Opinie

Waarom niet hét altaar?

Dertig procent van de Nederlanders heeft een huisaltaar, zo blijkt uit onderzoek. Hoe kan het dat de kerk deze zoekers naar innerlijke rust niet heeft bereikt of aangesproken met het Evangelie, vraagt P. J. Vergunst zich af.

27 November 2009 19:13Gewijzigd op 14 November 2020 09:15
„Het is aangrijpend als je ontdekt dat mensen die in hun jeugd zondag 1 van de catechismus kenden, een gereformeerde kerk als ouderling gediend hebben, nu een beeld van Boeddha in hun tuin plaatsen. Een verandering in denken en geloven die verder reikt da
„Het is aangrijpend als je ontdekt dat mensen die in hun jeugd zondag 1 van de catechismus kenden, een gereformeerde kerk als ouderling gediend hebben, nu een beeld van Boeddha in hun tuin plaatsen. Een verandering in denken en geloven die verder reikt da

November is de Maand van de Spiritualiteit. Die maand hebben we blijkbaar nodig om te beseffen dat we bij de economie alleen niet leven kunnen. Meer inkomen brengt ons geen innerlijke vrede, meer vakanties zorgen niet vanzelf voor echte rust.Zingeving is van alle tijden en we kunnen door de Maand van de Spiritualiteit nadenken hoe wij de behoefte eraan nú vorm willen geven, zowel eigentijds als met diepe wortels, zowel met hoofd als met hart, zegt initiatiefnemer de KRO. Spiritualiteit helpt ons concreet bij het werken aan een betere samenleving, zorgt voor een positieve verbinding tussen mensen onderling, zegt uitgever Ten Have, een andere initiatiefnemer.

Voorheen werd die verbinding in grote delen van de Nederlandse samenleving gevonden in het christelijk geloof, in de belijdenis dat we God boven alles lief dienen te hebben en dat naastenliefde hieruit voortkomt. Waar Hij steeds minder erkend wordt als de Heere van ons leven, blijft dat voor onze samenleving niet zonder gevolgen. Jezus heeft tijdens Zijn leven Zijn hoorders daar steeds van willen doordringen.

Dat geldt ook de enkele mens. „Zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede”, zegt Jezus in Johannes 5 tegen een man die Hij genezen heeft. Het kan ook een hele bevolkingsgroep gelden, als de Heilige Geest door onze openbare zonden ervan weerhouden wordt om Zijn werk te doen, als in de gebeden minder om Zijn kracht gebeden wordt. Dat de kinderen van God de kurken zijn waarop de natie drijft, is een uitdrukking die hiermee te maken heeft.

Prentjes en beeldjes

Mariabeeldjes zijn in huizen van rooms-katholieken al heel lang gemeengoed. Heiligenprentjes, kaarsen en beelden hadden een functie in het religieuze leven tot de tijd dat de rooms-katholieke zuil afbrokkelde. Boeddhabeeldjes hebben ondertussen een enorme opgang gemaakt. Het is aangrijpend als je ontdekt –een willekeurig voorbeeld uit mijn leefomgeving– dat mensen die in hun jeugd zondag 1 van de catechismus kenden, een gereformeerde kerk als ouderling gediend hebben, nu een beeld van Boeddha in hun tuin plaatsen. Een verandering in denken en geloven die verder reikt dan iemands persoonlijke levenssfeer.

Overleden geliefde

Ondertussen heeft het huisaltaar zijn intrede gedaan in veel Nederlandse woningen. Tijdens de openingsbijeenkomst van de Maand van de Spiritualiteit maakte een Nijmeegse wetenschapper bekend dat ongeveer drie op de tien Nederlanders over een huisaltaar beschikken! De neergang van veel kerken gaat samen met de opkomst van het huisaltaar.

Wie zich erin verdiept, leest niet alleen over wat er in veel huizen aan religieus leven plaatsheeft, maar komt ook het denken van mensen op het spoor. Mensen zoeken een plaatsje om tot rust te komen, om contact te krijgen met zichzelf (!), soms ook met een overleden geliefde. Dat kan met behulp van een ingericht plankje in de boekenkast, een stukje van het bureau of een speciaal ingericht deel van het huis.

Het huisaltaar als plaats van bezinning, ook als plaats om je leven te offeren, je toe te wijden aan jezelf, aan je innerlijke stem, je levensgeheim of je levenskracht te ontdekken, om te zoeken naar het goddelijke in jezelf. Als ik het op me laat inwerken, komt niet de gedachte boven: Hoe kunnen deze mensen nu in zichzélf naar vrede en harmonie zoeken? Ik schrijf het verlangen van zo veel miljoenen mensen niet af door Augustinus aan te halen, die zelf ervaren had dat zijn hart onrustig bleef, totdat het in God rust vond.

Voor mij is de vraag vooral: Hoe kan het dat al deze zoekers het in de kerk niet gevonden hebben? Waarom hebben wij hen niet bereikt, waarom konden wij het Evangelie niet doorgeven en zoeken mensen innerlijke rust buiten de kerk, vooral buiten Christus? Het stelt mij schuldig aan de bloei van zo veel vage religiositeit. Als geen Ander deed de Heiland een appel op vermoeiden en belasten – en ons lukt het onvoldoende om Zijn stem door te geven, ook als kerken in Nederland.

Van kracht tot kracht

Zalig zijn degenen die in Gods huis wonen, waar volgens Psalm 84 plaats is voor het meest alledaagse beestje, de mus. Daar, in de heiligheid van Zijn woning, wordt de levende God ontmoet. Daar is hét altaar, daar heeft verzoening plaats en wordt vrede gevonden. En zo gaan pelgrims van kracht tot kracht verder, een weg lopend die voor hen gebaand is, tot het einde van de levensreis onder de bescherming van een Zon en een Schild.

Dát is mijn vraag, waarom het geheim van het heiligdom, van de dienst van de verzoening waarmee Nederland al eeuwenlang gezegend is, zo veel miljoenen niet meer bereikt. En wat de roeping van onze kerk, onze gemeente, onze familie, van mijzelf hierin is.

Wij organiseren het herstel van de kerk in Nederland niet, we houden zelf geen christelijke organisaties of reformatorische zuil in de lucht. Maar we kunnen elkaar wel wijzen op hét altaar uit het heiligdom, om als vrucht van een geschonken vrede ons leven als een dankoffer voor God en de naaste beschikbaar te stellen.

Dat begint dan bij onze naasten, in onze woonomgeving, in ons huis. Bij onze binnenkamer, want het is niet ouderwets, maar blijkbaar zeer modern en vooral heilzaam om die te hebben. Bij onze huisgodsdienst, waarin we onze kinderen voorgaan in het dagelijks leven met God, waarin we Zijn zegen nodig hebben voor alle dingen van de dag, waarin we ons oefenen in een leven van gehoorzaamheid en toewijding.

Verduisterd licht

Ooit werd de televisie het huisaltaar voor velen in ons land genoemd, waaromheen het gezin zich avond aan avond schaarde. Nu zou de computer dat kunnen zijn, waaraan we uren van onze tijd offeren. Misschien offert iemand zijn leven op het altaar van de sport.

Uiteindelijk vallen we samen om, als we ons altaar in eigen hand houden. Wat een karikatuur is van de dienst aan de ware God, verduistert het licht dat Hij ontstoken heeft. Gelukkig weet ik dat na de novembermaand van de spiritualiteit in december advent volgt, en Kerst. Christus verschijnt aan mensen die belijden in duisternis te zitten en richt hun voeten op de weg van de vrede.

De auteur is algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond en hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer