”Het grote boek van Beer en Egel”
Auteur: Ingrid en Dieter Schubert
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2003
ISBN 90 5637 490 7
Pagina’s: 106
Prijs: tot en met 15 maart € 17,50, daarna € 22,50; Titel: ”Wolf de waakhond”
Auteur: Rick Walton en Arthur Robins
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2002
ISBN 90 5637 454 0
Pagina’s: 52
Prijs: € 12,50;

Titel: ”Hopeloos verliefd”
Auteur: Angelika Glitz en Annette Swoboda
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2003
ISBN 90 5637 481 8
Pagina’s: 32
Prijs: € 4,95;

Titel: ”Tussen Mees en Mol”
Auteur: Carli Biessels (tekst) en Marije Tolman (tekeningen)
Uitgeverij: Van Goor, Amsterdam, 2002
ISBN 90 00 03465 5
Pagina’s: 56
Prijs: € 12,50;

Titel: ”De rijke man en de schoenmaker”
Auteur: Bernadette
Uitgeverij: De Vier Windstreken, Voorschoten, 2002
ISBN 90 5579 670 0
Pagina’s: 30
Prijs: € 12,25.

Vier kostelijke verhalen van Ingrid en Dieter Schubert zijn gebundeld in ”Het grote boek van Beer en Egel”. Ook andere prentenboeken gunnen dieren weer de hoofdrol. In ”Tussen Mees en Mol” filosofeert een vrolijk vogeltje met een mismoedige mol.

De verhalen van Beer en Egel roepen al een aantal jaren vertedering op bij ouders en kinderen. Ouders herkennen in ”Een gat in mijn emmer” het liedje van vroeger met de daarbij behorende moraal. Kinderen smullen van Beer die maar niet snapt hoe hij de grasklokjes water kan geven, want zijn emmer is kapot. Alle pogingen die samen met Egel te repareren, stranden. Opeens gaat het regenen en komen de klokjes vanzelf omhoog.

Beer vindt eieren en gaat ze zelf uitbroeden met zijn zachte vacht. Als er gansjes tevoorschijn komen, blijkt het wel moeilijk om ze te leren vliegen: „Dat komt er nou van…”

”Samen kunnen we alles” is de humoristische titel van het verhaal over Beer en Egel die de gewonde Bever helpen. Hij viel uit de burcht en zijn nieuwe huis was nog niet eens klaar. Egel en Beer maken de beverburcht af. Egel geeft met zijn armen over elkaar aanwijzingen en Beer doet het grote werk. Maar samen versieren ze de burcht. Bever is beter en helemaal gelukkig met zijn nieuwe huis. Jammer alleen dat er geen ingang is… „Ik bijt me er wel doorheen”, zegt hij.

In ”Er kan nog meer bij” nodigt Bever al zijn vriendjes uit om mee te varen op het vlot dat hij heeft gebouwd. Haas, Das, Egel, Beer, iedereen komt erbij. Het vlot begint wild te schommelen. „Er kan niemand meer bij!” roept iedereen. Maar dan landt er een vlinder… te laat!

Wolf
”Wolf de waakhond” ziet er op de voorkant van het boek waaks genoeg uit, maar op de derde bladzijde blijkt hij nauwelijks boven de rand van zijn mand uit te komen. De inbreker die naar binnen klimt, lacht hem dan ook vierkant uit. Wolf laat zich niet kennen. Hij krijgt de dief zover dat die laat horen dat hij harder kan schreeuwen dan Wolf kan blaffen. Er rijdt dan net een politieauto door de straat… Wolf krijgt een medaille, want deze boef werd al heel erg lang gezocht.

Van ”Hopeloos verliefd” werden al 7000 exemplaren verkocht. Vandaar dat het nu op briefkaartformaat opnieuw is uitgegeven. Het verhaal gaat over de kippige Prins Valentijn die vier mooie meisjesschapen links laat liggen en valt voor Berendien die bepaald niet moeders mooiste is, met te dunne pootjes en een schommelbuik. De vier mooie meisjesschapen doen alles om op Berendien te lijken, maar Valentijn blijft ook verliefd als hij zijn bril opzet. Hij trouwt met Berendien op zondag en het is jammer dat enkele krachttermen dit leuke verhaal moesten aandikken.

Carli Biessels won eerder met haar boek ”De feestrede” een Vlag en Wimpel. Haar prentenboek ”Tussen Mees en Mol” is bedoeld voor kinderen vanaf acht jaar. Mees wil flierefluiten, Mol houdt van de grond. Ze zoeken elkaar steeds op en praten over de bloemen, de zon, over het donker, de stilte, de lente. Het zijn prachtige, korte verhalen die doen denken aan de filosofie van Toon Tellegen in zijn dierenverhalen. Mees bekijkt alles vanuit de lucht, Mol vanuit zijn leven onder de grond. Mooi geschreven; jammer dat er soms een verbasterde vloek in staat.

Fabel
De fabel ”De rijke man en de schoenmaker” van Aesopus werd door Bernadette opnieuw verteld en getekend. Het sprookje heeft een duidelijke moraal. Een rijke man wil de arme schoenmaker geld geven om hem te laten stoppen met zingen. De arme schoenmaker moet een heel gezin onderhouden. Eindelijk belooft hij bij het zien van zoveel geld niet meer te zingen. Maar ten slotte brengt hij het geld terug. Hij merkt dat het hem bang maakt voor inbrekers en veel zorgen geeft die hij eerst niet had. En hij is pas weer gelukkig als hij boven op zijn tafel voor het raam zit te werken en zingen.