeggen. De leiding van zijn woongroep benoemde ons iets opvallends: „Uw zoon bidt altijd uitgebreid hardop voor de zieken (bij name) en vraagt vergeving aan God voor momenten waarin hij ‘stout’ is geweest.” Opmerkelijk, vond de leiding. Bemoedigend, vonden wij als ouders. Verwondering: Heere, U kunt alles!

Anita den Hoed-Bal

Vliegenstraat 8

2805 GH Gouda


De nieuwe ”Studiebijbel in perspectief” gaat niet in op de vraag of de scheppingsdagen in Genesis als zes dagen van 24 uur te beschouwen zijn (RD 25-11). Volgens prof. dr. H. G. L. Peels, een van de hoofdredacteuren van de studiebijbel, is het debat hierover een „typische discussie in Nederland en Amerika” met een „modernistische invalshoek.” „Je mag een Bijbeltekst niet meer laten zeggen dan hij kan en niet minder dat hij wil.” Genesis kan dus geen echte antwoorden geven op de vraag. Inderdaad. Maar dat komt door de hermeneutische leesregels bij het lezen van Genesis. Bij het niet accepteren van die hermeneutische leesregels is er geen sprake van een ”typische discussie”, maar van belijden op grond van heldere taal.

In ”Het was zeer goed. Zes overdenkingen over de schepping” schrijft ds. D. de Wit (blz. 22): „Het wordt avond aan het eind van de eerste scheppingsdag. Daarna volgt een morgen. Het licht dat God uit de duisternis heeft geschapen, brengt scheiding. Er komt licht en donker. Als het avond wordt, wijkt het licht en als het morgen wordt, breekt er weer licht aan. De wending van donker naar licht geeft aan dat er een nieuwe dag aanbreekt. Een gewone dag van vierentwintig uur, zoals wij die vandaag nog steeds hebben. Dat is naar de orde die God gegeven heeft.” Op deze wijze wordt er gelezen en beleden wat er staat. Zo lazen ook Calvijn en vele anderen. De vraagstelling is niet modernistisch, maar bewandelt een oud en beproefd spoor van Bijbellezen.

Ds. A. Hoekman

Struikheide 28

3069 LJ Rotterdam

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer