Aanvankelijk dreigden veel middelen op 1 januari uit de winkels te verdwijnen, omdat zij vanaf die datum officieel geregistreerd moeten zijn. In veel gevallen hebben fabrikanten wel al registratie aangevraagd. Het lukt het College ter beoordeling van geneesmiddelen (CBG) mogelijk niet die op tijd te beoordelen, omdat het college niet alle benodigde gegevens op tijd heeft gekregen. Daarom wil Borst de verkoop van nog vijf maanden gedogen.

VVD-Kamerlid Van Blerck heeft echter om een jaar uitstel van de registratie verzocht. Ze zal haar motie handhaven. „Vijf maanden is te krap. Er is te lang onduidelijkheid blijven bestaan over de criteria waaraan de fabrikanten moeten voldoen", zegt Van Blerck. Ze vindt niet dat uitstel mogelijk gevaar voor de volksgezondheid oplevert. „Er is nog nooit iets van gevaar gebleken. De Europese Unie laat landen veel langer de ruimte voor registratie. Als de homeopathica gevaarlijk zouden zijn, gebeurde dat niet." Donderdag steunt naar verwachting een ruime meerderheid van de Kamer de motie.

Het kort geding dat branchevereniging Nehoma en onder andere fabrikant VSM hadden aangespannen tegen Borst is nu van de baan. Zij wilden via de rechter voorkomen dat homeopathische middelen waarvoor al een aanvraag voor registratie loopt, (tijdelijk) van de markt zouden verdwijnen. VSM is blij dat zij nu meer tijd krijgt. Maar net als Nehoma is de fabrikant teleurgesteld dat het „gedoogbeleid" voor alle middelen geldt. Ook fabrikanten die nog helemaal niets gedaan hebben om hun product te laten registeren, profiteren ervan, terwijl zij niet zoals andere, al geld en energie in de registratie hebben gestoken.

Het kort geding, dat dinsdag zou dienen, gaat niet door. Maar er loopt nog wel een bodemprocedure, die naar verwachting in het tweede kwartaal van 2002 voor de rechter komt. Maar als het CBG dan alle aanvragen heeft beoordeeld, wordt ook die wat VSM betreft ingetrokken.