SP’er Van Dijk: „Mijn tolerantie is begrensd”
Na twee bezoeken aan reformatorische scholen en na een lang vraaggesprek blijkt SP-Kamerlid Jasper van Dijk niet te vermurwen: hij wil koste wat het kost een eind maken aan het recht van bijzondere scholen om leerlingen te weigeren die de grondslag van de school niet onderschrijven. Zijn tolerantie is begrensd.
Van Dijk gooide begin september tijdens een Kamerdebat de knuppel in het hoenderhok met zijn stelling dat reformatorische scholen niet bijdragen aan integratie.U bent op bezoek geweest bij twee reformatorische scholen. Handhaaft u uw stelling dat reformatorische scholen niet bijdragen aan de integratie?
„Laat ik vooropstellen dat ik twee mooie bezoeken heb afgelegd. De sfeer op deze scholen is goed en de onderwijsprestaties zijn bovengemiddeld. Ik moet toegeven dat ik wat genuanceerder aankijk tegen deze scholen. Het is niet zo dat ze niets doen aan integratie. Ze zoeken zeker contact met de buitenwereld door middel van diverse projecten in de buurt, in de stad en zelfs wereldwijd. Mijn complimenten daarvoor.
Maar als het gaat om integratie binnen de klas, dan handhaaf ik mijn stelling dat de scholen niet bijdragen aan integratie. Ze staan niet open voor buitenstaanders. Het zou zo mooi zijn als iedereen zou kunnen profiteren van de kwaliteit van deze scholen.”
Dus eigenlijk zijn de bezoeken zinloos geweest? De scholen hadden graag gezien dat u uw mening had bijgesteld.
„Zinloos waren de bezoeken niet. Ik heb goede gesprekken gevoerd met docenten, leerlingen en studenten. Er zijn ook zeker raakvlakken tussen het christendom en het socialisme. De SP vindt het echter een opdracht van het onderwijs om de ontmoeting tussen culturen ook binnen de klas vorm te geven.”
Welk probleem wilt u eigenlijk oplossen?
„In de visie van de SP moeten scholen een actieve bijdrage leveren aan het tegengaan van de segregatie in de samenleving en in het onderwijs. Dat kan door leerlingen met een verschillende afkomst te mengen in klassen.”
Guuske Ledoux van het Kohnstamminstituut, dat onderzoek doet naar onderwijsvraagstukken, zegt dat je onderwijsachterstanden het beste kunt oplossen door het geven van goed onderwijs.
„Dat is ook waar, maar onderzoek wijst uit dat allochtone leerlingen sneller de Nederlandse taal leren als ze met autochtone leerlingen in een klas zitten.”
U hebt toch gezien dat reformatorische scholen het thema integratie niet verwaarlozen?
„Klopt, maar waarom zetten ze hun deuren niet open voor andersdenkenden die bereid zijn de grondslag te respecteren? Ik ben van mening dat onderwijsinstellingen die door de overheid worden bekostigd, algemeen toegankelijk moeten zijn. Het gaat om belastinggeld dat door iedereen is opgebracht.”
De ouders van leerlingen op reformatorische scholen betalen toch ook belasting?
„Belastinggeld mag niet worden gebruikt om mensen uit te sluiten.”
U doet in Den Haag toch niets anders dan regels maken waarvan de een wel profiteert en de ander niet?
„Zeker, maar het tegengaan van segregatie in het onderwijs is voor ons belangrijker dan de vrijheid van scholen om leerlingen te weigeren.”
We praten hier over 5 procent van het totale scholenbestand. U schiet met een kanon op een mug.
„We moeten echt meer doen om integratie op scholen te bereiken. Het gaat dus eerst om die 95 procent van de bijzondere scholen die hun grondslag selectief inzetten om allochtone leerlingen te weigeren. Die zeggen tegen ouders: „Gaat u maar naar die openbare school, want die past beter bij uw kind.” Een acceptatieplicht geeft ouders een instrument om je daartegen te verweren. Dit geldt dan ten principale voor alle scholen, dus ook voor de orthodoxe scholen.”
De orthodox-christelijke scholen staan toch niet met hun rug naar de samenleving? Ze willen jongeren een rugzak met kennis en waarden en normen meegeven om van daaruit de wereld in te gaan. Waarom is die weg minder dan hetgeen u voorstaat?
„Ik erken dat de weg die de reformatorische scholen kiezen om integratie vorm te geven, een manier is om met het thema om te gaan. Maar orthodoxe scholen zijn per definitie bestemd voor één groep leerlingen terwijl wij willen dat scholen voor iedereen openstaan. Je moet je dus afvragen of je dit soort scholen van subsidie moet voorzien.”
Dan bent u intolerant, want het kenmerk van tolerantie is dat er ruimte is voor stromingen en opvattingen die de uwe niet zijn.
„Mijn tolerantie op dit punt is inderdaad begrensd. Het gaat mij te ver als scholen onderschrijving van de grondslag vragen, verbieden thuis een televisie te hebben en kledingvoorschriften geven, zoals hoofddoekjes en rokken voor meisjes.”
Is het zo vreemd als een school zichzelf ziet als een opvoedingsinstituut in het verlengde van gezin en kerk?
„Opvoeding in gezin en kerk vind ik prima, maar religie hoort niet in het onderwijs thuis. Wel in voorlichtende zin, maar niet vanuit een bepaalde grondslag. Dan wordt de scheiding tussen kerk en staat een lege huls.”
Orthodox-joodse scholen moeten dus ook rooms-katholieken en moslims toelaten?
„Als ik mijn ideaal zou mogen ontwerpen voor het onderwijs, dan is daar geen ruimte voor bijzonder onderwijs. Ik wil publieke scholen met een maximale ruimte om onderwijs op een eigen manier in te vullen.”
Erkent u dan niet dat Nederland groot is geworden door de geestelijke vrijheid als leidend beginsel te accepteren, waardoor totaal verschillende levensovertuigingen naast elkaar samenleven?
„Dat begrijp ik helemaal, alleen wat ik wil is dat de overheid zich niet met die levensovertuigingen bemoeit. Ik wil de scheiding tussen kerk en staat werkelijk vormgeven. Op dat punt is Frankrijk een lichtend voorbeeld voor mij. Het zogeheten laïcisme, waarbij er niet alleen een scheiding is tussen kerk en staat, maar ook tussen geloof en politiek, moet in Nederland meer voet aan de grond krijgen.”
Daarmee miskent u toch dat religie voor mensen juist een drijfveer kan zijn voor participatie in de samenleving?
„Ik misken niets, maar in het onderwijs moet het volgens mij mogelijk zijn om zulke scholen vanuit de overheid tot stand te brengen die aantrekke-lijk zijn voor iedereen, welke levensovertuiging hij of zij heeft.”
Heeft de geschiedenis van de negentiende eeuw niet geleerd dat dit niet kan? Dan komen er particuliere christelijke scholen of kiezen mensen voor thuisonderwijs.
„Dat zou ik niet toejuichen. Maar zo’n vaart zal het niet lopen. Het initiatiefwetsvoorstel dat ik wil indienen met GroenLinks en D66 behelst alleen maar de bepaling dat scholen ook leerlingen moeten toelaten die de grondslag respecteren. Met dat voorstel blijft het bijzonder onderwijs in stand, alleen wordt het algemeen toegankelijk. Spreekt dat de achterban niet aan?”
Maar uw initiatief is een stap op weg naar afbraak van het bijzonder onderwijs. Toch?
„De SP wil een acceptatieplicht en de SP wil gemengde scholen. Verder blijft er op scholen veel ruimte om het onderwijs zelf in te richten. Maar uitsluiting op basis op van religie kan echt niet met subsidie van de overheid.”
Hoe kijkt u aan tegen de uitzonderingsbepaling voor orthodoxe scholen in het oorspronkelijke initiatief van de PvdA over dit onderwerp?
„De PvdA heeft in het oorspronkelijke initiatief een uitzonderingsbepaling opgenomen voor scholen die de laatste vijf jaar een consequent en consistent toelatingsbeleid voerden. De SP is daar niet voor.”
Vorige week, na afloop van het bezoek aan het Hoornbeeck College, stelde u zich iets soepeler op.
„Als het om politieke redenen nodig is om de uitzonderingsbepaling er weer in op te nemen, bijvoorbeeld omdat de PvdA dat graag wil, dan sta ik daar positief tegenover. Bij wijze van compromis kan ik daar voorlopig mee leven.”
Kan zo’n gebaar van tolerantie niet in het hart van een SP’er zelf opkomen?
„Ik ben bang dat veel verwaterde bijzondere scholen hun principes gaan oppoetsen en op die manier alsnog gaan proberen om allochtone kinderen en andere achterstandsleerlingen te weigeren. In diverse grote steden zijn leidinggevenden van bijzondere scholen niet bereid om te spreken over het opnemen van achterstandsleerlingen.”
Zo’n onterecht gebruik van een uitzonderingsbepaling valt juridisch toch af te bakenen?
„Op zich wel, maar ik sta voor publiek onderwijs dat voor iedereen openstaat. Daar horen geen scholen bij die leerlingen bij de voordeur uitkiezen.”
Integratie
„Reformatorische scholen dragen niet bij aan de integratie.” Dat zei SP-Kamerlid Van Dijk ruim twee maanden geleden tijdens een debat in de Tweede Kamer over het gedeeltelijk intrekken van de subsidie van de Amsterdamse As Siddieqschool voor islamitisch onderwijs. In de ogen van staatssecretaris Dijksma van Onderwijs maakt de islamitische school onvoldoende werk van het vak burgerschap en daarom legde ze een sanctie op. De SP’er Van Dijk wilde met zijn stelling duidelijk maken dat naar zijn mening niet alleen islamitische scholen voor subsidiekorting in aanmerking komen, maar ook reformatorische.
Het orthodox-christelijk onderwijs reageerde als door een wesp gestoken op de beschuldigingen van de politicus. Directeur R. Toes van het Wartburgcollege, locatie Guido de Brès te Rotterdam, nodigde de SP’er uit voor een werkbezoek om aan te tonen dat ‘zijn’ school wel degelijk werk maakt van integratie.
Bestuursvoorzitter M. F. van Leeuwen van het Amersfoortse Hoornbeeck College voor mbo deed hetzelfde.
Vrijdag 30 oktober reisde Van Dijk af naar Rotterdam. Het ging er af en toe pittig aan toe. Zowel van leerkrachten als van leerlingen kreeg van Dijk de wind van voren: „Ik was pisnijdig op u.” „Mijnheer Van Dijk, u discrimineert ons.” „Uw betoog lijkt wel een mantra.”
De Rotterdamse leerlingen lieten aan Van Dijk zien dat de school niet als een burcht met opgetrokken bruggen in de wijk, de stad en de wereld staat. Zo organiseert de school een kerstmaaltijd voor de flatbewoners in de buurt. Binnen de stad arrangeert de school ontmoetingen tussen leerlingen en gezinnen van buitenlandse afkomst. Een uitwisselingsprogramma met het islamitische college voor voortgezet onderwijs in de havenstad wordt overwogen. Op mondiaal niveau werkt de school mee aan projecten in derdewereldlanden.
Vorige week vrijdag was Van Dijk te gast in Amersfoort op het Hoornbeeck College. Zowel van studenten als van buitenstaanders kreeg de SP’er kritiek. Studenten stelden: „We zijn blij met de vorming die we krijgen. Van daaruit gaan we de samenleving in.” En: „Ik zou het een verlies vinden als zo’n school geen bestaansrecht meer heeft.”
De voorzitter van de MBO Raad, voormalig PvdA-Kamerlid Van Zijl, verzette zich tegen het plan van Van Dijk om de orthodox-christelijke scholen te dwingen hun deuren te openen voor andersdenkenden: „Als mens en als bestuurder vind ik het heel logisch dat de school stelt dat alleen mensen welkom zijn die zich aan de spelregels houden. Als een moslim reformatorisch wordt, is hij hier welkom. De school bepaalt.”