Westerse zeelui praten liever niet over godsdienst
Met het zicht op reusachtige schepen en hijskranen in de havens had dinsdag in Rotterdam de eerste conferentiedag voor pastors voor zeevarenden plaats. De gedachte dat secularisatie een negatieve lading heeft, werd er resoluut van de hand gewezen.
Schepen liggen te schitteren in de voorjaarszon. In de anglicaanse kerk St. Mary’s aan de Pieter de Hooghweg straalt het licht door de hoge ramen. Pastors uit heel Noordwest-Europa -zelfs uit Polen, Zweden en Rusland- zijn vertegenwoordigd op de interkerkelijke conferentie, die tot en met donderdag duurt. De deelnemers behoren onder meer tot de Russisch-Orthodoxe, Rooms-Katholieke of Anglicaanse Kerk. Onder de aanwezigen zijn ook leden van de SoW-kerken. Allen zijn aangesloten bij de overkoepelende organisatie International Christian Maritime Association (ICMA).
Voor de pastors bestaat de dagelijkse routine uit het rondrijden in de havens, schepen bezoeken en gesprekken voeren met de bemanning. Zeelui hebben, zo bleek dinsdag, vaak wel wortels in de christelijke godsdienst, maar hebben zelf meestal de kerk de rug toegekeerd. Het thema van de conferentie luidde: ”Een uitdaging in een veranderende wereld; christelijk pastoraat voor zeevarenden met het oog op secularisatie”.
Een Deense pastor merkte op dat hij vooral bij bezoeken op Nederlandse schepen bot vangt. Nederlanders willen volgens hem niet over religie praten. De boot is een plaats om te werken, vinden zij. Wel zijn herinneringen aan vrome ouders of grootouders latent aanwezig. Maar niet alleen Nederlanders vinden dat godsdienstbeleving tot het privé-leven behoort. De Duitse pastor H. Feenders noemde het een typisch West-Europees fenomeen. Voor Filipijnen daarentegen -vaak goedkope werkkrachten die voor korte periodes op verschillende schepen meevaren- is de religie verweven met het leven van alledag.
De ontoegankelijkheid van de Europeanen wordt nog eens bevorderd door de hoge werkdruk. Al met al een lastige opgave voor pastors om deze mensen te bereiken. „We dringen de godsdienst niet op”, zei de Deense pastor. „Je probeert mens onder de mensen te zijn. We leven in dezelfde wereld. Het zeemansbestaan is gevaarlijk. En een zeeman is ver van huis. Vaak spreek je met hen over persoonlijke dingen.”
De Russisch-orthodoxe S. Standhardt beleeft zijn werk heel anders. Als pastor van gelijkgestemde Oost-Europeanen wordt er juist van hem verwacht dat hij de kerk met haar waarden vertegenwoordigt. „De godsdienst is voor die zeevarenden het enige baken in een snel veranderende, financieel onzekere wereld. Ook voor hen die niet geloven, zijn de godsdienstige waarden belangrijk. De orthodoxie staat bijna gelijk met hun nationaliteit.”
Secularisatie is volgens dr. D. Tieleman, voormalig docent pastorale theologie aan de Theologische Universiteit van Kampen, helemaal geen negatief verschijnsel. Hij is ook zeker niet van mening dat secularisatie een tragisch verlies betekent. „Secularisatie toont de autonome mens en heeft ons welvaart opgeleverd. Het is niet goed om aan te nemen dat secularisatie de oorzaak is van de teloorgang van het christendom.” Voor dr. Tieleman is secularisatie ten principale een cultureel-historisch proces dat afrekent met de traditionele manier van geloven. Zij bestond bij de overgang van het premodernisme naar het modernisme en bij de overgang van modernisme naar postmodernisme. Vooral de Verlichting raakte in gevecht met de godsdienst.
„Voor een pastor is het zelfs een uitdaging om opnieuw de betekenis van het christendom te ontdekken in een niet-christelijke context. Verstaan we het woord secularisatie wel op een juiste manier als we zeggen: Wat jammer?” zei dr. Tieleman. „Realiseert u zich dat in een postmoderne cultuur de christelijke boodschap niet is gebonden aan religie en religiositeit? God is niet langer een onomstotelijk vaststaand fenomeen. Niet in de theologie en niet in het leven van mensen. De liefde als geheim van God overschrijdt de grenzen van godsdienst, belijdenis en kerk.”
In zijn conclusie riep dr. Tieleman ertoe op het dubbele gezicht van secularisatie vaarwel te zeggen. „In een postmoderne tijd dreigt het woord secularisatie het menselijke leven en de cultuur te scheiden. Het contrast tussen geloof en ongeloof, tussen God en cultuur is onacceptabel. Bovendien is het woord secularisatie een containerbegrip geworden. Het zegt alles en niets en werkt een nieuw verstaan van pastorale zorg in een postmoderne cultuur tegen.”
In de nabespreking vroeg een Poolse pastor zich af hoe hij dan in zijn beroep moest staan. „Handelen we vanuit onszelf of handelen we naar de opdracht van Jezus, Die zegt dat wij Hem als Zijn discipelen moeten volgen?” Dr. Tieleman zei dit als een verkeerd dilemma te zien. En hij gebruikte het voorbeeld van een glas-in-loodraam met de symbolen van geloof, hoop en liefde. „Van de buitenkant bezien, komt de liefde op de eerste plaats. Uit de liefde tot de ander wordt de hoop geboren, waarna men uiteindelijk bij het geloof in God uitkomt.” Dr. Tieleman zei het liever in die volgorde te willen bekijken dan andersom.
De naam van Christus viel niet één keer in het betoog van dr. Tieleman. Hij beaamt desgevraagd dat hij Christus niet centraal heeft gezet in zijn lezing. „In ieder geval niet op die manier dat het geloof in Christus staat of valt met de verzoeningstheologie. Die heeft meer lasten dan lusten. Die theologie heeft tot een tweedeling geleid en draagt eerder bij aan de strijd tussen godsdienst en cultuur dan dat zij zou horen bij de postmoderne tijd.”
Maar vindt de liefde voor de ander niet juist haar diepte en basis in het verzoeningswerk van Christus? Wat kan de ene mens de andere mens immers aanbieden? „In de eigen liefde en inzet zal de liefde van Christus worden weerspiegeld”, vindt dr. Tieleman. „De verzoeningstheologie kan in dit opzicht als een belemmering werken.”