„Was dit nu een debat over integratie”
Minister Van der Laan, nu een jaar in functie, verdedigde woensdag zijn integratiebegroting. Net zomin als zijn voorganger Vogelaar lukt het hem om leiding te geven aan het integratiedebat.
„Er is veel gezegd, maar werd er ook geluisterd”, vroeg Van der Laan (PvdA) zich woensdag hardop af. Het liep tegen het einde van een lang debat in de Tweede Kamer over de integratiebegroting voor 2010. Hij had al heel wat venijnige interrupties van Kamerleden aangehoord. „Ik hoorde hier meer monologen dan dialogen. Ging dit debat over het zoeken naar oplossingen? Was dit nu een debat over integratie?”Het was tekenend voor de stemming, woensdag. De behandeling van de begroting voltrok zich in een wat narrige sfeer. Van der Laan stoorde zich eraan dat de Kamer nauwelijks inging op zijn, zijns inziens fundamentele, visie op de integratie van nieuwe Nederlanders. „We staan in de samenleving steeds vaker met de ruggen naar elkaar en ik zou zeggen: laten we elkaar de gezichten toekeren.”
Multiculti
Iets meer dan een jaar is Van der Laan nu minister voor Integratie. In november vorig jaar moest hij onverwacht minister Vogelaar vervangen; zij had volgens haar partijleider Bos „geen gezag” meer om haar functie uit te oefenen.
Het opvallendste verschil met zijn voorganger, zo vinden Kamerleden: Van der Laan zoekt voortdurend naar nuance en evenwicht in het integratiedebat. Hij probeert niet te ”multiculti” te zijn, maar ook niet te rechts. „Als ik hier principieel ga zitten doen, hebben we tien keer per dag ruzie”, zei hij zelf al bij zijn aantreden.
Dat zal best, zeiden Kamerleden woensdag. Maar wat heeft de minister nu in dat jaar bereikt? Niet zo veel eigenlijk, concludeerden PVV en SP. Ook partijen zoals CDA en SGP vinden dat de bewindsman te weinig concrete maatregelen neemt.
Van der Laan reageerde geërgerd. „Ik heb vanaf de eerste dag allerlei maatregelen genomen. Moet ik een reclamepamflet gaan maken met wat ik allemaal gedaan heb? De Kamer behoort dat te weten en ik vind het verspilling van de tijd.”
De bewindsman wees er nog wel op dat gescheiden inburgeringsklasjes vanaf volgend jaar worden verboden, dat de huwelijksmigratie wordt teruggedrongen, dat de remigratiewet wordt aangescherpt, dat voortaan alleen nog remigranten van de eerste generatie in aanmerking voor een uitkering bij een terugkeer naar hun vaderland.
Maar voor de Kamer was het niet voldoende. „Bent u een minister van segregatie of een minister van integratie”, vroeg SP-Kamerlid Karabulut.
Een „beledigende vraag”, vond Van der Laan. „Als iemand aan u vraagt: bent u een moordenaar of bent u geen moordenaar, wat moet hij dan zeggen?” De drie grote politieke stromingen in dit land hebben al ruim 125 jaar een traditie in het bestrijden van segregatie, aldus de minister.
Leiderschap
GroenLinks-Kamerlid Dibi sprak vorig jaar, net na het aantreden van Van der Laan, de wens uit dat de kersverse bewindsman het integratiedebat naar zich zou toetrekken en allochtonen het gevoel zou geven erbij te horen. „Het kabinet laat alleen wat van zich horen als Wilders weer eens uit de slof schiet. Op die manier geeft het geen leiding aan een van de grootste problemen waar Nederland voor staat”, aldus Dibi. Een inspirerend en samenbindend leider, dat moest Van der Laan zijn.
Vooralsnog lukt het de bewindsman niet om die leiding aan het integratiedebat te geven.