Ongemak met simpele antwoorden
Morgen is het Wereld Aids Dag. De strijd tegen aids raakt zowel kerken in het buitenland als in Nederland, vinden Darija Kupers-Oving en Anke van Well. Blijvende betrokkenheid van christenen is nodig.
Franciscus van Assisi (1181-1226) werd in zijn tijd bijzonder getroffen door het leed van de melaatsen, die volledig uit de samenleving werden verstoten. Ontevreden over de leegheid van zijn leven bekeerde hij zich tot een leven van armoede, gebed en dienstbaarheid aan de armen. Tegen die achtergrond sprak hij zijn bekende zegen uit, die als volgt begint: „Moge God ons zegenen met rusteloos ongemak, heilige woede en de gave van tranen om te huilen voor hen die lijden.” Een bijzondere zegen, en ook nu nog bijzonder actueel.Zo’n dertig jaar geleden wist bijna niemand van het bestaan van hiv. Nu leven zo’n 33 miljoen mensen met het virus. Er is veel vooruitgang geboekt op het terrein van preventie en de reductie van het aantal mensen dat overlijdt als gevolg van aids. Toch neemt het aantal besmette mensen nog steeds toe. Aan aids gerelateerde ziekten behoren op wereldschaal tot de belangrijkste doodsoorzaken.
Een wereldwijd probleem vraagt om een wereldwijde oplossing. Nederland is daarin een belangrijke speler, aidsbestrijding staat hoog op de agenda van minister Koenders voor Ontwikkelingssamenwerking. In 2010 neemt Nederland het voorzitterschap van Unaids op zich, de VN-organisatie die zich inzet voor de bestrijding van hiv en aids.
Wel is er in 2010 substantieel minder budget voor ontwikkelingssamenwerking. Voor activiteiten op het gebied van hiv en aids gaat het om ruim 100 miljoen euro. Geschat wordt dat als gevolg daarvan 100.000 mensen geen toegang meer zullen hebben tot de noodzakelijke medicijnen.
Stigmatisering
Het is algemeen erkend, ook door de Nederlandse overheid, dat religie een belangrijke rol speelt als het gaat om het beïnvloeden van het gedrag en de houding van veel mensen en in het verlenen van zorg en steun. Dit is ook duidelijk te zien in de context van aids.
De negatieve rol en houding van veel kerken als het gaat om de stigmatisering van aidspatiënten is bekend. Toch zien we hierin grote veranderingen. De christelijke kerken vormen in ontwikkelingslanden een duurzaam netwerk met een uitzonderlijke reikwijdte en gezag in lokale gemeenschapen. Werken met kerken geeft zo een kans om duizenden vrijwilligers te mobiliseren en aidsactiviteiten uit te breiden.
Kerken beschikken over mogelijkheden om op een effectieve manier informatie te verspreiden, houdingen en waarden te beïnvloeden, stigmatisering en discriminatie tegen te gaan en gemarginaliseerde groepen, zoals mensen met een handicap, te bereiken.
Om dit potentieel te benutten, moet je wel weten hoe je de kerk en haar leiders moet bereiken. De lidorganisaties van Prisma werken samen met christelijke organisaties en kerken in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Deze organisaties spreken de taal van hun doelgroep. Veel kerken verstaan hun roeping om zorg te dragen. Kerken en organisaties worden ondersteund in de realisering van hun roeping, of uitgedaagd om dat te doen.
Veel christelijke organisaties hebben het bereiken van kwetsbare groepen en een verandering van de lokale gemeenschappen door de boodschap van het Evangelie in hun visie en missie opgenomen. Dit betreft een verandering zowel op geestelijk als op economisch en sociaal vlak.
Daarnaast zijn er tal van programma’s om juist kerkleiders te bereiken. Een voorbeeld is het programma ”Channels of Hope”, dat zich specifiek richt op de training van christelijke leiders, en waar duidelijke veranderingen zichtbaar zijn in de houding en de praktijk van de deelnemers en hun kerken en omgeving.
De Nederlandse overheid heeft een voortrekkersrol. Als zij de rol van religie en het potentieel van christelijke organisaties en kerken erkent, wat we mogen opmaken uit de beleidsstukken van minister Koenders, dan willen we dit ook terugzien in de samenwerkingsvormen. Uit het overzicht van organisaties die de overheid ondersteunt, blijkt dat echter nauwelijks. Jammer, want het werken met kerken blijkt ook nog eens kosteneffectief, omdat er veel wordt gewerkt met vrijwilligers en lokale oplossingen.
Ook Nederlandse kerken kunnen een taak vervullen. We denken dan in de eerste plaats aan de vele initiatieven die via grotere en kleinere zendings- en ontwikkelingsorganisaties worden ontplooid. Gebed, steun en giften blijven nodig. Door de toenemende bewustwording is er meer betrokkenheid ontstaan en zijn vooroordelen weggenomen ten aanzien van mensen die leven met hiv.
Welkom
Laten we niet vergeten dat hiv ook Nederland niet voorbijgaat. Al is de situatie hier duidelijk anders en bevinden dragers van het virus zich met name in risicogroepen, toch is het goed ons af te vragen hoe onze houding zou zijn als zo iemand bij ons in de kerk zou zitten. Zouden zij zich bij ons thuis voelen? Creëren wij een omgeving waar iedereen, inclusief mensen die leven met hiv, zich welkom voelen?
Soms lijkt zo’n wereldwijde problematiek ver van ons bed en veel te groot om aan te beginnen. Maar ook hier geldt dat vele handen licht werk maken. Laten we ons ongemakkelijk voelen bij makkelijke antwoorden. Of, zoals Franciscus van Assisi aan het einde van die oude zegen uitsprak: „Moge God u zegenen met voldoende dwaasheid om te geloven dat we een verschil kunnen maken, zodat we kunnen doen waarvan anderen beweren dat het onmogelijk is.”
De auteurs zijn respectievelijk beleidsmedewerker hiv/aids en programmacoördinator gezondheidszorg bij Prisma, een vereniging van christelijke organisaties in ontwikkelingssamenwerking.