Opinie

Opstelling VN naar Israël zeer eenzijdig

De VN zijn door de opstelling van islamitische en andere landen in feite een anti-Israëlorganisatie, betoogt G. van Mourik. De VN zouden deze houding moeten laten varen en alle landen gelijk moeten behandelen.

30 November 2009 08:10Gewijzigd op 14 November 2020 09:16
Palestijns meisje met de ´Palestijnse staat´ op haar gezicht geschilderd, die huidige Palestijnse gebieden zou moeten omvatten en de staat Israël. Foto EPA
Palestijns meisje met de ´Palestijnse staat´ op haar gezicht geschilderd, die huidige Palestijnse gebieden zou moeten omvatten en de staat Israël. Foto EPA

Op 29 november 1947, nu 62 jaar geleden, nam de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties de aanbeveling over om een Joodse en een Arabische staat te vormen. Over het algemeen bestaat de indruk dat Israël veel aan de VN te danken heeft en dat Israël desondanks niet naar de VN wil luisteren. Maar hoe is de houding van de VN naar Israël nu werkelijk?Voor Joodse vluchtelingen hebben de wereldorganisaties voor en na de Tweede Wereldoorlog niets gedaan. Voor de miljoenen vluchtelingen wereldwijd hebben de VN een algemene vluchtelingenorganisatie, voor de Palestijnen een speciale. Naast de vluchtelingenorganisatie zijn er in de VN veel andere organisaties die opkomen voor de Palestijnen. Ze bepleiten niet zozeer een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook als wel een staat in geheel Palestina, dus zonder bestaansrecht voor de Joden in Israël.

De Divisie voor Palestijnse Rechten (DPR), opgericht in 1975, is een van de zeven divisies die onder het departement Politieke Zaken van de VN vallen. De andere zes houden zich bezig met problemen in andere werelddelen. De DPR voert veel propaganda en organiseert jaarlijks op 29 november de ”Internationale dag van de solidariteit met het Palestijnse volk”.

Resolutie 242

Een andere VN-commissie komt op voor „Uitvoering van de onvervreemdbare rechten van het Palestijnse volk” (CEIRPP). Deze organisatie richt zich op het beïnvloeden van VN-functionarissen en hulporganisaties. De invloed van deze commissie was goed te merken op de antiracismeconferentie van de VN in Durban in 2001. Dit werd een beschamende anti-Israëlmanifestatie, waar de vernietiging van Israël werd bepleit en Hitler een held was.

Toen Egypte in 1967 dreigde met oorlog en een haven van Israël afsloot, deden de VN niets. Direct na deze Zesdaagse Oorlog bood Israël aan om bezette gebieden terug te geven in ruil voor erkenning en vrede. Hierna namen de VN resolutie 242 aan. Ten onrechte wordt nu vaak beweerd dat deze resolutie de onvoorwaardelijke terugtrekking van Israël eist uit de bezette gebieden. De tekst spreekt ook over het accepteren van elke staat en het recht op leven binnen erkende en veilige grenzen.

Resolutie 242 gaat uit van het principe ”land voor vrede”. Israël voldoet daaraan: Egypte kreeg voor de vrede de gehele Sinaï terug. Na 1993 (de Oslo-akkoorden) kregen de Palestijnen steeds meer zeggenschap over hun gebieden. In Israël bleven de Palestijnse zelfmoordaanslagen echter gewoon doorgaan.

Ook na de eenzijdige terugtrekking uit de Gazastrook kreeg Israël geen vrede maar werd het ‘beloond’ met duizenden raketten van Hamas.

Uitsluiting

De landen van de VN zijn ingedeeld in regionale groepen. De landen in zo’n groep maken onderling uit welk land ze voordragen voor de verschillende werkcommissies van de VN. Israël kwam bij de Aziatische groep en werd jarenlang door de islamitische buurlanden uitgesloten. Het betekent zelfs dat Israël alleen bij de VN in New York de vergaderingen kan bijwonen. Ook kon Israël in geen enkele commissie of ander orgaan van de VN worden gekozen. Deze uitsluiting trof alleen Israël.

Na jarenlang aandringen van de VS is Israël nu toegelaten tot de WEOG, de groep van westerse landen. Israël mag echter nog steeds niet meedoen aan vergaderingen van de VN-Mensenrechtenraad in Genève. Die raad besteedt onevenredig veel aandacht aan Israël en veroordeelt alleen Israël, terwijl men zwijgt over Palestijns terrorisme of over Sudan.

Deze corrupte raad heeft, op verzoek van Egypte en Pakistan, opdracht gegeven voor een onderzoek naar de Gazaoorlog, waarin alleen de daden van Israël werden beoordeeld, het zogeheten Goldstonerapport. Terwijl Hamas vecht zonder uniform en vanuit dichtbevolkte gebieden, waardoor er veel burgerslachtoffers vallen, veroordeelt de raad deze oorlogsmisdaden niet.

Ook de Algemene Vergadering van de VN heeft Israël eenzijdig in de beklaagdenbank gezet door de resolutie van de Mensenrechtenraad over te nemen. Zo werken de dictatoriale Arabische, islamitische en ongebonden landen in VN-verband samen om steeds Israël veroordeeld te krijgen en de aandacht van hun eigen problemen af te leiden. De VN worden misbruikt en kunnen niet naar hun eigen doelstelling handelen.

Echte brandhaarden

Door dit gedrag van de landen in de VN wordt Israël apart gezet en zijn de VN een eenzijdige anti-Israëlorganisatie geworden. De VN zouden alle landen, groot of klein, met of zonder een blok van bondgenoten, zonder onderscheid op gelijke en eerlijke wijze moeten behandelen. Dan zouden de veroordelingen van Israël achterwege blijven en zou de aandacht naar de echte brandhaarden van de wereld kunnen uitgaan.

De auteur is lezer te Brakel.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer