Online in netwerk van de duivel
Jongeren raken door de mobiele telefoon steeds kwetsbaarder voor de moderne cultuur die meer en meer van God losraakt, stelt dr. S. D. Post. Hij pleit voor vier g’s: grenzen, gesprek, getuigen, gebed.
Het mobieltje en het netwerk van de duivel. Dat lijkt wel wat stevig neergezet. Negatief ook. Toch zou ik u willen uitnodigen de moeite te nemen om het mobieltje en de moderne media eens van deze kant te bezien. Als er in de Bijbel staat dat de duivel met grote toorn op deze aarde rondgaat, wetende dat hij nog maar een kleine tijd heeft, dan moet dat toch ergens zichtbaar zijn.Ik zou in ieder geval twee observaties willen voorleggen. Ten eerste dat onze jongeren steeds kwetsbaarder staan in een moderne cultuur die zich steeds sterker aan hen opdringt. Na de zondeval is de mens tot diep in zijn genen een beest dat God en de naaste haat. God heeft echter in Zijn grote ontferming op een heel aantal punten ons mensen bescherming geboden.
Mijn veronderstelling is dat de laatste vijftig jaren die bescherming laag voor laag wordt weggetrokken. Zo is sinds de jaren zestig het denken in termen van gezag verlaten. We leven in een samenleving waarin er geen gemeenschappelijk fatsoensbegrip meer is. Normen en waarden zijn individueel. Ieder heeft de ruimte: zolang anderen niet de dupe zijn, kan iedereen doen wat hij zelf wil. We zijn tolerant. Wie nog denkt dat er zoiets is als een objectieve waarheid is na de oorlog blijkbaar niet meer buiten geweest. Iedereen creëert zijn eigen waarheid, die meedeint op hypes en emoties.
Reële wereld
Een andere beschermende laag die langzaam maar zeker aan het afbladderen is, is de binding aan de roeping. Sinds enkele jaren vinden Nederlanders gemiddeld vrijetijdsbesteding belangrijker dan werk. Entertainment is in het nieuws ongeveer even belangrijk als politiek.
Daarbij valt de bescherming van het leven in een reële wereld –die, hoewel geseculariseerd, niet zonder moraal kan– steeds meer weg. De reële wereld mengt zich met de virtuele wereld. De nieuwe technieken rond ”augmented reality” zullen ons versneld laten ronddolen in het tijdperk van de interrealiteit. In de virtuele wereld is geen goed of kwaad en verwijst niets meer naar de ernst van het leven en de bestemming der dingen.
Ten slotte valt met het mobieltje ook de bescherming van de sociale controle weg. Je kunt volstrekt in je eentje anoniem voor je omgeving je weg zoeken. Sociale controle is uitgesloten.
Deze hyperindividuele mens, los van alle gebondenheid, superkwetsbaar, is nu vrij te beïnvloeden. En dat gebeurt steeds minder door boeken, ouders en ouderlingen, maar in toenemende mate door de media. Onze geest, onze lifestyle, ons netwerk, staat sterk onder invloed van de moderne cultuur, die gevormd en gedragen wordt door moderne media, beschikbaar op het mobieltje.
Dopjes in de oren
Een tweede observatie is dat met name het mobieltje onze tijd vergruist, in allemaal kleine stukjes hakt. Sms, twitter, augmented reality: we zijn voortdurend online, er is ieder moment een nieuwe prikkel.
Tijd is de grootste bedreiging voor de duivel. Op de laatste minuut kan een moordenaar die op Golgotha al hangt te sterven, nog uit zijn klauwen worden gerukt.
Tijd is daarentegen uiterst waardevol en kostbaar voor een mens buiten Christus. Geen wonder dat de aanval wordt ingezet op de tijd. Was de verloren zoon ook tot zichzelf gekomen als hij daar bij de zwijnen gezeten had met dopjes in zijn oren, met een realitybril op zijn neus en een mobieltje in zijn hand?
Wat te doen? Ik pleit voor vier g’s. In de eerste plaats grenzen stellen. Niet bang zijn dingen te verbieden, te beperken en maatregelen te nemen.
In de tweede plaats de g van het gesprek. Naarmate het handelen van de kinderen zich meer aan onze blik onttrekt, zal het gesprek belangrijker worden. Een gesprek is geen toespraak. Een gesprek vraagt dat je je oordeel en je mening parkeert. Laat je eens rondleiden in het hoofd van je leerling, in de wereld van je catechisant.
Ten derde: getuigen, desnoods met woorden. De virtuele wereld kan niet op tegen echtheid en authenticiteit van het ware christelijk leven.
Gedoopt
Ten slotte het gelovig gebed. Onze kinderen zijn Gods kinderen. Ze zijn gedoopt. Door al het gedoe van de duivel zal er geen kind minder bekeerd worden. Als Jezus straks terugkomt en alle knie zich voor Hem zal buigen, zal die gemeente daar staan. Gekomen uit een vuile, besmettelijke, zondige wereld. Maar toch: zonder vlek en rimpel. Met de klederen gewassen in het bloed van het Lam. Dan zullen de straten in het nieuwe Jeruzalem ook vol zijn van kinderen en pubers. Ik zou niet weten welke gedachte geschikter is om het gebed voor onze kinderen te vermenigvuldigen.
De auteur is mediator, (team)coach en interim-manager. Dit artikel is een samenvatting van zijn bijdrage vrijdag aan een studiedag van het platform Mediawijzer over het gebruik van mobieltjes.